Onderzoek Klimaat, corona, woningnood: door de complexiteit van de grote transitieopgaven worden de onzekerheid en onvoorspelbaarheid in gebiedsontwikkeling steeds groter. In vakblad Rooilijn pleiten Kees Stam (promovendus gebiedsontwikkeling TU Delft) en Gert-Joost Peek (lector gebiedsontwikkeling Hogeschool Rotterdam) daarom voor de introductie van het begrip ‘lerende gebiedsontwikkeling’.
Een ingewikkeld proces zonder begin- en eindpunt. Zo schetsen schetsen de auteurs de huidige staat van gebiedsontwikkeling. Na de financiële crisis in 2008 werden gebiedsontwikkelaars gedwongen na te denken over het vakgebied. De focus werd destijds verschoven naar de organische gebiedsontwikkeling. Er ontstond ruimte voor lokale initiatieven en de grote voorinvesteringen verdwenen naar de achtergrond. Maar, stellen Stam en Peek, radicale veranderingen zijn ook destijds achterwege gebleven. Zij stellen dat gebiedsontwikkeling in veel opzichten daarom nog hetzelfde is als voor de crisis.
Vermogen benutten
Maatschappelijke transitieopgaven als de energietransitie, de circulaire economie en klimaatadaptatie dwingen het vakgebied om het roer nu echt om te gooien. De complexiteit van deze uitdagingen “vraagt om een integrale en meervoudige aanpak en om het stapelen van ambities.”
Alleen is de huidige staat van de gebiedsontwikkeling niet voldoende om goed genoeg op de huidige ontwikkelingen te kunnen reageren. “In de plan- en besluitvorming moet voldoende flexibiliteit worden gecreëerd om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, veranderende inzichten en technologische innovaties. Het is dus de uitdaging om de onzekerheid en de onvoorspelbaarheid te omarmen en om daarbij, in de geest van de nieuwe Omgevingswet, de creativiteit en het organiserend vermogen van de lokale gemeenschap te benutten.”
Met en van elkaar leren
Vorig jaar stelde hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas in zijn oratie “Gebiedsontwikkeling: de paradox van het paradijs” al een verandering voor vanwege de onzekerheid en onvoorspelbaarheid in gebiedsontwikkeling. Hij pleitte voor de bereidheid bij gevestigde partijen om leidende inzichten en kaders ter discussie te stellen of zelfs los te laten. Stam en Peek beargumenteren dat vergaande samenwerking tussen sectoren en disciplines, in combinatie met het loslaten van de sectorale en disciplinaire grenzen, kan zorgen voor een nieuwe stap in de goede richting. “Samen experimenteren en met en van elkaar leren kan zorgen voor innovaties in de aanpak van gebiedsontwikkeling.”
In het artikel stellen de auteurs op basis van bestaande literatuur dat kennis over experimenteren en leren nog geen onderdeel van de dagelijkse praktijk is in gebiedsontwikkeling. Het project Stepping Out kan er de komende jaren voor zorgen dat hier verandering in komt. Dit door de NWO gesubsidieerde project onderzoekt de komende jaren “hoe professionals die de stad van de toekomst vormgeven – als architecten, planners, ambtenaren en ingenieurs – uit hun comfortzone kunnen stappen. Zij moeten samen radicaal nieuwe oplossingen voor transport, energie en huisvesting ontwerpen om bij te dragen aan de transitie naar een duurzame stad.” De gebiedsontwikkelingen Amsterdam Haven-Stad en Rotterdam Makers District staan centraal in dit onderzoek.
Omarmen
Stam en Peek stellen in een eerste observatie van beide cases dat als een duidelijk eindpunt van de gebiedsontwikkeling ontbreekt, monitoring een belangrijk instrument lijkt te zijn om grip te houden op de transitieopgaven. De uitdaging daarbij is volgens het duo om monitoring en evaluatie niet alleen in te zetten om te reflecteren op de voortgang en prestaties, maar ook – als een soort dubbelslag leren – op de ingezette koers en de onderliggende ambities. Zij stellen dat op basis van de eerste bevindingen in beide projecten adaptieve plan- en besluitvorming en monitoring en evaluatie in ieder geval belangrijke ingrediënten van zogeheten 'lerende gebiedsontwikkeling' lijken te zijn.
Maar, is de conclusie, er is nog een belangrijker ingrediënt nodig, namelijk de bereidheid van gevestigde regime-partijen om dingen anders te doen als de transitieopgave daarom vraagt. “Open staan voor verandering en vernieuwing is dus nodig om tot innovaties in de aanpak van gebiedsontwikkeling te komen. Wanneer we experimenteren en leren in gebiedsontwikkeling omarmen, heeft dit potentie om zowel het proces als het resultaat van (een) gebiedsontwikkeling weerbaarder en veerkrachtiger te maken.”
Lees het volledige artikel op de website van Rooilijn.
Cover: Luchtfoto Merwe4havens - Gemeente Rotterdam
Cover: ‘Merwe4Haven | Gemeente Rotterdam’