17 februari 2014
6 minuten
Verslag Door het ontslakken ontstaat ruimte binnen de gemeentelijke organisatie om anders te denken en te doen, is de ervaring van de pilotgemeenten. Uitgangspunt is het ‘andersom‐werken’: zoveel mogelijk regels terzijde te schuiven en werkende weg te zien welke barrières eventueel genomen moeten worden. Ontslakken kan zowel bestuurlijk als ambtelijk worden geïnitieerd. Van belang is dat er draagvlak voor de werkwijze is. Bij bestuurlijk initiatief is het belangrijk dat de gemeenteraad hierin meegenomen wordt en achter het initiatief staat. Het ontslakproces moet niet alleen een gemeentelijk project zijn, maar moet samen met de partners in de stad worden aangegaan, vinden de deelnemers. En: ook provincies zouden gebaat zijn bij een ontslakproces. Hieronder een impressie van de kwesties die binnen de pilotgemeenten spelen. Rode draad: de gemeenten leggen meer initiatief bij de markt, dringen de hoeveelheid voorschriften terug, versoepelen procedures en creëren ruimte voor experiment.
Fotografie Manon Verkoren Gemeente Ede
‘Lessen van de Ontslak-pilots: “Is dit beleid of is hier over nagedacht?” - Afbeelding 1’
Initiatief bij de markt
In Ede wordt ontslakken in praktijk gebracht in de kern Wekerom. Drie ontwikkelaars met een bouwclaim krijgen in hoge mate de vrijheid bij het (op kleine schaal) bouwen van woningen. Binnen de wettelijke eisen en enkele financiële afspraken is het aan de ontwikkelaars om te bepalen wanneer en welke soort woningen ze bouwen. “Wij stellen slechts één aanvullende eis: de ontwikkelaars moeten eruit komen samen met de bewoners van Wekerom.” De nieuwe rol van de gemeente is om initiatiefnemers te zoeken en die te faciliteren. “Niet meer alles willen dichtregelen, maar aan de voorkant bepalen wat je wil.” De kwaliteitsvraag maakt het uiteraard spannend. “Hoe ruim moeten de kaders zijn?” In de pilot Wekerom gaat het dus echt om “loslaten en op je handen zitten”. Ontslakken is een mentaliteitsverandering die op het gemeentehuis van Ede “een vliegwieleffect in de organisatie heeft gebracht.” Bij dit “omdenken” is de afdeling RO en Projecten gangmaker, aldus Eleveld. De afdeling zet alles op alles om de huidige 71 beleidsnota´s terug te brengen tot vier.
Ook in Leiden geldt dat het initiatief vooral bij de markt ligt en dat de gemeente faciliteert, onder het motto ‘regelen wat moet en vrijlaten wat kan’. De ontslakkingspilot van Leiden is de Lammenschansdriehoek. Daarvoor is samen met de eigenaren een ontwikkelvisie opgesteld. Geen gedetailleerd stedenbouwkundig plan, maar een faseerbare ontwikkeling met de mogelijkheid tot verruiming van volume en functies, vormgegeven in bouwenveloppen. Dit maakt een herverkaveling vaak noodzakelijk. In dergelijke gezamenlijke opgaven is nog een weg te gaan. De rol van de gemeente hierbij is het uitnodigen tot die gezamenlijke activiteiten en het zoeken naar kansrijke coalities.
Gezond verstand in plaats van beleidsnota vooraf
Beoordeel initiatieven op mogelijkheden in plaats van te kijken naar beperkingen. Dit is uitgangspunt bij de gemeente Tilburg. “Plaatselijke regels en beleid opschonen heeft zeker zin, al is het alleen maar om de discussie over realisme en realiteit te starten”, is de ervaring. De gemeente begint niet meer met het toetsen van initiatiefvoorstellen, maar kijkt eerst of een initiatief iets toevoegt aan de gemeente. Gemotiveerd afwijken van beleid moet kunnen. De leerervaring in Tilburg: “Kijk bij het inrichten van je werkprocessen vooral naar dat wat een antwoord geeft op de vraag van een initiatiefnemer, niet naar wat voor jezelf als organisatie mogelijk het meest eenvoudig is.” Dit stelt eisen aan een gemeentelijke organisatie om zaken in groter verband te plaatsen, en niet meer te redeneren vanuit een vakdiscipline.
Een ander voorbeeld is het faciliteren van recreatie-ontwikkelingen door de gemeente Schagen. Uitgangspunt hier is het gezond verstand in plaats van de beleidsnota vooraf. Voorheen zou de gemeente een nieuwe nota verblijfsrecreatie opstellen om de ontwikkelingen in de recreatiesector te begeleiden, in deze pilot is daarvan afgezien. Er wordt dus geëxperimenteerd met het loslaten van regels en regie, waarbij het overigens soms lastig is om het juiste midden te vinden tussen loslaten en sturen. Als alternatief wordt een kansrijk plan met voorbeeldfunctie opgesteld in samenspraak met de provincie en belanghebbenden. Net als in Tilburg wordt een plan beoordeeld op zijn eigen merites in plaats van het te toetsen aan bestaand beleid. “Een verademing voor de behandelaar”, stelt de gemeente. “Het woord 'ontslakken' is binnen een paar maanden al helemaal ingeburgerd, zowel binnen als buiten de organisatie.” Wel blijft het nodig steeds weer op de 'ontslakkingsprincipes' te wijzen om te voorkomen dat men terugschiet in oude reflexen.
Ook Woerden ‘ontregelt’. De gemeente stelt voor pilotlocatie Snellepoort voor om een bestaand (dichtgetimmerde) plan met alle bijbehorende regels los te laten. In plaats daarvan wordt organisch ontwikkeld met alle belanghebbenden in het gebied.
In Woerden is de ervaring dat loslaten door gemeenten nu makkelijker lijkt te gaan, omdat marktpartijen nu meer op de consument gericht zijn; alles moet goed zijn, omdat woningen anders niet verkopen. Zo wordt het voorbeeld gegeven van het loslaten van parkeernormen. Dit heeft ertoe geleid dat ontwikkelaars en corporaties zelf de parkeernorm invullen, omdat de woningen anders niet verkopen.
Bij bedrijventerrein De Dijk in de gemeente Maassluis lijkt het vastgestelde bestemmingsplan tot nu toe flexibel genoeg, maar werden de voorschriften als beklemmend ervaren. De gehele locatie is in eigendom van de gemeente Maassluis en de grondexploitatie van de ontwikkeling neemt een belangrijke rol in binnen de begroting. Het ontslakken heeft ertoe geleid dat het beeldkwaliteitsplan van 100 pagina’s is teruggebracht naar 1 pagina, de openbare parkeerplaatsen in het plangebied worden verdisconteerd met de geldende parkeernorm en het koopcontract wordt versimpeld door het schrappen van dubbele regelgeving.
Minstens zo belangrijk als de belemmeringen die we van de regels zelf ervaren, zijn bestuurlijke lef en de wijze waarop met regels wordt omgegaan (zie ook: Een oliemannetje tussen de kameleon en de angsthaas). Veel pilotgemeenten zijn bezig met procesefficiëntie (lean‐trajecten), bijvoorbeeld rond de bestemmingsplan- en vergunningenprocedures en haalbaarheidsverzoeken.
Ruimte voor experiment
De gemeente Breda kiest voor ruimte voor experiment op een voormalig industrieterrein. In de gemeentelijke structuurvisie voor 2030 wordt de toekomstige bestemming voor dit haveneiland geschetst, maar nog niet voor de komende tien jaar. Om te voorkomen dat het gebied een no-go area wordt, wordt transformatiemanagement ingezet door ruimte te geven aan tijdelijke initiatieven, die dynamiek in het plangebied brengen. Het gebied leent zich goed voor experiment; er zijn niet direct gebruikers/woningen in de omgeving. Uitgangspunt is om regels te durven loslaten en te vertrouwen op de integriteit van de initiatiefnemers. De verantwoordelijkheid wordt primair bij de initiatiefnemer gelegd. In een gezamenlijk proces worden het algemeen belang geformuleerd en worden afspraken gemaakt, met oog voor veiligheid. Op het haveneiland is ruimte voor wensen die tot op heden nog niet konden worden gerealiseerd, op het gebied van kunst, cultuur, sport, etc. Bij de selectie van initiatiefnemers is een onderbouwd plan met kans van slagen voorwaarde. De afspraak geldt dat het maximaal om een periode van tien jaar gaat. Investeringen moeten in deze periode worden afgeschreven.
Een suggestie vanuit de sessie Tilburg en Woerden is om plannen op onomkeerbaarheid te beoordelen. Als iets op termijn om te keren is, is het immers eenvoudiger om tijdelijk iets toe te staan met een terugbrengplicht na een x aantal jaren.
Zie ook het interview met Joost Möller, Tilburgse wethouder RO, in ROmagazine 1-2, de eerste in een serie artikelen over de ervaringen met ontslakken in de pilotgemeenten.
Met dank aan Kees Hagendijk, Adri Dorrestein, Merle Pijlman, Hans Nelissen en Wendy de Hoog voor de verslaglegging.
Zie ook:
Presentaties
Cover: ‘2013.12.19_Minister stef blok ontslakken_1_660’