Onderzoek Ontwerpers van de openbare ruimte in de stad gaan ervan uit dat deze plekken zowel overdag als ’s nachts worden gebruikt. Braziliaanse onderzoekers wijzen echter op het gebruik van licht en duisternis als extra dimensie bij het ontwerpen van de stad.
Het Liberdade-plein in de Braziliaanse stad Belo Horizonte is om meerdere redenen een bijzonder plein in vergelijking met pleinen in veel andere Zuid-Amerikaanse steden. Niet alleen staan de gebouwen aan de rand van het plein op meerdere erfgoedlijsten, bij de herinrichting van het plein eind vorige eeuw is ook nagedacht over het gebruik van licht. En dat is, zeggen onderzoekers van de universiteit van Rio de Janeiro, uniek voor zo’n openbare ruimte in Brazilië. Op veel pleinen is het lichtgebruik altijd hetzelfde: één soort licht over het hele plein, de hele nacht door.
Ritme
Een gemiste kans, zo is de conclusie in het onderzoek Re-thinking public spaces at night through the plurality of nocturnal experience. Want het spel tussen licht en donker kan juist de specifieke kwaliteiten van de desbetreffende openbare ruimte benadrukken, blijkt uit onderzoek naar het Liberdade-plein. De hele nacht hetzelfde licht negeert volgens de wetenschappers alleen wel de mogelijkheden die lichtgebruik kan bieden. Toch wordt de tactiek van één soort licht vaak gehanteerd, omdat deze vorm van lichtgebruik vaak wel voor een gevoel van veiligheid zorgt en er dan nauwelijks meer slecht verlichte plekken op het plein zijn. Begrijpelijk, stellen de onderzoekers, maar zij benadrukken in het onderzoek ook de mogelijkheden die licht kan bieden in de publieke ruimte, juist in de nacht. Bijvoorbeeld door het uitlichten van bepaalde gebouwen of locaties en het gebruik van schaduwen, reflecties en kleuren.
De onderzoekers hebben met behulp van observaties, interviews en foto- en filmopnamen (zonder flits) twee jaar lang het gedrag van de gebruikers van het Liberdade-plein geanalyseerd. Op basis van het aanwezige licht is het plein in verschillende lichtzones verdeeld. Daarbij is het gedrag van de gebruikers in die zones in zowel het daglicht, de schemer als in de nacht met elkaar vergeleken. Het Liberdade-plein is namelijk ook in de nacht open (volgens de onderzoekers bijzonder in Brazilië), en wordt ook door veel verschillende sociale groepen wordt gebruikt.
Sneller lopen
De wetenschappers hebben tijdens het onderzoek onder andere de theorie van de ritmeanalyse van cultuurfilosoof Henri Lefebvre (1901-1991) gebruikt. Vrij vertaald: mensen hebben ritmes, en dat geldt ook voor steden. Als de stedelijke ritmes en de menselijke ritmes niet overeenkomen, is er volgens Lefebvre sprake van arythmie en dat geeft een gevoel van onveiligheid. De combinatie tussen ritme en lichtgebruik is vaker onderwerp van studies.
De Braziliaanse wetenschappers concluderen in hun onderzoek dat het gebruik van licht en duisternis als extra dimensie bij het ontwerpen van de stad ingezet kan en misschien wel moet worden, omdat licht een belangrijke rol kan spelen om (juist ook in de nacht) het gebruik van en de openbare ruimte zelf te verbeteren. Daarbij is het wel van belang, stellen zij, dat gebiedsontwikkelaars en stedelijke planners er rekening mee houden dat vooral de nacht zorgt voor subjectieve en wisselende ervaringen van gebruikers. Zo bleek uit de interviews in het Braziliaanse onderzoek dat veel (vrouwelijke) gebruikers in de nacht de donkere plekken vermeden vanwege het gevoel van onveiligheid, en kwam uit de observaties van het plein in Belo Horizonte juist naar voren dat vooral de verlichte plekken werden gebruikt in de nacht.
Afwezigheid van licht
De onderzoekers pleiten er, mede vanwege die belangrijke rol van subjectiviteit, voor dat professionals de verschillende lichtzones in de openbare ruimte in kaart brengen en het gebruik van die zones op verschillende momenten van de dag analyseren met de bijbehorende ervaringen. Op die manier kunnen de objectieve aspecten (verschillende lichtniveaus, schaduwen, reflecties en kleuren) gecombineerd worden met de subjectieve ervaringen van de gebruikers. Door deze combinatie kunnen niet alleen de inzet van meer licht in de nacht maar ook het contrast, lagere lichtniveaus of zelfs de afwezigheid van licht de stedelijke omgeving en de leefbaarheid van de stad verbeteren.
Zo werd in de eerder dit jaar verschenen publicatie Urban Design Methods een Berlijns project waarbij werd onderzocht of mensen ’s nachts anders door de openbare ruimte bewegen dan overdag. De looppatronen van de voorbijgangers lieten inderdaad zien dat mensen in het donker eerder geneigd zijn de kortste route te lopen, en dat ze verlichte plekken verkiezen boven donkere. Op de donkere stukken bleek dat mensen ook sneller lopen vanwege het gevoel van onveiligheid.
Lees het volledige onderzoek in het Journal of Urban Design.
Cover: ‘Liberty Square, Belo Horizonte’ door Luis War (bron: Shutterstock)