24 oktober 2014
3 minuten
Nieuws Volgens Alexandra den Heijer en George Tzovlas (Real Estate & Housing) moet de kwaliteit van universiteitscampussen een essentieel onderdeel zijn van de EU-groeistrategie voor de komende decennia. De auteurs stellen dat de kwaliteit van de Europese universiteiten en hun campussen van cruciaal belang is voor (beleid op het gebied van) onderwijs, research and innovatie. De kwaliteit heeft ook invloed op de mondiale ‘battle for brains’: de wedloop om uitmuntende studenten en onderzoekers.
CESAER
Het boek documenteert de huidige toestand van de Europese campus. Het beschrijft de sterke kanten, maar vooral ook de uitdagingen die meer dan 800 Europese universiteiten voor zich zien. Het boek is geschreven in nauwe samenwerking met netwerken van Europese universiteiten en medewerkers van de Europese Commissie en is op 16 oktober succesvol gelanceerd in Tallinn (Estland) tijdens de jaarlijkse conferentie van CESAER, het netwerk van Europese TU’s.
Oude gebouwen
Den Heijer en Tzovlas voerden een benchmarking uit in alle 28 EU-landen. Ze identificeren één duidelijk kernprobleem in Europa: de relatief oude universiteitsgebouwen functioneren bepaald niet optimaal, zijn niet energie-efficiënt en behoeven daarom nieuwe investeringen. Dit doen veel Europese universiteiten dan ook, maar dit trekt een zware wissel op hun financiële toestand en stabiliteit op langere termijn.
Uniek erfgoed
Aan de andere kant benadrukken de auteurs dat de Europese campus (nog steeds) beschikt over uniek cultureel erfgoed, vaak gesitueerd op aantrekkelijke locaties in historische binnensteden. Deze bijzondere eigenschappen van Europese steden trekken dan ook studenten van over de hele wereld. In een dergelijke omgeving kunnen zij naast hun studie ook waardevolle levenservaring opdoen.
Stress test
Op basis van verzamelde data, best practices en eerder onderzoek, stelt het boek onder meer voor om campus stresstesten uit te voeren, als gereedschap om de kwaliteiten van de campus in beeld te krijgen. Net als bij de stresstesten van banken, moeten hierbij de punten naar voren komen waarop de universiteiten het meest kwetsbaar zijn.
Herkenning
Bij de presentatie in Talin herkenden de aanwezige bestuurders van Europese universiteiten het beeld dat Den Heijer en Tzovlas schetsen. Veel van hen staan op het punt om belangrijke investeringen te doen en zien in het boek een hulpmiddel on hun keuzes te onderbouwen. Ze waren trots om mooie foto’s van het erfgoed dat ze in beheer hebben terug te zien in het boek, maar ook enigszins gegeneerd toe een aantal van hen een foto van een oudbollige collegezaal meenden te herkennen als die van hen.
TU Delft
De TU Delft, waar de auteurs werkzaam zijn, kampt met vergelijkbare uitdagingen en afwegingen als Den Heijer en Tzovlas beschrijven. ‘Ons technische wetenschappelijk onderzoek en onderwijs vraagt om een campus die voldoet aan zeer specifieke eisen met betrekking tot met faciliteiten en voorzieningen en tegelijkertijd een aantrekkelijke werk- en woonomgeving is voor talent uit binnen- en buitenland’, stelt de Delftse CvB-voorzitter Dirk Jan van den Berg.
Op de Delftse campus dateren veel gebouwen uit de jaren 60 en 70; gebouwen met verminderde functionaliteit, energieprestatie en aantrekkingskracht op talent. De universiteit is daarom een grootschalige herontwikkeling gestart van het gehele universiteitsterrein en alle aanwezige gebouwen. Daarin ligt een campusvisie ten gronde die gericht is op state-of-the-art gebouwen, met oog voor traditie, optimaal gebruik voor verschillende functies (Living Campus) en ruimte voor samenwerking, kennisvalorisatie, groei en vernieuwing.
Cover: ‘2014.10.24_Kwaliteit universiteitscampussen cruciaal voor Europa_660px’