Opinie Dr. Peter M.J. Pol en Jeroen Klijs MSc - Programmaleiding Master City Developer, www.mastercitydeveloper.nl
De jaarlijkse internationale reis van de Master City Developer (MCD) ging dit jaar naar Helsinki. 25 Professionele gebiedsontwikkelaars die de tweejarige Masteropleiding voor Gebiedsontwikkeling volgen, lieten zich inspireren in de hoofdstad van de meest noordelijk gelegen EU-lidstaat. Tot voor de crisis was Helsinki het grote voorbeeld voor veel steden in Nederland: een hoog gemiddeld opleidingsniveau, een hoge 'quality of life' en een succesvolle kennisintensieve economie. Vlaggenschip hierbij was Nokia. Dit telecommunicatiebedrijf stond model voor het grote succesverhaal van Helsinki. Een bedrijf dat zich telkens heeft heruitgevonden via houtpulp, rubber, kabels tot mobiele telefoons. Nokia was één van de grote stevige pijlers van de exporteconomie van Finland en maakte het mogelijk om een hoog welvaartsniveau na te streven. Het moordende concurrentietempo van de smartphonemarkt heeft Nokia in de laatste jaren echter niet kunnen bijhouden. Haar marktaandeel is gemarginaliseerd met mogelijk vergaande negatieve gevolgen voor de Finse regio. Het hoge gemiddelde opleidingsniveau en de in het verleden gebleken veerkracht van de Finse bevolking levert de hoop op dat er binnenkort een krachtig antwoord komt op de marktleiders Apple en Samsung. Maar dit is allerminst zeker. En wellicht gaan de Finnen opeens in een heel andere marktsector uitblinken. Of gaan ze toch meer duistere tijden tegemoet? Gegeven deze onzekere context, vielen er tijdens de MCD reis een tweetal zaken op: 1) De gemeentelijke overheid treedt nog uiterst krachtig op als regisseur van de stad;
2) Gebiedsontwikkelingen vinden in Helsinki nog steeds op grote schaal plaats. Er lijkt in deze markt nog geen crisis te zijn.
Terwijl in Nederland vrijwel elke stad nadenkt over een beleid om zo goed mogelijk private initiatieven te faciliteren en haar eigen rol minder dominant te maken, is de Gemeentelijke overheid in Helsinki nog zeer dominant bij het ruimtelijk fysiek beleid. Dit kan verklaard worden door de volgende factoren:
1) de stad is eigenaar van 80% van de grond; de stad heeft daardoor veel controle over de ruimtelijke inrichting en is, via het erfpachtsysteem, verzekerd van een constante inkomstemstroom;
2) de stad heft zelf relatief veel eigen belastinginkomsten: ongeveer 50% van de Finse inkomstenbelasting gaat rechtstreeks naar de stad, terwijl Nederlandse gemeenten voor meer dan 90% afhankelijk zijn van doorgesluisde middelen vanuit het rijk;
3) de bevolking accepteert zonder meer de dominante rol van de overheid; de bescheiden volksaard en beperkte mondigheid van de Finnen komt mede voort uit de lange overheersing door de Russen;
4) er lijkt nog een grote vraag te zijn naar woningen en kantoren in Helsinki (overigens zijn de bouwkosten in Helsinki zeer hoog, wat een signaal is van een zeer beschermde markt met weinig prikkels van potentiële toetreders).
Gebiedsontwikkelingen gaan in Helsinki nog heel hard. In hoog tempo worden stedelijke gebieden (her-) ontwikkeld. Een mooi voorbeeld is Kalasatama, de herontwikkeling van het gebied waar tien jaar geleden de haven van Helsinki nog was. Kantoren, woningen en winkels worden vanaf de tekentafel zeer snel getransformeerd tot realiteit: 175 hectares, 20.000 inwoners, 6.000 appartementen en 8.000 banen. Terwijl de verkeerslichten van de markt op oranje lijken te springen, lijken de gebiedsontwikkelaars hard op het gaspedaal te drukken. Bij ons riep dit een déjà vu op van de gebiedsontwikkelingen in Nederland van voor 2008.
Welke reflecties hadden wij na de reis: 1. Het belang van het hoge gemiddelde opleidingsniveau voor de veerkracht van de economie. Doen wij het in Nederland voldoende goed? Moeten wij niet veel meer investeren in goed onderwijs en economie om beter te kunnen presteren in de huidige kennisintensieve economie?
Eén van de voorwaarden van succesvolle gebiedsontwikkeling, het realiseren van marktkwaliteit, wordt in Helsinki vrijwel volledig overgelaten aan de kennis en kunde van de stedelijke overheid. Er is alle vertrouwen dat de overheid in staat is de marktvraag in te schatten en op basis daarvan – tot op detailniveau - plannen te maken voor de ontwikkeling van stad en regio. Marktpartijen worden pas in de realisatiefase bij projecten betrokken; zij mogen de plannen van de stad uitvoeren. Ook het betrekken van de eindgebruikers (in welke vorm dan ook) is niet of nauwelijks aan de orde. De confrontatie tussen de Nederlandse en Finse situatie leidt tot de conclusie dat het goed is wanneer de stad een duidelijke visie heeft over haar eigen toekomst en in hoofdlijnen de regie voert over wat er in de stad gebeurt. Maar private partijen zijn vaak beter en sneller in staat om in te spelen op veranderende behoeften van gebruikers. De veel grotere aandacht hiervoor in Nederland zien we als één van de grote winstpunten van de crisis.
Waarom niet streven naar meer belastinginkomsten voor de lagere overheden? Er gaapt een groot gat tussen het Nederlandse 10% en het Finse 50%. Minder afhankelijkheid van de nationale overheid qua inkomsten zal ook het belang van de gebiedsontwikkeling als melkkoe voor de gemeenten verkleinen. Hierdoor kunnen gemeenten zich meer richten op hun publieke taak en zal er minder (potentiële) belangenverstrengeling ontstaan.
Wat gebeurt er over vijf jaar? Lezen we dan berichten in de pers over de ontdekking van een luchtbel in de Finse vastgoedmarkt? Of blijkt de Finse economie inderdaad zo veerkrachtig te zijn dat de crisis in de kiem gesmoord kon worden? Vragen die nu nog niet te beantwoorden zijn, maar we blijven deze interessante stedelijke regio goed in de gaten houden.
Cover: ‘2012.06.20 MCD in Helsinki: Crisis? What Crisis?’