Verslag Bij de afdeling Real Estate & Housing van de Faculteit Bouwkunde, TU Delft, wordt in de Master-opleiding de praktijk van een gebiedsontwikkelingsproces gesimuleerd in een ‘Management Game’. De studenten krijgen ieder een professie toegewezen en werken in groepen aan een Masterplan voor Park Zestienhoven in Rotterdam. Zo zitten gemeenteambtenaren (met kennis van planning, infrastructuur of economie), corporaties en projectontwikkelaars samen met externe adviseurs zoals een procesmanager, stedenbouwkundige, jurist en milieukundige aan tafel. Het doel van de Management Game is studenten ervaring te laten opdoen met samenwerken en de belangen vanuit verschillende disciplines te leren integreren in één plan. Aan het einde van de Management Game worden de Masterplannen voor Park Zestienhoven gepresenteerd aan zowel de begeleiders als aan externen uit de praktijk.
De ‘Schetsschuit’
Aan het begin van de Management Game die in totaal vijf weken duurt wordt speciaal voor de procesmanagers en stedenbouwkundigen een workshop georganiseerd om hen te helpen het ontwikkelingsproces binnen hun groep op te starten. Deze workshop wordt geleid door Pieter Boone van de Dienst Landelijk Gebied (DLG, www.dienstlandelijkgebied.nl) dat onder het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie valt. De DLG heeft de methode ‘Schetsschuit’ ontwikkeld om in een ontwerpatelier dat enkele dagen duurt samen met alle stakeholders oplossingen te zoeken voor complexe ruimtelijke opgaven. De werksessie met de studenten duurt echter slechts een halve dag, waarbij het initiatief nemen geoefend wordt. Na deze sessie is het aan de studenten zelf om de methode toe te passen in hun eigen groep.
In vier groepjes moeten de studenten plannen op kaart tekenen voor Zestienhoven. Daarbij worden ze begeleid door Pieter Boone, Roos Stolker, een procesmanager uit de praktijk, en twee docenten van de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling, Agnes Franzen en Jolai van der Vegt. Boone legt in een presentatie uit waarom de ‘Schetsschuit’ in de praktijk zo’n succesvolle methode is. Tijdens het ontwikkelingsproces van ruimtelijke opgaven wordt in de ‘Schetsschuit’ namelijk niet alleen gepraat, maar ook geschetst waardoor het proces effectiever wordt. Van belang tijdens werksessies met alle stakeholders is dat men naar elkaar luistert en dat tegelijkertijd oplossingsgericht getekend wordt, aldus Boone.
De workshop start en de studenten krijgen een thema mee om de opdracht te maximaliseren, dramatiseren en optimaliseren. Boone geeft hen enkele tips mee: ‘Er zijn geen slechte ideeën, men moet proberen om ‘out of the box’ te denken en er dient gediscussieerd te worden aan de hand van schetsen.’ Bij aanvang huiveren enkele studenten nog met het tekenen, maar al snel krijgt iedereen de smaak te pakken.
‘Management Game in de Masteropleiding - Afbeelding 1’
Het valt Boone op dat er veel bewustzijn van de economische crisis in de groep is. Verder vindt hij het opmerkelijk hoe snel de studenten wat op papier hebben getekend. Op de vraag of men bij dit soort brainstormsessies in de realiteit terughoudender is omdat er op het eerste gezicht weinig kan, antwoordt Boone dat men tegenwoordig juist bereid is om ‘gek’ te doen omdat eerder bedachte oplossingen niet meer werken. Boone geeft de studenten daarom ook aan het einde van deze workshop het motto mee: ‘Keep the spirit and go on!’
Tijdens het onderwijssemester vroeg ik studenten hoe zij de workshop ervaren hadden en of zij de ‘Schetsschuit’ later hebben toegepast in hun eigen groep. Volgens Joëlle Lokhorst (rol van procesmanager) is de methode ‘Schetsschuit’ zeer doeltreffend omdat verschillende partijen elkaar sneller en beter kunnen begrijpen. Door het schetsen heeft zij tijdens deze workshop ervaren dat ideeën sneller boven tafel kwamen. De methode heeft zij dan ook zelf toegepast in haar eigen groep. Dat heeft geresulteerd in het sneller nemen van beslissingen binnen de groep, aldus Joëlle Lokhorst. Yannick Vos (rol van procesmanager) sluit zich hierbij aan en vindt de ‘Schetsschuit’ een goed communicatiemiddel dat zeker het ontwikkelingsproces binnen zijn eigen groep heeft bevorderd. Ook Ivana Radakovic (rol van stedenbouwkundige) heeft de methode in haar groep toegepast. Op de vraag of de ‘Schetsmethode’ heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het eindresultaat antwoordt ze: ‘Niet direct, maar de methode heeft geholpen om al schetsend iedereen in dezelfde richting te laten denken.’ Deze workshop moet volgend jaar zeker opnieuw aan de nieuwe lichting Masterstudenten aangeboden worden, aldus de mening van deze studenten.
‘Management Game in de Masteropleiding - Afbeelding 2’
Het eindresultaat van de Management Game
Het leerdoel van de Management Game in de Masteropleiding is om kennis te vergaren en inzicht te krijgen in het ontwikkelingsproces van gebieden. De opdracht om het Zestienhoven gebied in Rotterdam te herontwikkelen, is door de mix van verschillende functies en het vliegveld een zeer complexe opgave. De begeleiders van de Management Game zijn tijdens de eindpresentaties allen onder de indruk van de plannen die de studenten in een periode van vijf weken hebben gemaakt. Volgens Hans de Jonge (Hoogleraar Vastgoed / directeur Brinkgroep) werkt het tijdens dit soort leerprocessen goed om de lat hoog te leggen en studenten uit de dagen. Wanneer studenten uitgedaagd worden met praktische oplossingen te komen voor complexe problemen is het leereffect groter dan tijdens de colleges. De studenten worden volgens De Jonge op deze manier beter klaargestoomd voor het ‘echte’ werk. Peter Pol, werkzaam bij de gemeente Rotterdam, noemt de eindpresentaties interessant en dynamisch. Volgens Pol mogen de plannen wel wat ‘gekker’ en mag er meer geïnnoveerd worden. Volgens Friso de Zeeuw (praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling/directeur Nieuwe Markten Bouwfonds) moet de innovatie echter vooral in de flexibiliteit liggen en niet in het hele ontwerp. Op de vraag hoe bewust de studenten zijn van de economische crisis en hoe dat de eindplannen beïnvloed heeft, antwoordt de Zeeuw: ‘Sommige groepen hebben plannen met hele hoge dichtheden die zelfs vóór de crisis niet haalbaar waren en andere groepen hebben juist veel marktonderzoek gedaan. Goed is dat het groenaspect is meegenomen en dat rekening is gehouden met verschillende toekomstscenario’s. Zo is veel aandacht besteed aan het tempo, de programmering, de fasering en de functies.’ Een aandachtspunt vindt de Zeeuw dat de unieke positie van Rotterdam meer had moeten worden meegenomen in zowel de analyses als de uiteindelijke plannen.
Meer over het RE&H Masterprogramma: http://home.tudelft.nl/en/study/master-of-science/master-programmes/architecture-urbanism-and-building-sciences/real-estate-and-housing/
Voor een pdf van de volledige publicatie zie bijlagen.
Cover: ‘Park Zestienhoven, Rotterdam’ door Philip Mallis (bron: Flickr) onder CC BY-SA 2.0, uitsnede van origineel