treinstation

Meer woningbouwplannen rond treinstations

11 juni 2016

2 minuten

Nieuws Om het maatschappelijke rendement en de voortgang van het programma OV-knooppunten te kunnen volgen heeft de provincie Noord-Holland de ‘Monitor OV-knooppunten’ opgesteld.

Twee belangrijke inzichten op basis van de indicatieve monitor zijn: Er moet meer woningbouw gepland worden rond treinstations en er is meer aandacht nodig voor de leegstand van kantoren op deze locaties.

De nulmeting van de ‘Monitor OV-knooppunten’ laat zien dat nog geen 40% van de woningbouw rondom OV-knooppunten is gepland. De provincie Noord-Holland wil dat minimaal 50% van de nieuwe woningen wordt gebouwd binnen bestaand bebouwd gebied en binnen 1200 meter rondom een treinstation. Om deze ambitie te kunnen halen, moet nadrukkelijker worden gekozen voor bebouwing rondom deze knooppunten en moeten bestaande plannen beter aansluiten op de marktvraag: veel mensen willen wonen op goed bereikbare locaties met voorzieningen in de buurt.

Transformatie kantoren naar woningen

Daarnaast blijkt uit de monitor dat ongeveer 20% van de kantoorruimte rond trein- en busstations leeg staat, terwijl het om goed bereikbare locaties gaat. Ondanks deze hoge leegstand zijn hier nog veel plannen voor de bouw van nieuwe kantoren. De ruimte rond de stations kan efficiënter worden gebruikt als in plaats daarvan gebruik gemaakt wordt van de kantoren die leegstaan. Daarnaast kunnen andere gebruiksfuncties worden gezocht voor de leegstaande kantoren. De kantoren kunnen getransformeerd worden naar woningen of naar andere voorzieningen.

Groeimodel

Met de monitor wil de provincie ook haar samenwerkingspartners zoals gemeenten inzicht geven in de werking van de verschillende maatregelen die worden genomen. Deze eerste monitor is een nulmeting die gedaan is met beperkte gegevens. De cijfers uit de monitor zijn indicatief en geven de richting van ontwikkelingen aan. Voor de monitor zijn cijfers over bestaande plannen en afspraken gebruikt waarin nog geen rekening is gehouden met nieuwe ontwikkelingen die passen bij het knooppuntenbeleid, zoals ‘Maak Zaanstad’ van de gemeente Zaanstad. Om het maatschappelijk rendement van het programma OV-knooppunten nog beter in beeld te brengen, kunnen gegevens over een groot aantal indicatoren worden gebruikt. De monitor is een groeimodel: volgende versies kunnen aangevuld worden. De provincie is hiervoor deels afhankelijk van externe partijen.

Ambitie

De monitor betreft de periode 2012-2040. De ambitie van minimaal 50% woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied en binnen 1200 meter rondom een OV-knooppunt, is een gemiddelde voor de gehele provincie voor het jaar 2040. Afhankelijk van het type knooppunt kunnen de potentie en het percentage per knooppunt verschillen. De marktvraag en de mate waarin de beschikbare ruimte al wordt gebruikt spelen daarbij een rol.

Bron: stadszaken.nl


Cover: ‘treinstation’


Portret - Jos Feijtel

Door Jos Feijtel

Adviseur versnelling woningbouw


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024