Analyse Het is de plicht van gebiedsontwikkelaars om werk te maken van het welzijn en geluk van bewoners en gebruikers van een gebied. Dat stelt Yvonne van Mierlo van ontwikkelaar Blauwhoed. Zij legt uit hoe ontwerpstudio’s daarbij kunnen helpen. “Betrokkenheid van alle stakeholders leidt tot een betere invulling, maar vraagt echte professie van ontwikkelaars.”
Eén van de belangrijkste vragen voor Blauwhoed is hoe we met gebiedsontwikkelingen bijdragen aan het welzijn, het geluk en de gezondheid van bewoners en gebruikers. In onze dagelijkse praktijk doen we dat door een multidisciplinair ontwikkelproces in co-creatie met professionals en gebruikers.
Welzijn = geluk + gezondheid
De afgelopen jaren is er toenemende aandacht voor gezondheid als thema in gebiedsontwikkelingen. Uit onderzoek blijkt dat het investeren in geluk ook een sterk positief effect heeft op onze gezondheid en levensverwachting. Focus op geluk is dus nog relevanter. Geluk wordt vaak gedefinieerd als ‘de mate waarin een individu de algehele kwaliteit van zijn of haar leven als positief beoordeelt’. Het is inmiddels wetenschappelijk bewezen dat 40% van ons geluk afhangt van onze genen en 10 tot 20% van onze omstandigheden. Onze keuzes en gedrag, die door onze leefomgeving te beïnvloeden zijn, bepalen dus voor 40 tot 50% ons geluk. Een grote kans dus voor gebiedsontwikkelaars en ontwerpers.
Bij het beïnvloeden van het geluk van gebruikers via ontwerp zijn factoren op gebieds- en projectniveau te onderscheiden. Het welzijnslabel dat we bij Blauwhoed ontwikkelen stimuleert toepassingen in projecten waarvan we verwachten dat ze bijdragen aan geluk, zoals het ontmoeten van mensen, groen in de directe omgeving en een gezond binnen-leefklimaat. Daarnaast onderzoeken we, samen met Syntrus Achmea Real Estate & Finance en Juli Ontwerp, welke factoren op buurt- en gebiedsniveau daadwerkelijk positief en negatief bijdragen aan geluk. Zo willen we te weten komen wat nodig is voor het ontwikkelen van een gelukkige leefomgeving.
‘Venndiagram - Woongeluk gebruikers’ (bron: Blauwhoed Studio)
Vijf keer ‘co’
Naast ‘eigenaarschap’ en ‘gedragsgericht ontwerp’ als bepalende factoren voor ons woongeluk, blijkt uit onderzoek dat ‘participatie’, dus betrokken worden en zijn, ook zo’n factor is. Tot een paar jaar geleden waren bij ontwerpstudies en planontwikkeling alleen professionele partijen betrokken. Naast professionals worden nu ook vaak (toekomstige) stakeholders (zoals potentiële bewoners) betrokken bij het traject van planontwikkeling voor gebieden. Vaak is in deze vorm van participatie de mate van betrokkenheid en invloed echter beperkt tot slechts het informeren van geïnteresseerden en omwonenden.
Eerdere en verregaande betrokkenheid bij ontwerpstudies van alle stakeholders leidt tot een betere invulling van een gebied, maar vraagt echte professie van ontwikkelaars. Bij Blauwhoed spreken we daarom van een ‘co-journey’ om te komen tot een optimaal resultaat. Dit is een reis die we samen met stakeholders afleggen langs verschillende stadia van co-creatie én met behulp van diverse co-creatie-methoden.
We maken onderscheid tussen de volgende stadia: co-decision, co-design en co-development. Bij co-development ontwerpen alle stakeholders, professionals en toekomstige bewoners, omwonenden en gebruikers, vanaf het allereerste begin mee. Dit gebeurt bij IJburg in Amsterdam en ParkEntree in Schiedam.
Bij co-design zijn al deze partijen in een vroeg stadium betrokken en wisselen ze ideeën uit, bespreken ze de opties en geven hun wensen aan. Die informatie vertalen wij vervolgens samen met de professionals naar ontwerpen. Zo bepaalden omwonenden en toekomstige bewoners in Vianen mee hoe de stedenbouwkundige opzet van de buurt, het groen en het parkeren eruit moesten komen te zien.
Bij co-decision doen wij het voorwerk door met professionals de ontwerpen te maken en uit te werken. Als er meer elementen vastliggen, worden omwonenden geïnformeerd, terwijl betrokken toekomstige bewoners en gebruikers de beste optie uit voorgelegde mogelijkheden kiezen.
De co-creatie-methoden die we in deze stadia gebruiken zijn heel divers en afhankelijk van de fase in het ontwikkelproces, het doel, de betrokkenen en de mate van mogelijke invloed. We werken onder meer met design sprints en method kit tools tot ‘now/how/wow’-sessies, mindmappen en geeltjes stickeren.
Van ontwerp naar ontwikkeling
Bij Blauwhoed ervaren we iedere dag dat ontwerpstudies niet direct in een rechte lijn doorgetrokken kunnen worden naar concept- en planontwikkelingen. Met ontwerpstudies kun je op een hoger schaalniveau ontwerpend in beeld brengen wat de (on)mogelijkheden zijn van een gebied, vaak nog voordat er een concrete opgave is gedefinieerd. Scenario’s in de ontwerpstudies bieden de mogelijkheid om verschillende gebiedsinvullingen te beoordelen. De kracht van de verbeelding biedt zo kansen, zowel in het creëren van het toekomstige beeld als voor het draagvlak.
Maar het kan ook een beperking zijn. Door te visualiseren en te focussen op die ‘werkelijkheid’ word je beperkt in creativiteit en de te onderzoeken mogelijkheden. Niet zelden is dit ingegeven door voorkeuren van professionals, en beperkende randvoorwaarden door aannames over functies en programma. Dat vormt een mogelijke bedreiging omdat je in een volgende projectfase beperkt wordt om een optimaal projectplan te maken.
Ontwerpstudies werken met verschillende scenario’s. Vaak zijn er echter meer scenario’s dan we als mens kunnen bedenken. Daarom kunnen we data en technologie nog veel meer gebruiken om talloze scenario’s te inventariseren. Hierdoor kunnen we beter voorspellen hoe we (trends en ontwikkelingen in) woonbehoefte, duurzaamheid, biodiversiteit, inclusiviteit en welzijn optimaal combineren om te komen tot toekomstbestendige gebieden.
Daarnaast mag het ontwerpen voor gebiedsontwikkeling meer dienstbaar zijn aan het doel om gebieden te realiseren waar we als professionals zoveel mogelijk bijdragen aan het welzijn en de welvaart van bewoners en gebruikers. Ook hier kun je co-creatie inzetten: niet alleen in de daadwerkelijke planontwikkeling, maar vanaf het allereerste begin moet je het belang van uiteindelijke gebruikers in beeld hebben. Juist ‘softe’ elementen zijn vaak bepalend voor het succes.
Om harde uitgangspunten te verkrijgen en onze bijdragen aan het welzijn meetbaar te maken valideren we als laatste de wetenschappelijke inzichten bij onze bewoners. Voor een nog beter ‘geluksresultaat’ in gebiedsontwikkelingen, maken wij dus ook letterlijk ruimte voor toekomstige gebruikers.
Dit jaar verschijnt de publicatie ‘Ontwerpen voor gebiedsontwikkeling’. Hierin bundelt de Leerstoel Gebiedsontwikkeling de inzichten uit de onderzoekslijn over de relatie tussen ruimtelijk ontwerp en gebiedsontwikkeling én kijkt zij vooruit. In aanloop naar deze publicatie verschijnt er op Gebiedsontwikkeling.nu de komende maanden een aantal voorpublicaties hieruit. U kunt de publicatie (digitaal of hardcopy) ontvangen door een bericht te sturen naar Jutta Hinterleitner. Aan haar kunt u ook input sturen voor de onderzoeksagenda van volgend jaar.
Cover: ‘Vrijthof plein - Maastricht’ door gokhanadiller (bron: Shutterstock)