7 maart 2014
6 minuten
Persoonlijk “Voor de belangrijke maatschappelijke investeringen van de corporatie bestaat geen receptenboekje. We zijn het wel aan onze huurders verplicht om onze keuzes te legitimeren en verantwoording af te leggen. Het is uiteindelijk het geld van de huurders waarmee we investeren in wijken en buurten”, aldus Bert Keijts, bestuursvoorzitter van Portaal.
Bert Keijts is inmiddels 4 jaar voorzitter van de Raad van Bestuur van woningcorporatie Portaal en had vanaf de start van zijn bestuursperiode al behoefte aan onderbouwing van het maatschappelijk rendement van de investeringen. ”Vier jaar geleden werden we door de buitenwacht al met kritische ogen gevolgd. Ik vind het belangrijk dat we zeer zorgvuldig handelen met het geld dat ons ter beschikking is gesteld door de huurders. We moeten hier zelf nieuwsgierig naar zijn en niet alleen omdat anderen ons hier naar vragen.
Ik was voorheen werkzaam bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat waar de MKBA zo ongeveer is uitgevonden. Het is heel normaal om nauwkeurig na te gaan waarom je tot welke resultaten bent gekomen en daarmee kunt verantwoorden wat er met onze belastingcenten is gebeurd. Coöperaties investeren natuurlijk daar waar de markt niet investeert. Uiteindelijk gaat het er om of de wijk daadwerkelijk is verbeterd en of de huurder gelukkiger is met de veranderde omstandigheden.”
Samenwerken is winst
Volgens Keijts ligt er nog een belangrijke opgave rond samenwerking tussen gemeenten, wijkteams en corporaties. “Samen met buurtbewoners en maatschappelijke instellingen werken we aan verbeteringen daar waar het nodig is. Onze activiteiten lopen uiteen van het verbeteren van wijken tot het versterken van samenhang in buurten. De eerste winst is al gemaakt door te gaan samenwerken met derden. Dus niet meer iedereen zijn eigen ding laten doen. Onze investeringen zijn gerelateerd aan ons bezit. De huurders, die er uiteindelijk voor betalen, moeten dit wel terug kunnen zien. We gaan dus bijvoorbeeld niet investeren in een brede school in een wijk omdat dit toevallig zo uitkomt en hier behoefte aan is. Natuurlijk neemt in een tijd van schaarste de druk op samenwerking toe. Dit is goed. Door te gaan samenwerken creëren we ondanks de schaarste meer mogelijkheden.”
Portaal heeft in Amersfoort een project opgezet om mensen die steeds meer schulden maken te helpen. “Interventies vinden plaats als de problemen zich beginnen af te tekenen, aan het begin. We werken daarbij samen met professionals die door ons worden betaald. Deze investering verdient zich ruimschoots terug doordat mensen leren weer op eigen benen te staan en op een goede manier met geld om te gaan.”
Legitimatie en verantwoording
Keijts waarschuwt ervoor om als corporatie niet alle apen op je schouder te nemen. “Je ziet en hoort veel en de behoefte aan steun en verbetering van de leefomstandigheden in buurten en wijken is groot. Soms kun je met kleine initiatieven grote veranderingen teweeg brengen Ook daar zijn we naar op zoek. Het is belangrijk dat onze collega’s ook ruimte krijgen voor initiatief en meedenken. We werken nu met het DrieKamerModel, ontwikkeld door Ortec. Platform31 is partner bij het ontwikkelen van de maatschappelijke kamer van dit model. Het is een nieuw instrument dat inzicht geeft in de diverse geldstromen van de corporatie. Dit inzicht is van belang en het DrieKamerModel is daarom voor ons een belangrijk hulpmiddel. Het helpt bij onze legitimatie, onze verantwoording richting huurders en andere partijen. Het DrieKamerModel is net als de MKBA een model dat ons, door ermee te werken, op een andere manier laat kijken. Het geeft ons argumenten voor het maken van keuzes en maakt ons bewust dat we het geld maar één keer kunnen uitgeven. Investeren op alleen gevoel of geloof is achterhaald. Het staat ook regelmatig op de agenda van onze Raad van Toezicht. Ook wij moeten ons handelen en onze keuzes immers kunnen verantwoorden.”
Geen receptenboekje
Investeren in maatschappelijk nut betekent vaak dat er risico’s aan verbonden zijn. “Je weet niet altijd vooraf of projecten slagen, omdat er invloed is van externe factoren die je niet altijd kunt overzien. Dit betekent dat je vooraf goed de risico’s in beeld moet brengen. Experimenten zijn prima, maar je moet ze wel monitoren. Achteraf moet je duidelijk kunnen maken waarom een experiment wel of niet iets heeft opgeleverd. Voor het verbeteren van wijken en buurten bestaat geen receptenboekje. Soms moet je gewoon iets proberen, maar doe het dan wel op een professionele manier. Een project maar opzetten omdat er toevallig nog een potje subsidie is… die tijd ligt achter ons. We moeten bewust keuzes gaan maken. De gemeenten kunnen wat dit betreft ook nog wat leren. Eerst de vraag stellen of we het project zouden starten als er geen subsidie was. Is het antwoord nee, dan niet doen. Natuurlijk zijn we maatschappelijk bewogen maar met een nuchtere en zakelijke bril daar waar het gaat om de keuzes die je maakt om te investeren. Het geld van onze huurder moet op een goede en verantwoorde wijze worden besteed. Dat zijn we aan ze verplicht.”
Wat Werkt in de Wijk
Over de komende gemeenteraadsverkiezingen maakt Keijts zich niet druk. “Natuurlijk zullen er andere accenten komen, maar belangrijk is met elkaar in gesprek te blijven. Ik heb er alle vertrouwen in: we hebben tot nu toe ook prima kunnen samenwerken. Belangrijk is dat je als corporatie gebruik maakt van de tools die er zijn om je nieuwe taken op een professionele manier te kunnen uitvoeren. Wat Werkt in de Wijk (WWidW) van Platform31 is zo’n tool die we gebruiken. Om dit instrument nog beter te kunnen benutten, is het van belang dat veel corporaties zich hierbij aansluiten. Ik kan het van harte aanbevelen. Ook in WWidW is een MKBA ontwikkeld, maar dit zie ik als een hulpinstrument voor de echt grote projecten. Het debat dat WWidW en de MKBA oproept, vind ik eigenlijk nog belangrijker dan de uitkomst zelf. Door mee te doen, kunnen we kennis delen en zijn we beter in staat uit te leggen wat er met onze maatschappelijke budgetten gebeurt. Als we dit niet doen, zal de politiek uiteindelijk fors ingrijpen en dan zijn we het stuur kwijt. We moeten dit ook willen, we werken in het publieke domein met publiek geld. WWindeW helpt ons bij deze verantwoording door tools te leveren waardoor we bewustere keuzes kunnen maken.”
Best practices
Keijts is er geen voorstander van om alle maatschappelijke taken in harde euro’s te kunnen uitdrukken. “Het moet geen doel op zich worden. Belangrijk is dat je hier goed over nadenkt Waar wij behoefte aan hebben, zijn praktische hulpmiddelen om goede plannen en interventies te kunnen maken en doen. En die ons ook helpen om op een eenvoudige manier te monitoren en te evalueren op effecten, op kosten en baten. Het is mooi dat we die kennis en ervaring delen in de database van WWidW. Maar belangrijker is de ondersteuning van medewerkers zodat zij die hulpmiddelen ook echt op een praktische en goede manier kunnen gebruiken in hun dagelijks werk. Dat geldt ook voor managers. Ik zou graag zien dat WWidW een inspirerend aanbod doet dat past bij onze dagelijkse praktijk en behoeften. Ik geloof in leren door te doen en door het delen van best practices. Dat moet echt onderdeel worden van onze werkwijze en bedrijfsvoering.”
Cover: ‘2014.03.07_Maatschappelijk investeren_180’