Windmolen

Lange echo’s in de tijd: hoe energie onze ruimte vormt

12 september 2017

5 minuten

Verslag De energietransitie grijpt stevig in op ons landschap. Met langdurige consequenties, zo leren eerdere energielandschappen ons. Dat vraagt om verbeeldingskracht. Hoe kunnen we met de energietransitie nieuwe perspectieven schetsen voor transformaties in stad en regio? Op 26 juni organiseerde RUIMTEVOLK de eerste van drie praktijkbijeenkomsten over energie en ruimte voor het IPO. Een dag lang stond de energieopgave centraal, maar ook hoe je met die opgave nieuwe toekomsten kunt verbeelden.

Met de energietransitie gaat het nog niet snel, zegt Tjisse Stelpstra, gedeputeerde van de Provincie Drenthe, wanneer hij de dag opent. En dat is een understatement, zegt hij er voor de zekerheid maar bij. Om de transitie te versnellen en te laten slagen is de samenleving dan ook hard nodig. Maar, zo zegt Stelpstra, er is ook enige druk van boven nodig om het van beneden op te laten komen. Daarbij moet ook het gesprek worden gevoerd over de betekenis van het landschap. Immers, de energietransitie grijpt stevig in op dat landschap. Stelstra: ‘Het hoeft niet lelijk te worden, zoals vaak de vrees is. We kunnen het ook mooi maken. Maar dat betekent wel dat we met een open blik moeten kijken en na moeten denken over het veranderende landschap.’

Ruimtelijke impact

Hoe groot de impact van de energieopgave op het landschap eigenlijk is, wordt al snel duidelijk in het verhaal van Boris Hocks, ontwerper en partner bij Posad. Er wordt vaak in abstracte termen gesproken over de opgave en de oplossingen, zonder daarbij inzichtelijk te maken welke ruimtelijke consequenties die met zich meedragen. Energielandschappen hebben echter lange echo’s in de tijd. De veenkoloniën, de mijnen, ze hebben het landschap voor lange tijd bepaald. Om nog maar te zwijgen van de bruinkoolmijnen in Duitsland. Hele dorpen verdwijnen er van de aardbodem, een dystopisch landschap achterlatend.

De ruimtelijke impact van de energietransitie zichtbaar maken, is dan ook een belangrijke eerste stap. De vraag of we de landschappen die dit oplevert wel willen, is een essentiële vervolgvraag, stelt Hocks. Maar daarmee dringt zich gelijk ook een andere vraag op: kunnen we met de structuur die we maken voor die nieuwe energie juist ook kwaliteit toevoegen aan het landschap? Met de energieopgave komt er een nieuw element bij in de ruimtelijke ordening waar we in al onze plannen rekening mee moeten gaan houden.

Daarbij kan niet alleen worden gekeken naar de lokale schaal. ‘Regionaal energieneutraal worden is de kunst niet,’ zegt Hocks. ‘We moeten met z’n allen energieneutraal worden.’ Niet alleen het dorp, ook de grootschalige industriële locaties. Om dat voor elkaar te krijgen, moet ook op een hoger schaalniveau naar oplossingen worden gezocht. Daar zit ook een ontwerpopgave. Bij het inpolderen en de ruilverkaveling werd versnipperd landschap omgezet in een grootschalig productielandschap, maar wel met oog voor kwaliteit. We moeten opnieuw nadenken over de inrichting van ons landschap, stelt Hocks. Kunnen we nieuwe, waardevolle landschappen creëren met energielandschappen? Hij constateert daarbij ook een angst voor het schetsen van vergaande beelden. Toch zijn ze volgens hem nodig. ‘Het wordt misschien niet zoals in die vergezichten, maar we moeten wel in die richting denken.’

Opgaven verbinden

Reken je bij het aanpakken van de energieopgave echter niet teveel rijk met technieken die nog moeten worden uitgevonden, waarschuwen zowel Hocks als landschapsarchitect Yttje Feddes. We zullen de opgave te lijf moeten gaan met de technieken van vandaag. Feddes ziet daarin ook een grote architectonische en stedenbouwkundige opgave. ‘Denk alleen al aan de duizelingwekkende omvang van de isolatieopgave, die naar 225.000 woningen per jaar zou moeten.’ Want energie besparen is essentieel om de transitie waar te kunnen maken. Feddes maakte een matrix waarin ze al plaatsvindende ingrepen in verschillende sectoren zette en vervolgens zocht naar de verbanden daartussen. Kun je meervoudige ingrepen realiseren, bijvoorbeeld door het infrastructurele netwerk te benutten voor zonneroutes? Juist in het verbinden van opgaven liggen kansen, zowel voor het versnellen van de transitie als voor de kwalitatieve inbedding van de ingrepen in het landschap, stelt Feddes.

Feddes en Hocks merken ook beiden op dat het gezicht van het te vormen landschap in grote mate wordt bepaald door de partijen met wie de energietransitie wordt vormgegeven. Doe je dit vooral met burgers, dan komen de ingrepen ergens anders in de ruimte terecht dan wanneer je vooral aan de slag gaat met het bedrijfsleven of de landbouw. De vraag met wie je de transitie gaat uitvoeren moet dan ook heel erg aan het begin van het proces zitten.

Versnellen en verbeelden

Daarvoor is echter ook draagvlak nodig in de samenleving, en een gedeeld gevoel van urgentie. Het is daarbij van belang om de toekomst voor te stellen, stelt Peter Pelzer. Hij organiseerde met de Urban Futures Studio mede de Post Fossil City-contest, waarbij ontwerpers, kunstenaars, denkers werden uitgedaagd om de stad voorbij het fossiele tijdperk te verbeelden. ‘Het voorstelbaar maken van toekomsten is van groot belang,’ zegt Pelzer. ‘We denken bij klimaat nu nog te vaak aan de ijsbeer op de ijsschots, maar dat is een beeld van ver weg. Klimaat raakt ons allemaal, dichtbij, dat moeten we inzichtelijk maken.’ Hij schetst als voorbeeld Futurama, de tentoonstelling die in 1939 op de Wereldtentoonstelling in New York werd getoond over Amerika in 1960. Het was in veel opzichten een prelude voor het fossiele tijdperk. Bij het verlaten van de tentoonstelling kregen de (miljoenen) bezoekers een button met daarop de tekst ‘I have seen the future’. Het is tijd om nu opnieuw een toekomst te laten zien. Maar dan een voorbij dat fossiele tijdperk.

Met deze boodschappen in het achterhoofd gingen de deelnemers in de middag aan de slag met de casus IJsselmeergebied. Hoe kun je alle informatie uit de ochtend concreet maken en wat is de rol van de provincies bij de energietransitie? Uit deze werksessie en de inleidende verhalen werden in ieder geval twee essentiële opgaven duidelijk: om de klimaatdoelen te kunnen halen moeten we versnellen, en om te versnellen moeten we verbeelden. Nieuwe toekomsten en nieuwe landschappen.


Cover: ‘Windmolen’


Kris Oosting 2020

Door Kris Oosting

Freelance tekstschrijver en redacteur


Meest recent

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024