Analyse De rechtvaardige of inclusieve stad. Het zijn volgens Edwin Buitelaar modetermen waarvan iedereen maar moet begrijpen wat daar onder verstaan wordt. Met het essay 'Maximaal, gelijk, voldoende, vrij. Vier perspectieven op de rechtvaardige stad', dat hij vandaag bij uitgeverij Trancity publiceert, doet Buitelaar een poging duidelijk te krijgen wat een rechtvaardige stad kan zijn.
Is een inclusieve stad een stedelijk gebied waar mensen met verschillende portemonnees moeten kunnen wonen of is het rechtvaardig dat dit ook in iedere wijk van die stad het geval is? Het is maar een van de vragen die Edwin Buitelaar, onderzoeker stedelijke ontwikkeling bij het Planbureau voor de Leefomgeving en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, zich stelt om antwoord te krijgen op de vraag wat een inclusieve stad is.
Buitelaar onderscheidt vier perspectieven die allemaal als rechtvaardig beschouwd kunnen worden. Toch blijken die elkaar, eenmaal gevat in concreet beleid, ook te kunnen bijten. Want reguleren van de woningmarkt kan rechtvaardig zijn in het ene perspectief, het botst met het rechtvaardigheidsidee van de vrije stad. Buitelaar neemt geen stelling in zijn essay maar hoopt juist stedelijke beleidsmakers duidelijk te maken wat de consequenties van de afzonderlijke rechtvaardigheidsperspectieven zijn. Uiteindelijk moeten we dat terug gaan zien in concrete gebiedsontwikkelingen.
U
schrijft dat begrippen als 'de rechtvaardige stad' of 'inclusieve stad' ten
onrechte vaak op één manier wordt uitgelegd. Is dit essay ontstaan uit
irritatie?
“Ik zou eerder willen zeggen uit zorg. Termen
als de rechtvaardige stad zijn vaak hol, omdat ze niet worden uitgelegd. Of er
wordt juist iets heel specifieks mee bedoeld zoals het recht op een betaalbare
woning voor iedereen. Toch is dat niet de enige manier om naar rechtvaardigheid
in de stad te kijken.
En in de praktijk gebruiken overheden verschillende perspectieven van rechtvaardigheid door elkaar heen. Het tegengaan van segregatie om een gelijke stad te organiseren kan bijvoorbeeld niet zonder concessies te doen aan vrijheden of gelijke rechten.”
U
onderscheidt vier perspectieven op de rechtvaardige stad. Welk perspectief is
dominant?
“De welvarende stad met de nadruk op investeringen.
En daarnaast ook de egale stad. Hoewel daar momenteel iets minder van te merken
is, kennen we in Nederland een sterke traditie van wijkenbeleid met een
mengingsideaal. Rotterdam Zuid en in de Bijlmer in Amsterdam zijn voorbeelden
van wijken waar geprobeerd wordt verschillende inkomensgroepen te mengen.”
Welk
perspectief is minder aanwezig?
“De voorzienende stad, een perspectief dat
uitgaat van een basisniveau van stedelijke voorzieningen waar iedereen toegang
toe moet hebben. Dat is een rechtvaardigheidsideaal dat in Nederland minder
dominant is.”
Zijn
alle vier de perspectieven op een rechtvaardige stad even legitiem?
“Dat denk ik wel, zolang er sprake is van een
democratisch proces waarbij keuzes gemaakt worden voor het ene dan wel het andere
perspectief. Wat vinden we in onze stad het belangrijkste? En wat betekent dat
dan voor het beleid dat we maken? Die keuze is denk ik van belang voor iedere
gemeente om te maken, want in mijn essay maak ik ook juist duidelijk dat alle
vormen van rechtvaardigheid, of inclusiviteit, niet samengaan. Overigens is het
ook nog maar de vraag in hoeverre stedelijke beleidsmakers daar uiteindelijk
invloed op hebben. ”
Hoe
bedoelt u dat?
“Veel beleid is landelijk vastgelegd. We
leven in een gedecentraliseerde eenheidsstaat, niet in een federaal land. Er
zitten grenzen aan de mate waarin een stad kan sturen. Daarnaast kennen steden
hun autonome processen. Steden zijn maar tot op zekere hoogte maakbaar en dat
geldt ook voor het organiseren van welke vorm van rechtvaardigheid dan ook.”
Zijn
er steden die geslaagd rechtvaardigheidsbeleid hebben?
“Ik ben geen best practice tegengekomen, maar
ik heb ook geen empirisch onderzoek gedaan naar het rechtvaardigheidsbeleid van
gemeenten in Nederland. Maar het is mij opgevallen dat veel gemeenten het
begrip inclusiviteit gebruiken, iets waar niemand tegen zal zijn maar waarvan meestal
ook niet duidelijk is wat het betekent. Het wordt niet expliciet gemaakt. ”
Wat
betekent dit essay voor gebiedsontwikkelaars?
“Het nadenken over wat een rechtvaardige stad
is of kan zijn is in eerste instantie een vraag voor beleidsmakers. Zij zouden
daar keuzes in moeten maken, denk ik, en die keuzes moeten dan leiden tot
randvoorwaarden voor gebiedsontwikkelingen. Daarbij is het hoe dan ook van
belang dat gebiedsontwikkelaars nadenken over de vraag wat een
nieuwe wijk of transformatie van een bestaand stuk stad bijdraagt aan het
grotere geheel. Het kan natuurlijk ook geen kwaad als gebiedsontwikkelaars
nadenken hoe zij bij kunnen dragen aan een rechtvaardige stad.”
Cover: Pixabay
Het essay 'Maximaal, gelijk, voldoende, vrij. Vier perspectieven op de rechtvaardige stad' van Edwin Buitelaar is een uitgave van Trancity en gratis beschikbaar op de website van de uitgever.
Cover: ‘Amsterdam straat Pixabay’ door djedj (bron: pixabay.com)