2014.02.16_Met plakkend verhaal_660

Met ‘plakkend’ verhaal brengt burgerinitiatief overheden in beweging

16 februari 2014

3 minuten

Onderzoek Burgerinitiatieven stranden vaak op gebrek aan bijval van de overheid. Maar soms vinden de ideeën van de groepen gehoor en brengen ze wijzigingen aan in de plannen van overheden voor regionale ontwikkeling. Hetty van der Stoep concludeert dat een goed verhaal en verbindende personen op geschikte gelegenheden erin slagen met een burgerinitiatief het tij te keren. Zij promoveerde 24 januari aan Wageningen University op de kracht van ‘storytelling’.

Agenda’s van overheden voor ruimtelijke planning veranderen subtiel via een geleidelijk proces van kleine stapjes. Die wijziging kan ook vanuit burgerinitiatieven komen. Daarvoor moeten ze wel aan een aantal criteria voldoen. Uit het proefschrift Stories becoming sticky van ruimtelijke planning- en communicatieonderzoeker Hetty van der Stoep blijkt dat de initiatiefnemers succes kunnen hebben als hun verhaal soepel aansluit bij de bestaande beleidsverhalen en gebeurtenissen die belangrijk zijn in de ogen van overheden. Zulke aantrekkelijke, ‘plakkende’ verhalen sluiten aan bij de ervaringen van luisteraars. Initiatiefnemers die zich goed inleven en luisteren naar de verhalen van beoogde medestanders, blijken in staat hun eigen verhaal te koppelen aan de perspectieven en ervaringen van potentiële medestanders. De kunst van het zgn. storytelling ligt volgens de promovenda niet zozeer in het aanprijzen en uitzenden van het verhaal, maar in het empathisch luisteren en het delen en subtiel aanpassen van verhalen.

Met ‘plakkend’ verhaal brengt burgerinitiatief overheden in beweging - Afbeelding 1

None http://www.gebiedsontwikkeling.nu/workspace/uploads/2014.02.16_met-plakkend-verhaa-53008db3943ed.jpg

‘Met ‘plakkend’ verhaal brengt burgerinitiatief overheden in beweging - Afbeelding 1’


Plakkende verhalen

Uit twee casestudies in Zuid-Limburg (Nieuwe markten Heuvelland met o.m. de hieruit voortgekomen actie “Je zult er maar wonen”) en de stadsrand Gouda-Krimpenerwaard blijkt dat verhalen ‘plakken’ wanneer deze werden verbonden met politieke en maatschappelijke gebeurtenissen die de speciale aandacht trekken van mogelijke medestanders. In afwachting van betekenisvolle gebeurtenissen en gunstige momenten moeten de veranderaars continu werken aan het warm maken van het beleidssysteem voor nieuwe ideeën en verhalen. Dat doen zij door hun verhaal telkens weer te vertellen en te delen in verschillende contexten. “Dat vergt veel geduld, volharding en oplettendheid van de initiatiefnemers,” waarschuwt Hetty van der Stoep. Dit moet op den duur en vaak bij een toevallige ontmoeting leiden tot de aanvaarding door medestanders. Zij zien de aangeroerde kwestie vanaf dat moment als relevant en belangrijk en geven het een prominente plek op de beleidsagenda.

Verbinders

Cruciaal bij het proces om binnen te komen met een goed verhaal is de rol van personen die kunnen ‘verbinden’. Hun handelen heeft meer succes indien zij een sleutelpositie innemen, zelf geloofwaardige verhalenvertellers zijn of mobiliseren, en goed kunnen luisteren en zich invoelen in de ander, terwijl ze ook nog alert reageerden als zich kansen voordeden.

Naar een verbindende planningpraktijk

Het scheppen van ruimte voor zelforganisatie betekent niet dat planningsinitiatieven zomaar worden losgelaten en worden overgelaten aan de burgermaatschappij. Het impliceert geen planning zonder overheid. De betrokkenheid van professionele planners en overheidsactoren bij het werk en de activiteiten van burgerinitiatieven blijft nodig, niet om controle uit te oefenen, maar om de condities te scheppen waarin burgers gezamenlijk oplossingen kunnen ontwikkelen die bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van gebieden en plekken. Het scheppen van condities voor betekenisvolle verbindingen tussen initiatieven van zowel overheid als samenleving kan de sleutel vormen voor een planningpraktijk die kan omgaan met complexiteit en onvoorspelbaarheid. Het kan de sleutel vormen voor een planningpraktijk die ontvankelijk is voor opkomende alternatieve verhalen in de samenleving.

Planning met een complexiteitsperspectief aanvaardt de sociale werkelijkheid als onvoorspelbaar, non-lineair, complex en chaotisch en beschouwt dit eerder als een kans dan als een bedreiging. De erkenning van toevallige samenlopen en ongeplande verandering benadrukt het voortdurende belang van ruimtelijke planning. Ruimtelijke planning kan duurzame toekomsten van plekken en gebieden faciliteren door gunstige omstandigheden te scheppen voor innovatieve zelforganisatie. Dat kan onder meer door te participeren in het vertellen en doorvertellen van verhalen die ontspringen in de samenleving.

Zie ook:


Cover: ‘2014.02.16_Met plakkend verhaal_660’


Portret - Hetty van der Stoep

Door Hetty van der Stoep

Adviseur BSc/MSc Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024