Casus Het Land van Cuijk is misschien niet het eerste gebied dat je met thema’s als ‘hittestress’ zou associëren. Des te verrassender daarom dat regionale ‘klimaatbestendigheid’ hier zo voortvarend wordt opgepakt, in een ambitieuze samenwerking tussen vijf gemeenten, het waterschap en de provincie. Projectleider Arthur Hofstad licht toe wat er bereikt is en waar in 2015 verder aan wordt gewerkt. Ook het Rijk volgt het project inmiddels met belangstelling.
Van groene daken naar groene regio
In anderhalf jaar tijd kan er veel gebeuren. Eind 2013 zetten de vijf gemeenten Cuijk, Boxmeer, Grave, Mill & Sint Hubert en Sint Anthonis in op een gezamenlijke strategie om hun dagelijkse leefomgeving te vergroenen. Waterschap Aa en Maas en de provincie Noord-Brabant sloten aan, zo reconstrueert Hofstad (projectleider namens Omgevingsdienst Brabant Noord): ‘Tijdens de Floriade in Venlo had het Land van Cuijk (ten zuiden van Nijmegen, red.) een eigen paviljoen. Daar was al aandacht voor groene gevels en groene daken. Bij de gemeenten ontstond vervolgens belangstelling om een gezamenlijk stimuleringsproject op dit terrein te ontwikkelen, zowel gericht op de gemeenten zelf als op bewoners. Net als met zonnepanelen is dit een thema dat lange adem vraagt, je moet daar niet direct grote positieve effecten van verwachten. Deze worden beetje bij beetje zichtbaar in de omgeving. Maar het heeft er wel toe geleid dat al vrij snel het idee ontstond om het initiatief door te zetten en te verbreden. Bestuurders werden enthousiast en durfden door te pakken.’
Kwetsbare groepen
Begin 2014 werd tijdens een zogenaamd Klimaatatelier besloten om de klimaatbestendigheid van de regio als centraal thema op te pakken. Hofstad hierover: ‘Denk daarbij aan thema’s als omgaan met overvloedig regenwater, maar ook verdroging en hitte. Allemaal zaken die tot “klimaatstress” kunnen leiden, ook in dit gebied. Bij hitte zou je bijvoorbeeld in eerste instantie vooral aan grote steden denken, maar ook in de kernen in onze regio is hier sprake van. En omdat je daar op die plekken soms ook kwetsbare groepen huisvest – zoals ouderen – is het zeer relevant om hiernaar te kijken.’ Besloten werd om pragmatisch te werk te gaan en allereerst de regio in kaart te brengen – letterlijk. ‘Met behulp van data die beschikbaar waren bij de gemeenten en het waterschap hebben we gedetailleerde stresstesten uit kunnen voeren en vervolgens in kaartbeelden gevangen. Met die klimaatkwetsbaarhedenkaarten in de hand (voor water, droogte en hitte, red.) kunnen vervolgens creatieve oplossingen worden bedacht.’
Foto: Ellis van Eijden
‘Land van Cuijk wordt klimaatbestendig - Afbeelding 1’
Kansen zien
De oplossingen zijn gebundeld in een klimaatkansenkaart, aldus Hofstad. ‘Het gaat om allerlei mogelijke maatregelen, van groen/blauwe klimaatlinten (versterken en verbinden bosgebieden en waterstructuren, red.) via agrarische innovaties tot en met nieuwe landgoederen. We proberen meerdere vliegen in één klap te staan. Minder verharding zorgt voor een betere leefomgeving, bewoners vinden dat prettig. Maar het zorgt een schaalniveau hoger er ook voor dat het Land van Cuijk interessanter wordt als recreatiehub; als recreatief uitloopgebied voor de naburige steden.’ Het denken in kansen is essentieel om het project ook voor de eigen bestuurders interessant te maken, zo legt Hofstad uit. ‘Klimaatbestendigheid is geen wettelijke taak. Nog niet althans. Hoe zorg je er dan voor dat het toch gaat leven? We hebben het belang voor de aantrekkelijkheid van een groene, recreatieve en toeristische regio centraal geplaatst en dat is heel goed opgepakt. Via een intentieverklaring hebben de partners bestuurlijke rugdekking gegeven.’ Daarnaast wordt het project aangejaagd via de kant van de bewoners: ‘Dit voorjaar hebben we bijvoorbeeld een tuinvergroeningsactie, waarbij we bewoners prikkelen hun tegels te vervangen door groen. Dat meersporenbeleid is zeker een meerwaarde.’
Foto: Steenstraat Zuid art-impression, gemeente Boxmeer
‘Land van Cuijk wordt klimaatbestendig - Afbeelding 2’
Successen vieren
Dat het bewustzijn en enthousiasme groeien, merkte Hofstad onlangs bij een symposium waarop de acties voor 2015 werden besproken. ‘Dat was vergelijkbaar met het Klimaatatelier van 2014: we bevonden ons weer even midden in de zandloper. Onze gemeenten waren aanwezig, maar ook veel belangstellenden van buiten. Het is goed om de successen ook samen te vieren, hebben we ervaren. We merkten dat er zelfs in de pauzes volop werd doorgediscussieerd, dat is een goed teken.’ Dat er inmiddels concrete resultaten zijn te melden, draagt ook bij aan de verdere bewustwording: ‘In Boxmeer wordt een plan ontwikkeld – Steenstraat Zuid – dat aanvankelijk niet op water, hitte en droogte was getoetst. Dat is rechtgezet en inmiddels zijn er zelfs twee klimaatbestendige varianten ontwikkeld. Er is een wadi voorzien, veel meer groen en veel minder verhard oppervlak.’ Een stuk erkenning is inmiddels gevolgd uit de aanwijzing door het Ministerie van I&M als ‘landelijk impactproject’ in het kader van het programma Ruimtelijke Adaptatie. Hofstad hierover: ‘Het geeft ons in 2015 de kans om het project verder te brengen, door onder meer extra klimaatkansenkaarten te maken. Deze vervaardigen we per kern – voor Cuijk is er bijvoorbeeld al een beschikbaar – en ze laten zien welke ingrepen in wat voor soort gebieden mogelijk zijn. Technieken die vaak al elders gebruikt zijn en daarmee beproefd en morgen inpasbaar.’
Foto: Steenstraat Zuid art-impression, gemeente Boxmeer
‘Land van Cuijk wordt klimaatbestendig - Afbeelding 3’
Vaart erin houden
Het goed faciliteren en begeleiden van de gemeenten blijft een belangrijk aandachtspunt, zo sluit Arthur Hofstad af: ‘Bij gemeenten hebben veel disciplines met klimaatbestendigheid te maken: water, groen, openbare ruimte, ruimtelijke ordening. Mensen zitten op verschillende niveaus van kennis. Ook tussen de gemeenten onderling zijn er verschillen. Door bijvoorbeeld samen op excursie te gaan naar Rotterdam – het Climate Initiative – brengen we mensen bij elkaar, in één richting. En we laten ze zien dat je als gemeente heus niet altijd het wiel zelf hoeft uit te vinden.’ In Rotterdam werd bijvoorbeeld ook geleerd dat er ‘schop in de grond’-projecten nodig zijn om de vaart erin te houden. ‘Bestuurlijk zijn er trekkers nodig, maar voorbeeldprojecten net zo goed. Een schoolplein dat wordt heringericht, een pand dat wordt vergroend, wegen die worden aangepakt. Dan wordt klimaatbestendigheid zichtbaar en tastbaar. Daarom gaan we actief op zoek naar waar de energie aanwezig is, om daarop aan te haken. Onze rol in dit project en volgende projecten zou je in dat verband als “klimaatmakelaars” kunnen betitelen: verbinden en aanjagen, om het realiseren mogelijk te maken.’
Foto bovenaan: Klimaatkansenkaart, Ingrid Langenhoff, Voor Elkaar Krijgen
Steun van het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie
Het project ‘Klimaatbestendig Land van Cuijk’ is aangewezen als landelijk impactproject door het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Dit programma zet in op het minder kwetsbaar maken van bebouwd gebied voor extreme weersomstandigheden. Ook wordt geprobeerd mogelijke schade bij overstromingen te beperken. Dat vereist een verandering in denken en doen: klimaatbestendig en waterrobuust inrichten moet in Nederland een vanzelfsprekend onderdeel bij ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Impactprojecten zijn gebiedsgerichte projecten die wezenlijk bijdragen aan die verandering in denken en doen. Er gaat voorbeeldwerking vanuit, er kan van geleerd worden.
Zie ook:
Cover: ‘2015.04.02_Land van Cuijk_660’