Wat is de impact van het internationale speelveld voor u dagelijks privé/praktijk?
De impact is zeer groot. Ik verblijf al jaren zakelijk en privé gemiddeld 18 dagen per maand buiten Nederland, en dan leer je veel onderwerpen in Nederland relativeren. De Nederlandse manier van polderen blijft uniek, anderzijds zijn grote vernieuwingen en verrassingen nauwelijks aanwezig. Het adagio ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ gaat nog steeds op in Nederland. Verder denken we in Nederland niet meer ver vooruit, maar hoogstens 3-4 jaren. En dat is niet goed voor gebiedsontwikkeling.
Vanuit welke internationale gebiedsontwikkelingen haalt u uw inspiratie en waarom?
Wenen (Seestadt Aspern): sterke rol overheid (zowel conceptioneel als financieel), mobiliteit als belangrijke drager, zeer fraaie openbare ruimtes.
Kopenhagen: meerdere wijken (Orestadt. Nordhavn, Sudhavn): ook sterke rol van de overheid op alle terreinen, mobiliteit en kwaliteit als dragers van gebiedsontwikkeling, interessante gebouwconcepten.
Hamburg (Hafencity): sterke rol van de overheid, fantastische functies voor placemaking (Elb Philarmony), strenge projectleiding.
Welke rol speelt het voor u in de ontwikkelingspraktijk?
Vooral inspiratie voor onderzoek, discussies en presentaties.
Wat is volgens u de grootste uitdaging als het gaat om succesvolle toepassing van internationale voorbeeldprojecten in de Nederlandse praktijk?
De grote verschillen tussen de rol die gemeentelijke overheden in het buitenland spelen in vergelijking met Nederland. In het buitenland worden uitgaven voor gebiedsontwikkelingen vaak als investering voor de stad beschouwd, in Nederland helaas als kosten, die door de ontwikkeling zelf gedragen moeten worden.
Wat is volgens u de toekomst van de Nederlandse ontwikkelingspraktijk in deze internationale context?
Ook in Nederland zijn grote investeringen nodig, om gebiedsontwikkelingen van relevante omvang te realiseren. Juist het mobiliteitsthema vraagt om een andere benadering: investeren in de stad en de regio, niet alleen als kosten, die geheel door de gebiedsontwikkeling zelf betaald moeten worden. Metro, tramlijnen, E-Bike-wegen, enzovoort, vragen om een andere aanpak. Het buitenland laat zien, hoe het ook kan.
De praktijk en kennis van gebiedsontwikkeling is grensoverschrijdend. Daarom stellen we ons tijdens het praktijkcongres 2017 de vraag: Gebiedsontwikkeling, doen ze dat in het buitenland? Hoe gaan overheden en markt elders met de grote opgaven van deze tijd om en wat kunnen we daarvan leren? Best practices, reflecties, praktijkkennis en inspiratie. Dat alles op één dag!
Geïnteresseerd? Klik hier voor meer informatie en mogelijkheden om u in te schrijven.
Cover: ‘woonwijk’