Kasbank openingsbeeld mag dit weg

Leidraad voor herbestemmen van erfgoed

6 augustus 2020

5 minuten

Recensie Erfgoed is niet zelden drager van een gebiedsontwikkeling, want historische gebouwen geven een nieuwe wijk direct een identiteit. Maar auteur Karianne Vandenbroucke miste een ‘transformatietaal’ voor herbestemming. Mag dit weg – methodiek voor herbestemming vult die lacune en is volgens recensent Hilde Remøy een aanrader voor iedere architect en (gebieds)ontwikkelaar.

De manier waarop wij omgaan met erfgoed is de afgelopen decennia sterk veranderd. Erfgoed was lange tijd voornamelijk het werkterrein van de restauratiepraktijk. Die stond ver af van de naoorlogse bouw- en ontwikkelpraktijk waar voornamelijk sloop en nieuwbouw de opgave definieerde. Pas in de jaren zeventig en tachtig begon de toenadering tussen de twee disciplines en eind jaren negentig werd de herbestemmingsopgave een van de grote aanjagers van integratie tussen de twee.

Inmiddels wordt een generatie architecten en ontwikkelaars opgeleid die niet anders kent dan een praktijk waar bestaand vastgoed en erfgoed een deel van de opgave is. En toch worden herbestemming en transformatie nog steeds gezien als een opgave die ingewikkelder is dan nieuwbouw. Bovendien mist een gezamenlijke ‘transformatietaal’, of methodiek. Karianne Vandenbroucke doet een poging in haar boek Mag dit weg – methodiek voor herbestemming om een brug te slaan tussen de erfgoedwereld en de nieuwbouwwereld. Is zij daarin geslaagd?

Kunst van het herbestemmen

In vijf hoofdstukken worden alle relevante facetten van het herbestemmen beschreven en uitgelegd, ook veelvuldig gebruikmakend van casussen die de verschillende vraagstukken goed illustreren. In hoofdstuk 1 wordt de opgave uitgelegd. De erfgoedarchitect en ontwikkelaar moeten de opgave duidelijk definiëren en het gebouw en het verhaal achter het erfgoed goed kunnen duiden. Soms is het verhaal van het gebouw nauwelijks leesbaar, maar kan een betekenisvolle herbestemming dit verhaal weer naar boven brengen. Een goed bijvoorbeeld is ‘De Hallen’ in Amsterdam, de voormalige tramremise stond jarenlang leeg, was verloederd en een doorn in het oog van buurtbewoners. Een ander treffend voorbeeld is het Justus van Effenblok in Rotterdam. In dit wooncomplex waren de erfgoedwaarden niet meer leesbaar door de vele renovaties die door de jaren heen waren uitgevoerd, zonder aandacht voor de architectonische waarden van het wooncomplex.

De kunst van het herbestemmen is om erfgoedwaarden en nieuwe functies elkaar te laten versterken. Maar welke afwegingen en keuzes zorgen ervoor dat dit lukt? In hoofdstuk 2 licht Vandenbroucke toe welke erfgoedwaarden van een gebouw van belang zijn: historische waarde en gebruikshistorie, architectuurhistorische waarde, bouwhistorische waarde, ensemble- en stedenbouwkundige waarden, gaafheid, en zeldzaamheid. Vervolgens worden handvatten gegeven om de kernwaarden te bepalen, een methode gepresenteerd om sterkten en zwaktes te identificeren en hoe sterktes ingezet kunnen worden om de identiteit van het bestaande gebouw te versterken. Dit hoofdstuk wordt afgerond met een stapsgewijze uitleg over de vraag hoe een bouwhistorische quickscan opgesteld kan worden. Volgens Vandenbroucke zijn zes thema’s daarbij van belang:  wettelijke context, kaartmateriaal, bouwarchief, beeldmateriaal, gebouw, en cultuurhistorische context.

Postkantoor neude 1

‘Postkantoor neude 1’


Postkantoor Neude, Kees Hummel - Rijnboutt'

Erfgoed trekker gebiedsontwikkeling

Hoofdstuk 3 focust op het ontwerp, het analyseren van de nieuwe functie en het opstellen van een ontwerpvisie. Wat kan zo’n ontwerpvisie betekenen voor het gebouw en zijn omgeving? Het hoofdstuk beschrijft verder hoe vanuit de analyse van een nieuwe functie en een ontwerpvisie een goed en passend ontwerp voor het gebouw gemaakt kan worden. Met een passend ontwerp wordt een ontwerp bedoeld dat rekening houdt met de bestaande architectonische en historische kwaliteiten van het gebouw en deze versterkt, en waarin knelpunten voor het inpassen van verschillende functies worden opgelost. Vervolgens wordt uitgezoomd en wordt de functie in relatie tot gebouw en omgeving bekeken. Dit gebeurt voordat uiteindelijk herbestemming op gebiedsniveau aan de orde is, en het ontwerp een rol krijgt in de stedenbouwkundige context en uiteindelijk als mogelijke trekker voor een gebiedsontwikkeling.

Ontwikkelopgave van de toekomst

In hoofdstuk 4 gaat Vandenbroucke terug naar wat door velen wordt gezien als de essentie van herbestemming van erfgoed, de restauratievisie. De restauratievisie gaat over aanpassingen aan het bestaande gebouw, hoe verschillende soorten schades kunnen worden gerestaureerd, en over de principes voor verschillende ingrepen. De drie categorieën waar de restauratievisie over gaat en waar principes voor ontwikkeld worden, is schade herstellen, grote en kleine ingrepen om de nieuwe bestemming mogelijk te maken, en duurzaamheidsmaatregelen. Het type schade waar het om gaat, kan zowel technische als mechanische en ook esthetische schade zijn. Het hoofdstuk eindigt met een stroomschema met een handelingsperspectief voor het omgaan met de verschillende soorten schade.

Het laatste hoofdstuk beschrijft het vergunningstraject, door velen ervaren als een labyrint. Veel wetgeving is de laatste jaren gewijzigd, en er is veel jong en industrieel erfgoed bijgekomen waarvoor nog geen goede handvatten voor evaluatie bestaan. Het gebouw moet voldoen aan eisen aan bruikbaarheid, veiligheid en duurzaamheid, maar de erfgoedwaarden moeten ook behouden blijven, en de eisen conflicteren soms.

Als de Omgevingswet in 2022 in werking treedt, komt er meer ruimte voor ontwikkeling van bestaande gebouwen. Markt en overheid moeten dan ook meer samenwerken, in plaats van dat de overheid puur een toetsende rol heeft. Een kwalitatieve toets zal deel uitmaken van de evaluatie. Het project wordt dan beoordeeld op de mate waarin het bijdraagt aan de maatschappelijke doelen en ambities van de overheid zoals vastgelegd in de omgevingsvisie. Hierdoor zullen bestaand vastgoed en erfgoed nog nadrukkelijker deel uitmaken van de ontwerp- en ontwikkelopgave van de toekomst.

Handvatten voor herbestemmen erfgoed

Het boek Mag dit weg – methodiek voor herbestemming geeft goede handvatten voor architecten, ontwikkelaars, initiatiefnemers en anderen die geïnteresseerd zijn in het herbestemmen van bestaand vastgoed en erfgoed. Het beschrijft stapsgewijs hoe het gebouw te benaderen, beschrijven, evalueren, hoe een nieuw ontwerp te ontwikkelen, en hoe dit samen te brengen tot een herbestemming binnen alle kaders en wetgeving. Door gebruik van veel voorbeelden wordt het verhaal duidelijk overgebracht, zeker ook aan architecten en ontwikkelaars die niet dagelijks in aanraking komen met de erfgoedpraktijk. Het boek is een mooie toevoeging op eerder uitgegeven boeken over de praktijk van het herbestemmen en een aanrader voor elke (gebieds)ontwikkelaar en architect.


Cover: Kasbank Amsterdam, Kees Hummel - Rijnboutt’

Het boek ‘Mag dit weg – methodiek voor herbestemming’ van Karianne Vandenbroucke verscheen bij uitgeverij NAi en is hier te bestellen.


Cover: ‘Kasbank openingsbeeld mag dit weg’


Portret - Hilde Remøy

Door Hilde Remøy

Assistant Professor at Delft University of Technology


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024