2014.05.27_Leren van de NRP Gulden Feniks 2014_660

Leren van de NRP Gulden Feniks 2014

26 mei 2014

5 minuten

Nieuws De NRP Gulden Feniks levert jaarlijkse vele gevarieerde inzendingen op, die inspiratie kunnen bieden voor nieuwe renovatie- en transformatieprojecten. Vandaar dat het NRP de inzendingen aan een analyse onderwerpt. Een eerste indruk van enkele innovatieve ideeën.

Wanneer gekeken wordt naar de verschillende inzendingen bij transformatie en renovatie valt op dat meerdere keren terugkomt dat opdrachtgevers het behoud van karakteristieke gebouwen belangrijk vinden. Blijkbaar is bij de partijen die betrokken zijn bij een functiewijziging, of wanneer een gebruiker voor de keuze komt te staan voor renovatie of verhuizing, de bewustwording van de leegstandsproblematiek in Nederland groeiende. Nieuwbouw lijkt “ouderwets” en komt blijkbaar overeen met de ogen sluiten voor de voorraad gebouwen die al in Nederland aanwezig is.

Flexibele gebiedstransformatie

De tien inzendingen voor gebiedstransformatie lopen zeer uiteen. De rode draad is dat er geen rode draad is; in Nederland wordt op alle niveaus gewerkt aan de transformatie van gebieden. De initiatiefnemers lopen uiteen van gemeentes tot familiebedrijven en woningcorporaties die elk met het eigen netwerk en de eigen middelen proberen een stukje Nederland opnieuw in te richten. Bij de transformatie van industriepark De Kleefse Waard is een innovatieve aanpak toegepast. Door het eindresultaat niet vast te leggen maar de ontwikkeling van het park organisch te laten plaatsvinden is het mogelijk om de plannen op elk moment aan te passen. Na het realiseren van een infrastructurele basis is onbekend welke gebouwen zullen worden getransformeerd; dit is afhankelijk van de vraag van de markt en de beschikbare middelen. De vrijheid die deze aanpak biedt betekent dat het mogelijk is om te reageren op de bewegingen in de markt en dat “even rustig aan doen” geen probleem hoeft te zijn.

Innovatie in transformatie

Binnen de transformatie is een duidelijke tweedeling te herkennen. Enerzijds zijn er de meer toevallige projecten waar de zoektocht naar een nieuw gebouw eindigde bij een leegstaand gebouw op de gewenste locatie. Bij deze projecten ligt de focus niet zo zeer op de transformatie maar is dit meer het gevolg van het vinden van een leegstaand gebouw dat aan de eisen en wensen voldoet. Hier wordt vaak vanwege financiële drijfveren voor transformatie gekozen. Anderzijds zijn er projecten waar transformatie het doel is. Hier wordt voor een bijzonder gebouw een bijzondere functie gezocht; of andersom, voor een bijzondere functie als woonzorgcentrum of ontwerpstudio is de opdrachtgever op zoek naar een passend en karakteristiek gebouw. Dit zijn ook de projecten waar vaak monumenten worden getransformeerd. De extra moeite en energie die het kost om voor een monumentaal een passend ontwerp te maken wordt graag geïnvesteerd omdat de opdrachtgevende partij overtuigd is van de meerwaarde.
Een monumentenstatus dwingt soms tot innovatief denken. Bij het GAK-gebouw in Amsterdam was sloop en nieuwbouw geen optie door de status van gemeentelijk monument. De 36.000m2 was echter met geen functie in te vullen. Door de transformatie in delen aan te pakken is het toch mogelijk geweest om het gebouw een nieuwe functie te geven. Het vertrouwen in de partijen onderling om de gemeenschappelijke delen ook voor het nog onbehandelde gedeelte te ontwikkelen geeft de positieve verhoudingen tijdens het proces goed weer.
Een ander voorbeeld is het rijksmonumentale ensemble op de internationale school in Eindhoven. Dit ensemble moest bewaard blijven, wat heeft geresulteerd in een ondergrondse uitbreiding. Zo is het mogelijk geweest om een groter vloeroppervlak te realiseren zonder het ensemble te verstoren.

Energiezuinige renovaties

Bij de renovatieprojecten valt op dat een groot gedeelte van de inzendingen de renovatie van sociale huurwoningen betreft. In Nederland zijn ongeveer drie miljoen sociale huurwoningen die energetisch gezien ondermaats presteren; een gigantische opgave voor de woningbouwcorporaties. Door bij een grootschalige renovatie in te zetten op de energetische verbetering wordt voor de bewoner bij vergelijkbaar gebruik een lagere energierekening gerealiseerd, wat de huurverhoging vaak opheft. Er zijn meerdere inzendingen die als voorbeeld kunnen dienen voor deze problematiek.
De overige projecten zijn uiteenlopend en laten zien dat, wanneer het huidige gebouw niet meer aan de eisen van de gebruiker voldoet, er uiteenlopene manieren zijn om deze aan te pakken. Met een focus op duurzaamheid is voor vrijwel alle functies een energetisch gezien top-presterend gebouw te realiseren. m Twee voorbeelden waar energiezuinigheid de kern van het ontwerp waren zijn de Poorters van Montfoort (een woningbouwproject) en het Gemeentehuis van Brummen. Bij beide projecten was het uitgangspunt om een zo goed mogelijke energieprestatie te realiseren. In Montfoort heeft dit geresulteerd in de toepassing van het Active House principe en A++ energielabels. In Brummen is de levensduur van een monument uit 1890 met minstens twintig jaar verlengd met optimale energetische prestaties. Deze twee projecten laten zien dat ook met de energetische prestaties als uitgangspunt een uitstekende renovatie te realiseren is.

Een LEAN bouwproces Bij verschillende projecten is het bouwproces LEAN ingericht. Dit betekent dat er een focus is op een efficiënt en gezamenlijk proces. Alle betrokken partijen in de bouw zijn voor in het proces bij elkaar gekomen om samen de planning te maken. Er ligt een focus op leveren wanneer nodig en het verminderen van verspilling, faalkosten en meerwerk. Dit principe is toegepast bij meerdere renovatieprojecten van woonwijken door woningbouwcorporaties. Zowel in Krimpen aan den IJssel, Kerkrade als in Nijmegen was de conclusie van de corporaties dat de renovatie door het zo ingerichte bouwproces volgens planning en binnen budget verliep. Zo lang de communicatie naar alle betrokken partijen duidelijk bleef was het mogelijk om ook nieuwe projecten in deze aanpak te betrekken; een groot succes! Ook bij transformatieprojecten heeft deze procesinrichting effect; zo is het gebruikt bij het Wonen Limburg Huis en werd daar het complexe proces hierdoor beheersbaar en is de transformatie van de Kraaipanschool in Amsterdam in 119 dagen gerealiseerd (terwijl de planning 175 dagen was).

Contrast werkt

Bij de renovatie of transformatie van monumentale of karakteristieke gebouwen wordt niet altijd gekozen om de oude stijl van het gebouw te volgen. Ook bij monumenten valt de keuze soms op een contrasterende uitbreiding of aanpassing. Bij de inzendingen van de NRP Gulden Feniks valt op dat contrast versterkend kan werken. Wanneer men zonder angst om het gebouw geweld aan te doen en met de overtuiging werkt dat een moderne ingreep een toevoeging is voor het gebouw kan het resultaat bevredigend zijn. Voorbeelden zijn de nieuwe indeling van Splendor in Amsterdam, of de gewaagde uitbreiding van de Fundatie in Zwolle.

De NRP Gulden Feniks 2014 wordt uitgereikt op 4 juni op de PROVADA

Zie ook:


Cover: ‘2014.05.27_Leren van de NRP Gulden Feniks 2014_660’


Door Maarten van der Staak

Afgestudeerd bouwkundige aan de Technische Universiteit Eindhoven (Real estate)


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024