Rotterdam nieuwbouw op Zuid

Liever een spoedpakket dan een spoedwet

1 februari 2018

5 minuten

Opinie Het kan verkeren. Nog maar anderhalf jaar geleden was er volgens het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland nog geen aanleiding om in de MRA op zoek te gaan naar extra locaties voor woningbouw. Ook was er toen nog geen aandrang om vanuit de provincie extra middelen uit te trekken om de woningbouw te versnellen. Intussen heeft de zoektocht naar extra locaties ruimte opgeleverd voor tienduizenden woningen extra. Weliswaar nog met diverse onzekerheden maar het begin is er. En ook heeft de provincie inmiddels een bedrag van ruim 7 miljoen euro uitgetrokken om de productie te versnellen. Een deel daarvan is bedoeld om capaciteitsproblemen bij gemeenten weg te nemen. Maar € 5,8 miljoen is ook beschikbaar voor project specifieke bijdragen.

Provincie Noord-Holland wil woningbouw versnellen en Tweede Kamer wil spoedwetgeving voor versnelling.

Ook landelijk is de versnelling van de woningbouwopgave een thema geworden. In het overleg tussen minister Ollongren en de Tweede Kamer op 18 januari jl. heeft de CDA-fractie gevraagd om een noodwet of spoedwet voor versnelling van de woningbouwproductie.

Deze twee signalen, dat het probleem van het woningtekort nu wel serieus wordt genomen, waren anderhalf a twee jaar geleden nog ondenkbaar. Dat is dus winst, in meer dan één opzicht: de provincie heeft haar stimuleringsprogramma gewijzigd van “Uitvoeringsprogramma Binnenstedelijk Bouwen” naar “Binnenstedelijk Bouwen en Versnellen van de Woningbouw”. Het gaat dus niet langer om alleen maar binnenstedelijk bouwen. Logisch ook, want de extra MRA-locaties zijn lang niet altijd binnenstedelijke locaties (Almere Pampus is met 25.000 woningen zo’n voorbeeld van een buitenstedelijke locatie, ook al kan daarbij de vraag gesteld worden wie bereid zal zijn de € 3 tot € 6 miljard voor ontsluiting te willen betalen). Ook uit de reactie van de minister op het idee van de noodwet viel af te leiden dat het probleem breder moet worden gezien dan alleen vanuit de binnenstedelijke opgaven. Opnieuw: twee keer winst.

Intussen is het wel de vraag of een spoed- of noodwet zoden aan de dijk zal zetten en vooral of dat dan tijdig kan gebeuren. Soms gaat nieuwe wetgeving snel, maar als het ook maar even tegenzit is er zo maar weer een jaar voorbij voordat een nieuwe wet in werking kan treden. Een quickscan naar de mogelijkheden van een noodwet is nooit weg, maar nog meer aandacht zou ik willen vragen voor de mogelijkheden die er zijn om op veel kortere termijn sneller door de procedures te kunnen; een simpel pakketje dus.

Crisis- en Herstelwet met bestemmingsplannen verbrede reikwijdte.

Een van die mogelijkheden is om meer gebruik te maken van de mogelijkheden die gemeenten nu al hebben om vooruit te lopen op de nieuwe Omgevingswet. Daardoor kan van een aantal in die wet genoemde mogelijkheden om flexibeler en sneller te werken nu al gebruik worden gemaakt. Daarin valt nog wel wat te verbeteren. Maar alleen al de ruimere bestuurlijke afwegingsmogelijkheden (het ene belang afwegen tegen het andere en niet elke regel apart bepalend laten zijn) maakt gebruikmaking vaak zeer de moeite waard en leidt toepassing ook tot versnelling. Ideaal hebben we overwegend met z.g. “8 weken-procedures” te maken en niet steeds met de 26 weken voor de vergunningverlening. Dat scheelt veel tijd ook omdat B&W vaker zaken kan afhandelen. Meer dan 100 gemeenten hebben zich inmiddels aangemeld en werken met een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Dat kunnen er meer worden en zeker als de minister een paar onderdelen nog wat verder vereenvoudigt, valt daarmee zeker een versnelling te bewerkstelligen

De kruimelregeling.

Sinds een aantal jaren bestaat de mogelijkheid om middels de z.g. ‘kruimelregeling’ via een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan bij o.a. functiewijzigingen. Dit kan door gebruik te maken van artikel 4 van bijlage II van het BOR. Die ruimte is o.a. heel vaak gebruikt om kantoorgebouwen te transformeren naar woningen. Het grote voordeel hierbij is dat gebruik gemaakt kan worden van de z.g. ‘reguliere procedure’ inhoudend dat binnen 8 weken na indiening van de (volledige) de omgevingsvergunning moet worden beschikt. Die termijn is met maximaal 8 weken te verlengen. Bij een uitgebreid afwijkingsbesluit moet rekening worden gehouden met 26 weken, ook nog eens met 26 weken te verlengen. Een prima mogelijkheid dus om sneller door de procedures te ploegen. Door scherpslijperij van de Raad van State (rvs 2017:1192) in mei vorig jaar is er een nooit zo bedoelde ongewenste interpretatie van de regeling ontstaan. Die dan daardoor nu veel minder goed worden toegepast. Door een kleine ingreep kan dit door de minister worden rechtgezet. Daarnaast kan een ruimere interpretatie worden gegeven aan het begrip ‘stedelijk ontwikkeling’ waardoor meer woningbouwprojecten gebruik kunnen maken van deze weg.

De ladder duurzame verstedelijking.

Een gemeente die wil uitbreiden buiten bestaand stedelijk gebied moet aantonen dat de behoefte aan woningen niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden ingevuld. Een kleine versoepeling heeft vorig jaar al plaatsgevonden. Maar met name door de rigide toepassing die sommige provincies hanteren als ze gemeentelijke plannen moeten toetsen aan de ladder, moet de stofkam er opnieuw doorheen. Elk plan van meer dan 12 woningen moet nu worden getoetst. Dat is overdreven. Alleen in extreme gevallen zou de provincie een ‘njet’ mogen uitspreken tegen gemeentelijke woningbouwplannen buiten bestaand stedelijk gebied.

Mindset.

Bovenstaand pakketje (wijziging CH/meer mogelijkheden bestemmingsplannen met verbrede reikwijdte, soepelere kruimelregeling en een zeer beperkte ‘ladder’) kan binnen een paar maanden in werking zijn. Behalve een paar mensen die denken dat alle woningtekorten binnenstedelijk moeten worden opgelost, zal iedereen het hiermee eens zijn. Niet wachten dus, maar doen. Maar tegelijkertijd is het van belang dat gemeente bestuurlijke lef en durf tentoonspreiden. Er kan vaak zoveel meer dan er gebeurt. Uit de ervaring die in de ontslak- en versnellingsprojecten van het BZK-expertteam zijn opgedaan, weten we dat als het accent wordt verlegd van “mag het” naar “willen we het” er vrijwel altijd snellere resultaten zijn te bereiken. ‘Ervoor durven en willen gaan’ moet het credo zijn.


Deze blog verscheen eerder op Romagazine.nl.

Coverfoto: CC Attribution: Josh


Cover: ‘Rotterdam nieuwbouw op Zuid’


Portret - Jos Feijtel

Door Jos Feijtel

Adviseur versnelling woningbouw


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024