Nieuws Tijdens de bijeenkomstenserie ‘Over wonen gesproken’ onderzoekt AIR (Architectuur Instituut Rotterdam) nieuwe perspectieven op woonmilieus. Eind november vond de 5e editie plaats, over ‘Levensloopbestendige architectuur’. Twee experts vertelden over hun vernieuwende woonconcepten voor senioren.
Senioren blijven langer thuis en in de stad wonen. Dit vraagt om architectuur die voorziet in de zorgbehoefte en die rekening houdt met (toekomstige) fysieke beperkingen. Wat is er nodig om oud te worden in de stad? Floor Arons (Arons&Gelauff) vertelt over zijn ervaring met levensloopbestendige architectuur. Femke Feenstra, Gortemaker Algra Feenstra (GAF), belicht de ontwikkeling van vernieuwende zorgconcepten die anticiperen op het snel veranderende zorglandschap.
Zowel Arons als Feenstra benadrukt het belang van detail en flexibiliteit in het ontwerp van woningen voor senioren. Verschillende behoeften aan contact volgen elkaar in de laatste levensfase snel op. Het belang van het detail uit zich met name in het creëren van een goede overgang van publieke ruimte naar een zorgomgeving en een privéwoning. Flexibiliteit is in seniorenwoningen relevant voor de woningplattegrond, die makkelijk te veranderen moet zijn in grootte en toegankelijkheid, afhankelijk van de zorgvraag. Ook is flexibiliteit en variatie van belang voor het realiseren van verschillende woonconcepten voor senioren. Waar opdrachtgevers en ontwikkelaars vaak vasthouden aan één concept, is de vraag vanuit de bewoner vaak gevarieerder.
Speels
effect
Arons introduceert in zijn lezing het concept
van de ‘nieuwe ouderen’: actieve senioren die ondernemend in het leven staan.
Hij benadrukt het belang van de relatie tussen nieuwbouw en de bestaande
stedelijke context, zodat deze actieve senioren toegang hebben tot stedelijke
functies. Hij illustreert dit aan de hand van De Plussenburgh in Rotterdam
IJsselmonde, een seniorencomplex met 104 appartementen nabij winkelcentrum Keizerswaard.
Het gebouw bestaat uit een horizontaal en verticaal volume en past qua
positionering en bouwvolume in de context van de naoorlogse uitbreidingswijk.
Het gebouw valt op door enerzijds de inrichting van de aangrenzende openbare ruimte met een imposante waterpartij. Anderzijds zorgt het gebruik van gekleurd glas in het verticale volume voor het effect van een lampion voor de buurt. Om vanuit het verpleeghuis de grote waterpartij zichtbaar te maken, staat het horizontale volume op diagonale kolommen. De balkons van de woningen in dit volume verspringen, wat naast een speels effect ook onderhoud aan de gevel vergemakkelijkt.
‘Swinging Apartments for the Elderly - Arons en Gelauff’
Figuur 1: Swinging Apartments for the Elderly
- Arons en Gelauff
Bamboestructuur
Daarnaast introduceert Arons het begrip
‘stealthcare’: zorgoplossingen in het gebouw die onzichtbaar in het ontwerp
zijn geïntegreerd. Om zorg toegankelijk te maken, is er vanuit de nieuwbouw een
onzichtbare verbinding gemaakt met het bestaande verzorgingstehuis via een
lift. Medewerkers kunnen de bewoners bereiken voor dagelijkse zorg, en andersom
zijn ook de faciliteiten van het verzorgingshuis toegankelijk voor bewoners. De
woningen hebben een flexibele plattegrond. Hierdoor kunnen kleine woningen
worden samengevoegd, of grote woningen gehalveerd tot twee verpleegeenheden.
Omdat het zorglandschap aan veranderingen onderhevig is, is de volledige plattegrond van de Plussenburgh makkelijk om te vormen tot verpleeghuis. In het materiaalgebruik van de corridors is gekozen voor een structuur van bamboe, waardoor voor beschadigingen door rollators geen zichtbare oplossing nodig is. De recreatieruimte in de plint is ingericht als lounge aan het water. Deze ruimte en de buitenruimte zijn ontworpen in samenwerking met Inside Outside.
Met haar architectenbureau Gortemaker Algra Feenstra in Rotterdam heeft Femke Feenstra veel ervaring met het ontwerp van en onderzoek naar gebouwen voor de maatschappelijke sector. Ze benadrukt dat ‘de typische senior’ niet bestaat en dat de ontwerpen van een typologie voor deze doelgroep telkens afhankelijk zijn van de specifieke context. Met name binnen de zorgvraag (het verschil tussen zware zorg en bijvoorbeeld mantelzorg) zitten grote verschillen, die invloed hebben op de bijbehorende woonbehoefte. Haar doel is om de laatste plek waar ouderen wonen te laten voelen als thuis, in plaats van tehuis. Veel ouderen relateren namelijk aan hun vorige woning als ‘thuis’, en voelen zich niet thuis in hun laatste woning. Na een erfenis van ‘treurige’ verzorgingshuizen uit het verleden, is het tijd voor verandering. Feenstra presenteert daarom drie vernieuwende concepten voor seniorenwoningen.
‘Gortemaker Algra Feenstra - Carebnb’
Figuur 2: Gortemaker Algra Feenstra - Carebnb
Allereerst Carebnb. Dit is een platform waarop aanbieders van zorg en zorgbehoevenden elkaar kunnen vinden, afgeleid van het bekende concept Airbnb. Hierin wordt zorg informeel georganiseerd, vanuit de samenleving via een online platform. Senioren met een kleine zorgvraag (die niet ziek genoeg zijn voor het ziekenhuis, maar deze ook niet zelfstandig kunnen oplossen) kunnen beroep doen op dit platform. Pilots van dit concept zijn gestart in Amsterdam en Utrecht.
‘Gortemaker Algra Feenstra - Woonzorgcentrum Allévo’
Figuur 3: Gortemaker
Algra Feenstra - Woonzorgcentrum Allévo
Het hebben van een eigen voordeur maakt alle verschil in het creëren van het gevoel van ‘thuis’. Bezoek komt langs, zet de fiets tegen de gevel en staat gelijk bij de seniorbewoner binnen. Dit is in tegenstelling tot een instelling waarbij een centrale entree leidt naar een gangenstelsel met kamers. Woonzorgcentrum Allévo in Zierikzee is een voorbeeld waarbij de 93 grondgebonden woningen een eigen voordeur hebben in de plint van het gebouw. Een stervormige plattegrond maakt de benodigde gevellengte hiervoor mogelijk. Tevens zijn de woningen voorzien van een achterdeur die leidt naar de zorginstelling. Door de stervorm bevinden de voordeuren zich in een nisje, voorzien van een bankje voor de bewoners. De plint van het gebouw sluit aan op een openbaar park, waar ook de rest van de wijkbewoners gebruik van kunnen maken. Parkeren is per woning in het park opgelost, zodat een centrale parkeerplaats niet alsnog leidt tot het gebruik van de centrale entree.
Ontwerpen voor verschillende gradaties van sociale interactie is essentieel in het ontwerpen van seniorenwoningen. In het Belgische Halle ontwierp G.A.F. in samenwerking met Licence to Build een ‘Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn’. De nieuwbouw bestaat uit zelfstandige woningen met een flexibele plattegrond. Door de verspringende balkons is visueel contact met de buren rondom de eigen woning mogelijk. Ter afscheiding tussen twee aangrenzende balkons is een tafel ontworpen, waardoor buren samen kunnen eten.
‘Gortemaker Algra Feenstra - Assistentiewoningen OCMW Halle’
Figuur 4: Gortemaker Algra Feenstra - Assistentiewoningen OCMW Halle
De volgende editie van ‘Over wonen gesproken’ vind plaats in februari. Kijk voor meer informatie over het AIR-programma op www.airrotterdam.eu
Cover: ‘Gortemaker Algra Feenstra - Woonzorgcentrum Allévo’