Marker Wadden door Theo Baart (bron: Theo Baart)

Marker Wadden: een knap staaltje natuurherstel

28 juli 2023

8 minuten

Recensie De echte Wadden gelden als een ingenieus natuurlijk systeem. Nederlanders zouden geen Nederlanders zijn als ze niet zouden proberen dat te kopiëren, in dit geval in het Markermeer. Jaap Modder las de publicatie die de bijzondere operatie van de Marker Wadden in beeld brengt. Een project dat hoop biedt op het herstel van eerder gemaakte fouten.

In de architectuur was het een tijdje in de mode om “Nooit gebouwd in …”-boeken samen te stellen. In de trant van: wat zou het mooi zijn geweest, dat gebouw op die plek…. Het Markermeer is weliswaar geen gebouw maar het is voor velen nog steeds een Nooit gebouwd in…, het nooit ingepolderde land. Het lag na de Tweede Wereldoorlog op de tekentafel van wat we nu planologen noemen. We hadden geleerd van de oorlog, voedselzekerheid konden we garanderen met het inpolderen van het grootste deel van het IJsselmeer. Totdat we ruim een halve eeuw later ontdekten dat we dat areaal aan landbouwgrond bij nader inzien toch niet echt nodig hadden.

Eerste dijk

In 2003 viel het kabinetsbesluit definitief af te zien van inpoldering, het plan voor de Markerwaard ging van de tekentafel. Toch gaan er af en toe nog steeds stemmen op dit gebied alsnog in te polderen. Nog niet zo lang geleden verscheen weer eens een dergelijk pleidooi in een serieuze landelijke krant en ook Tweede Kamerleden lieten zich daartoe verleiden. Deels met de oude argumenten (ruimte voor de landbouw) maar vooral ook om de ecologische schade, die is aangericht met de voorbereidingen voor inpoldering, te herstellen. Zeker is dat we hier te maken hebben met wat de Engelsen een ‘planning disaster’ noemen. Met het oog op inpoldering was er immers in de zeventiger jaren alvast een eerste dijk aangelegd van Lelystad naar Enkhuizen, de Houtribdijk. Daarmee werd dit deel van het IJsselmeer afgescheiden van de rest en ontstond een min of meer afgesloten ‘bak water’ vol wervelend slib en een ‘afgehaakte’ vogelstand.

Zelf probleem oplossen

Sommige voorstanders van inpoldering zien hier dus een nieuw argument om het gebied alsnog in te polderen. Een op het eerste oog praktisch voorstel. Maar er kwamen ruim 15 jaar geleden ook andere voorstellen op tafel primair gericht op ecologisch herstel. Voorstanders van inpoldering zagen en zien daar niks in. Maar de natuurbeschermers trokken aan het langste eind. Ook wel een beetje noblesse oblige: we hebben de problemen zelf veroorzaakt en moeten ze nu ook zelf oplossen, maar niet met oplossingen uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Waarom zouden we niet gaan voor ecologisch herstel van het Markermeer? Dat is immers het probleem.

In dit geval lijken het de landschapsarchitecten en stedenbouwers te zijn die ons land gaan behoeden voor de ecologische ondergang

Er lagen voorstellen op tafel die lieten zien dat het mogelijk zou moeten zijn die ‘bak vol slib’ weer te veranderen in een gebied met meer biodiversiteit en een paradijs voor watervogels. En oh wonder, het duurde in dit geval eigenlijk helemaal niet lang voordat er een vonk oversloeg. De Vereniging Natuurmonumenten meldde zich in 2010 bij de rijksoverheid en nam zelf geld mee van de Postcodeloterij (15 miljoen). Zij schoof aan bij Rijkwaterstaat en daarmee ging de zaak rollen. Het idee was een ‘dynamisch moeras’ aan te leggen dat zou moeten gaan werken als een natuurlijke slibzuiger: met behulp van dat moeras zou het slib gaan bezinken. Even door scrollen nu: anno 2023 zien we een kleine archipel van eilandjes voornamelijk bestemd voor natuurontwikkeling en één eilandje met een nederzetting die toegankelijk is voor bezoekers c.q. toeschouwers. Daarmee wordt de deur voor ecologisch herstel van het Markermeer op een kier gezet, de natuur herstelt en de mens kijkt toe. Dat was het idee, maar hoe kwam het tot stand?

Allemaal ontwerpers

Het is allemaal te vinden in ‘Marker wadden, natuur, bouwen en ontwerpen’, een recente publicatie van Nai010 uitgevers in Rotterdam waarin een zevental auteurs uit de doeken doet hoe dit kunstje geflikt is. Gek genoeg komen we bijna allemaal ontwerpers tegen, geen ecologen. Over architecten wordt weleens gezegd dat die beroepsgroep de wereld gaat redden, althans ze lijken die pretentie te hebben. In dit geval lijken het de landschapsarchitecten en stedenbouwers te zijn die ons land gaan behoeden voor de ecologische ondergang. Nou ja… Deze publicatie telt zeven bijdragen die ons in 200 pagina’s het verhaal van de Marker Wadden vertelt, in tekst en heel veel beeld: fotografie, ontwerpen en schetsen. Het boek kwam tot stand met financiële bijdragen van bekende partijen als het Stimuleringsfonds en de EFL-stichting (en ook Boskalis) en tevens van Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat, de beide opdrachtgevers van het project Marker Wadden.

Marker Wadden door Theo Baart (bron: Theo Baart)

‘Marker Wadden’ (bron: Theo Baart)


Dat maakt dit project interessant: de Postcodeloterij ondersteunt via Natuurmonumenten een gebiedsontwikkeling. Dat zouden ze meer moeten doen… Maar het is misschien nog interessanter omdat hier niet, zoals gebruikelijk, alleen de overheid aan het stuur zit. Samen zijn twee partijen opdrachtgever in een (publieke) gebiedsontwikkeling: de overheid en een maatschappelijke partij. De Marker Wadden is letterlijk een vorm van gebiedsontwikkeling, het is land maken. Weliswaar zonder actoren en in een extreem lage dichtheid (een nederzetting met wat kleine huisjes op een van de eilanden) maar wel gebiedsontwikkeling avant la lettre. Toch houd ik het hier in de eerste plaats op een project gericht op herstel van de ecologie die eerder door menselijk ingrijpen naar de Filistijnen is geholpen.

Niet zo nieuw

Het is een uniek project, ver buiten de scope van de ‘gewone’ gebiedsontwikkelaars. Het is niettemin zeer relevant omdat het ons de gedachte aanreikt dat we met een landschapsarchitectonische interventie een gebied ecologisch kunnen herstellen. Landschapsarchitecten zullen nu wel roepen dat dat helemaal niet zo nieuw is; kom maar door… (neem contact op via mijn profiel onderaan deze pagina). Ik lees trouwens dat een van de auteurs in het boek wel degelijk van mening is dat de Marker Wadden een nieuw hoofdstuk aan het oeuvre van de landschapsarchitectuur toevoegt, namelijk het doen van ingrepen uitsluitend ten faveure van de natuur.

Verschillen in diepte

Vroege Vogels, dat mooie radioprogramma op zondagmorgen, had recent een item over de Marker Wadden waarin duidelijk werd dat het hier niet alleen gaat om wat we boven de waterspiegel zien. Door verschillen in diepte te maken rond het gebied wordt het ook weer interessant voor bepaalde vissoorten. Althans dat is het idee. Het komt zijdelings aan de orde in deze publicatie. Waarom heet dit kleine eilandenrijk trouwens Marker Wadden? Wadden, vooral omdat die een inspiratiebron waren voor de ontwerpers. De gelijkenis gaat maar ten dele op, geen zout-zoet milieu, geen getijden. Maar wel wind en wisselende natte en droge delen.

Marker Wadden is een goed boek, het beschrijft nauwkeurig het ontwerp, wat eraan voorafging en hoe het werd uitgevoerd

Belangrijk om te bedenken is dat het hier om een experiment gaat. Of het herstel daadwerkelijk gaat inzetten met deze ingreep moet nog worden afgewacht (een parallel met het vak van gebiedsontwikkeling!). Daarom wordt de ontwikkeling van het gebied nauwkeurig gemonitord en is er een substantieel onderzoeksprogramma op gezet. Landschapsarchitect Rik de Visser neemt alvast een voorschotje op het succes. Dit is een eerste stap, er is meer nodig, de archipel vraagt om uitbreiding en mogelijk ook met ruimte voor recreatie – alhoewel de ecologie voorop blijft staan. Misschien is dit een tikkeltje te wild amigo, ben benieuwd wat Natuurmonumenten daarvan vindt. Wat zeker niet wild is, is wat we tot dusverre zien. Het project gaat zeker uit van het idee dat je met een minimale ingreep een maximaal effect wilt bereiken. In zoverre is er ook (alweer) een parallel met gebiedsontwikkeling.

Script voor bezoek

Dit alles zou je toch niet verzinnen als we zien dat dat voor het ontwerp van de Marker Wadden stedenbouwers en architecten zijn ingeschakeld. Een heus stedenbouwkundig ontwerp voor een paar puistjes in een onmetelijk waterlandschap? Jawel, en auteur Marcel van der Meijs laat zien dat dat met de grootste mogelijke zorgvuldigheid is gedaan. Het wachtwoord is beschutting (tegen de elementen). En de ontwerpaanpak loopt via het maken van een script voor een eilandbezoek. Hoe ga je er naartoe, naar deze piepkleine nederzetting met een haventje? En ook bij de architectuur van de ‘huisjes’ is beschutting het sleutelbegrip. De gebouwtjes zijn ‘van binnenuit’ ontworpen: een kachel, een bank en veel licht (van boven). Het larikshout komt van de kap op de Veluwe en Natuurmonumenten heeft het geleverd. Geen fundament onder de gebouwtjes maar schroefpalen. En de aannemer dacht mee want die is gespecialiseerd in strandhuisjes. Dat is ook een opvallend aspect van dit project, zo lezen we: de samenwerking met en de betrokkenheid van de partijen in de uitvoering, de baggeraars en de aannemers. Ook een goeie voor gebiedsontwikkeling…

De Waddeneilanden waren een bron van inspiratie voor de ontwerpers/makers. Maar ook Sea Ranch, een verzameling huizen aan de kust van Californië ten noorden van San Francisco. Die hebben nog veel meer te verduren van de wind uit zee maar de referentie valt inderdaad op, zelfde type architectuur (onopvallend), zelfde type materiaal (red cedar dat op termijn grijs wordt).

Marker Wadden door Theo Baart (bron: Theo Baart)

‘Marker Wadden’ (bron: Theo Baart)


En wat zien we nu, als we er naartoe gaan? Frits Palmboom, een van de auteurs, neemt de term ‘tussenland’ over van een van de initiatiefnemers. We zien, schrijft hij, een ‘dunne archipel’ met water, wind en oneindigheid waar de natuur per maand verandert. Kelly Shannon, een andere auteur, noemt de Marker Wadden een ‘radicaal experiment voor het antropoceen’. Dat lijkt het zeker te zijn, de mens helpt de natuur een handje. Of het ook als neo-natuur kan worden gezien, zoals ze schrijft, weet ik niet. Fotograaf Theo Baart roemt het licht en de oneindigheid.

Marker Wadden is een goed boek, het beschrijft nauwkeurig het ontwerp, wat eraan voorafging en hoe het werd uitgevoerd. De auteurs verhullen niet dat Marker Wadden aan het begin staat van een zoekproces naar het herstel van eerder gemaakte fouten. En ook dat maakt de Marker Wadden tot een ‘uiting van beschaving’ (Theo Baart). Zoiets kan in deze tijden geen kwaad. Het geeft hoop.

Kijk ook even naar deze fraaie documentaire over de natuurontwikkeling op de opgespoten eilanden in het Markermeer.


Cover: ‘Marker Wadden’ (bron: Theo Baart)


Jaap Modder door Jaap Modder (bron: LinkedIn)

Door Jaap Modder

Brainville, urban and regional planning


Meest recent

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024