3 september 2015
3 minuten
Nieuws Het is hét schrikbeeld van de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan: de grachtengordel als schitterende, maar onbewoonde façade. Eeuwenoude panden die worden opgekocht door superrijken uit Rusland, China of Qatar, maar die vooral dienen als beleggingsobject en waarin niet wordt geleefd. Van der Laan luidde hierover zaterdag in het FD de noodklok. Kenners van de woningmarkt zien het zo'n vaart echter nog niet lopen.
Lees hier het originele artikel op Het Financieele Dagblad
'De Amsterdamse woningvoorraad is onvergelijkbaar met die van steden als Parijs en Londen', stelt Johan Conijn, buitengewoon hoogleraar woningmarkt aan de Universiteit van Amsterdam. In deze steden zijn hele wijken opgekocht door buitenlandse speculanten, met grote gevolgen voor de leefbaarheid. Huizen worden onbetaalbaar voor lokale bewoners en de middenstand krijgt het moeilijk. 'Amsterdam is gezegend met een relatief grote voorraad corporatiewoningen, en hoewel die kleiner wordt, zal het nog zeer lang zo blijven. Alleen daarom al zal het opkopen en speculeren voorlopig niet zo'n vlucht kunnen nemen.'
Het gele gevaar
Ook Dirk Brounen, hoogleraar Vastgoedeconomie aan de Universiteit van Tilburg, wijst op de grote hoeveelheid corporatiewoningen. 'Ook als die in de verkoop gaan, gaat een rijke Chinees daar niet wonen hoor.' Hij wordt een beetje moe van discussies over 'het gele gevaar'. 'Nederland en Amsterdam zouden zich eerst eens moeten afvragen hoe ze zich internationaal willen positioneren. Wat voor stad wil je zijn? Het is misschien helemaal niet zo erg om internationaal als aantrekkelijke stad gezien te worden.'
De zorgen van Van der Laan komen voort uit een aantal berichten van afgelopen zomer over huizen en prominente panden die door buitenlandse vermogende zijn gekocht. Daaronder ook een pand aan de Herengracht 581. De vraagprijs was ruim € 6,7 mln. De verkopend makelaar, Hans Veenhuijsen van makelaarskantoor Christies Real Estate, stelt dat de komst van kapitaalkrachtige internationale kopers wel degelijk een prijsopdrijvend effect hebben, zoals Van der Laan vreest.
Buitenlandse durf
‘De prijzen liggen hier relatief laag in vergelijking met Parijs en Londen. Dus het is niet zo gek dat buitenlandse partijen hier naar woningen kijken,’ zegt hij. Maar Veenhuijsen bestrijdt dat het merendeel van deze buitenlandse partijen panden koopt om ze vervolgens een groot deel van het jaar leeg te laten staan. Zo is recent een pand verkocht aan een Chinees bedrijf, met vestigingen aan de Zuidas en in Brabant, dat is gespecialiseerd in lichtmetaal voor de medische industrie. ‘Dat huis gaat gewoon bewoond worden.’
Veenhuijsen wijst erop dat de investeringen van vermogende buitenlanders ook een positief effect kunnen hebben op een stad. ‘In Londen zijn monumentale panden die in verval dreigden te raken verkocht aan Russen die er prachtige appartementen in hebben ontwikkeld. Andere partijen durfden dit niet aan.’
Één studentenkamer
Maar stel dat Van der Laan en de Amsterdamse politiek toch op deze ontwikkeling willen handelen. Wat kunnen ze dan doen? Niet zo vreselijk veel, vermoedt Peter Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft. Volgens de Leegstandswet is het verboden een huis langer dan een half jaar onbewoond te laten. 'Maar daar moet je dan wel op controleren. Bovendien is die regel, zeker bij woonhuizen eenvoudig te omzeilen. Stel dat je in een enorm grachtenpand één kamer verhuurt aan een student. Staat dat huis dan leeg?'
Ook Conijn ziet als eerst een aangrijpingspunt in de Leegstandswet. In verdere, aanvullende regels ziet hij niet veel. 'Het is een belangrijk principe dat je als verkoper kunt verkopen aan de hoogst biedende partij. Voordat je daar inbreuk op maakt moet er wel echt een duidelijke aanleiding zijn.'
Cover: ‘2015.09.03_Londens schrikbeeld nog ver weg voor Amsterdam_C’