Nieuws Krimp stelt verscheidene woningcorporaties voor een pittig financieringsvraagstuk. Herstructurering en sloop zijn onvermijdelijk, maar corporaties in krimpgebieden kunnen die kosten nauwelijks financieren met inkomsten uit woningbouw. De huizenprijzen liggen er gemiddeld een stuk lager dan in groeigebieden. “Corporaties zullen daarom flink in hun eigen kosten moeten snijden; in hun bedrijfsvoering en in het aantal mensen,” stelt Aedes- voorzitter Marc Calon. Maar ook het kabinet moet corporaties financieel ruimte geven, vindt hij. “Krimp een kans noemen is te makkelijk, het doet altijd ontzettend veel pijn.”
Marc Calon, Aedes, over gevolgen van krimp voor woningcorporaties
Marc Calon ziet de krimp met eigen ogen als hij terug is in het dorp waar hij opgroeide, Zuurdijk in Groningen. “Het is altijd een vrij klein dorp geweest, maar het kon wel bogen op meerdere voorzie ningen: een school, twee cafés, twee smederijen, een winkel. Die zijn allemaal verdwenen. Woningen komen leeg te staan en moeten gesloopt worden. Je hoort weleens dat krimp een kans is, nou het doet vooral pijn als ik dat zie.” Hij vervolgt: “Het merkwaardige is dat de regio AssenGroningen nog tot ver na 2040 blijft groeien. Maar slechts 15 kilometer verderop, achter Hoogezand en richting Zoutkamp, is het krimp wat de klok slaat.”
Hoe valt dat grote contrast te verklaren?
“Door schaalvergroting en technologische ontwikkeling. Bedrijven met gestandaardiseerde processen zijn overgeheveld naar lagelonen landen. De werkgelegenheid die overblijft en waarvoor nog wel menselijke interactie nodig is, veelal creatieve bedrijvigheid, con centreert zich in de grotere steden. Daar bevinden zich ook de onderwijsinstellingen en ziekenhuizen.
Er wordt nogal eens ongenuanceerd gedacht over krimp. Alleen dit proces van schaalvergroting leidt tot krimp. Vergrijzing en een dalend aantal kinderen per huishouden op zichzelf niet. Het funeste van schaalvergroting en concentratie is dat elders werkgelegenheid en scholing verdwijnt. De jongeren keren meestal niet meer terug naar krimpende gebieden. Schaalvergroting zien we maar op een paar plaatsen. Krimp daarentegen slaat op veel plaatsen toe, niet alleen op het platteland en aan de randen van ons land, zoals Zeeuws Vlaanderen en NoordoostGroningen. We zien het ook in Rotterdam en op termijn zelfs in Den Haag. Ook in Maastricht gaat het inwoner tal dalen: van 130.000 naar 80.000 inwoners, omdat de stad niet kan opboksen tegen de aanzuigende werking van het grotere Luik en Aken. Op zich is minder mensen geen direct probleem, maar wel voor mensen die niet zo erg mobiel zijn, mensen met lagere inkomens en jongeren die nog geen auto hebben en ver weg moeten voor school en werk: doelgroepen die op huisvesting van een woningcorporatie aangewezen zijn.”
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_stad en kapitaal_1_1000px’