Nieuws De huidige gebiedsontwikkelingspraktijk staat bol van experimenten en andere pogingen om vastgelopen projecten nieuw leven in te blazen. Partijen die snel hun verlies kunnen nemen en van gebaande paden af durven te wijken staan er relatief goed voor, maar grote successen worden niet geboekt. Echt vakmanschap zit verscholen achter projecten waar nog volop wordt gebouwd. Projecten waar vernieuwing en verandering zelden voor verlamming zorgen. Projecten zoals Hamburg HafenCity. Het geheim? Leren.
Het afgelopen jaar was Hamburg HafenCity, naar verluid het grootste binnenstedelijke gebiedsontwikkelingsproject van Europa, vaak negatief in het nieuws. Het meest prestigieuze gebouw dat in het gebied wordt ontwikkeld blijkt tien maal zoveel te kosten als gepland. Het Elbphilharmoniegebouw bezorgt de Hamburgse senaat dan ook al jaren slapeloze nachten. Maar terwijl verantwoordelijke bestuurders op het matje worden geroepen gaat de ontwikkeling van HafenCity gestaag door. Onlangs is gestart met de realisatie van het derde en laatste deel van het masterplan. De directeur van de verantwoordelijke ontwikkelingsmaatschappij weet inmiddels hoe met de onzekerheden en dynamiek rondom het project moet worden omgegaan: “Stedelijke ontwikkeling, zeker in het geval van zulke grote projecten, moet worden georganiseerd als een evolutionair leerproces” (European Learning Cities Platform, 2012, p. 37).
Zowel in de bedrijfs- als bestuurskunde wordt al decennialang onderzoek gedaan naar de manier waarop in complexe omgevingen sturing wordt gegeven aan grote projecten en organisaties. Charles Lindblom was in 1959 een van de eersten die aantoonde dat beleids- en strategievorming in professionele organisaties geen geordend en beheerst proces is, maar veel vaker een chaotisch proces van muddling through. Sindsdien is in de genoemde disciplines expliciet aandacht geschonken aan zowel de vorming als aan de implementatie van (beleids)plannen en hoe men ondanks het gemodder toch tot resultaten weet te komen. Leerprocessen blijken daarin een cruciale rol te spelen (Cyert & March, 1963).
Kennis over leren en lerende organisaties vindt zijn weg maar mondjesmaat naar het ruimtelijke domein, maar de laatste jaren lijkt de aandacht ervoor hernieuwd. Planologen realiseren zich dat duurzame, veerkrachtige steden niet ontstaan door briljante plannen, maar door processen waarin samen met belanghebbenden wordt geleerd wat in gebieden de gedeelde opgaven zijn (Bertolini, 2011). In gebiedsontwikkeling, waar planning en realisatie bij uitstek moeten worden gekoppeld, raakt de aandacht voor leerprocessen echter al snel bedolven onder de haast sektarische aandacht voor wet- en regelgeving, juridisch-planologische instrumenten en verdienmodellen.
Stedelijke gebiedsontwikkeling is een langlopend proces waarin de inhoud van plannen constant aan verandering onderhevig is. Dit kan komen door verschuivingen in de belangen van betrokken partijen, maar even zo vaak dient een plan zich aan te passen aan de veranderende politieke-, (markt)economische- en sociale context van het project. Het effectief omgaan met deze veranderingen is dan ook een van de belangrijkste vaardigheden die binnen gebiedsontwikkeling nodig zijn; crisis of geen crisis. Ten grondslag aan deze vaardigheid ligt het vermogen om te leren. In dit artikel staan we daarom stil bij het fenomeen leren en gaan we op zoek naar de verschillende vormen van leren binnen een van de meest prominente projecten van Europa.
Cover: ‘2013.11.03_Leren van leren in gebiedsontwikkeling_0_660’