Opinie Er zijn steeds meer apps die risico’s van klimaatverandering in beeld brengen. Hoewel columnist Ellen van Bueren de aandacht voor dit probleem verwelkomt, waarschuwt ze voor al te gemakkelijk gebruik van data. “Je kunt je voorstellen dat zo’n app al snel een eigen leven gaat leiden, met alle gevolgen voor de woningmarkt van dien.”
NOS op3, de nieuwssite die het onder jongeren heel goed doet, had een scoop. Op 21 februari, de dag dat de grote banken gezamenlijk een noodoproep deden om meer aandacht voor het effect van klimaatverandering op de woningmarkt, lanceerde NOS op3 de app Stresstest voor je adres. Op de openingspagina staat: “Er is op 'huisniveau' nog weinig informatie beschikbaar over klimaatrisico's. Wel zijn er gegevens over de mogelijke risico's per wijk. NOS op 3 heeft op basis van openbare informatie een klimaatstresstest voor je buurt ontworpen.”
Het werkt simpel: vul je postcode in en met een druk op knop verschijnen de risico’s tot 2050 op de woningen in dit postcodegebied. Op een schuif van laag tot hoog wordt aangegeven welk risico je loopt op overstroming, natuurbranden, hitte-eiland, paalrot en verzakking. Ook staat de gemiddelde WOZ-waarde van je postcodegebied aangegeven.
Interessant is natuurlijk dat iedere woningzoekende dit kan invullen. Hoewel er in de disclaimer staat dat de app een indicatie van de risico’s voor jouw buurt geeft, kun je je voorstellen dat zo’n app al snel een eigen leven gaat leiden, met alle gevolgen voor de woningmarkt van dien, met huizen die door deze app, ook in de afwezigheid van een overstroming, zomaar financieel ‘onder water’ kunnen komen te staan.
Geen idee of het zover gaat komen. Wel laat dit voorbeeld zien dat de digitaliteit van data iets met ons doet. Zeker in een tijd waarin de wereld steeds complexer wordt, biedt de eenduidigheid van een cijfer of orde van grootte, hoe indicatief ook, troost. Hoewel de meeste mensen op de klompen aanvoelen dat er vele mitsen en maren aan zo’n cijfer of indicatie kleven, biedt het de houvast waar we ons maar al te graag aan vastklampen. We snakken zelfs zo sterk naar een eenduidig handelingsperspectief dat ook app bouwers en toeleveranciers van (bewerkte) data graag tegemoet willen komen aan de informatiebehoefte in de samenleving. Ook beleidsmakers omarmen zulke apps maar al te graag, het geeft ook hen richting.
Op het moment dat versimpelde data ondanks de grote onzekerheids- en onnauwkeurigheidsmarges direct aan adressen en woningwaarde wordt gekoppeld is het tijd om achter de oren te krabben. In een gesprek dat ik ooit had met een datawetenschapper over de ethiek van het publiceren van een indicatief cijfer op kavelniveau gaf zij stellig aan: ‘één cijfer is beter dan geen cijfer’. En het achter de hand houden van data achtte zij ook niet ethisch verantwoord.
Nu heb ik tijdens mijn studie geleerd dat data nog geen informatie is en informatie nog geen kennis. In het verwerken van data naar informatie en van informatie naar kennis worden keuzes gemaakt. Wie maakt welke keuzes in de verwerking en presentatie van data, en waarom? Dat zijn belangrijke vragen om te blijven stellen, zeker nu door AI de antwoorden hierop moeilijker te vinden zullen zijn. Helaas zullen mensen die zijn gebaat bij de uitkomst van dit soort apps geen prikkel hebben om de vragen te blijven stellen. Sterker nog, ze hebben geen tijd want ze zijn al aan het verhuizen.
Cover: ‘Ellen van Bueren Column Cover’ (bron: Esther Dijkstra)