Nieuws Een extra reservering van 35 miljoen euro in de Nationale Parken onderstreept het belang van natuurherstel en -versterking in Nederland. Tegelijkertijd stapelen de ruimtelijke opgaven in het landelijk gebied zich op. Wat betekent dat voor gebiedsontwikkeling?
Demissionair minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal kondigde in juni aan tot 2030 jaarlijks vijf miljoen euro extra te willen reserveren voor de versterking van de positie van de Nationale Parken in Nederland. Daaronder vallen bijvoorbeeld de Sallandse Heuvelrug in Overijssel, de Groote Peel in Limburg, maar ook de duinen van Texel en de Oosterschelde. In totaal telt Nederland 21 Nationale Parken.
Met de extra 35 miljoen euro tot 2030 kan “een forse impuls” worden gegeven aan het robuuster ontwikkelen van de parken, waar de biodiversiteit onder druk staat. Het geld komt bovenop de beschikbare ongeveer 1,3 miljoen euro die jaarlijks voor de Nationale Parken gereserveerd is.
Nadruk op samenwerking
In het nieuwe Beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030 wordt de nadruk gelegd op de samenwerking tussen parkorganisaties, provincies, natuurpartijen, agrarische partijen en lokale overheden. Allen hebben een rol bij de maatschappelijke en ruimtelijke opgaven in Nederland. De extra budgetten voor de Nationale Parken zijn een van de maatregelen van het Rijk om de staat van de natuur te verbeteren. Ondertussen stapelen de ruimtelijke opgaven zich op. Wat betekent dat voor gebiedsontwikkeling?
Nog complexer
Nationale en internationale overheden zijn het er steeds meer over eens dat het herstel en de versterking van natuur prioriteit moet krijgen om de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden. Deze maand nog stemden leden van het Europees Parlement in met de natuurherstelwet van Eurocommissaris Frans Timmermans. Het doel van die wet is om de biodiversiteit in natuurgebieden in Europa te vergroten. Zo’n tachtig procent van de natuurgebieden in de EU staat er namelijk slecht voor.
Tegenstanders van de wet vrezen voor de gevolgen in Nederland. Het zou het boeren en bouwen nog complexer maken, in combinatie met de huidige stikstofwetgeving. De door het parlement goedgekeurde wet is een afgezwakte versie van het originele plan van de Commissie: landen hoeven zich alleen nog in te spannen voor herstelwerkzaamheden en zijn het niet verplicht.
Tegelijkertijd zijn de opgaven voor het landelijke gebied in Nederland groot. Al in december vorig jaar werd duidelijk dat Nederland vaart moet maken met het creëren van nieuwe natuur. Van de afgesproken 80.000 hectare nieuw te ontwikkelen natuur, waarover het Rijk en de provincies in 2013 het Natuurpact sloten, is op dit moment voor de doelstelling in 2027 pas iets meer dan de helft gerealiseerd.
Om de doelen alsnog te halen, is een “verregaande verandering in de directe omgeving van het Natuurnetwerk Nederland (NNN)” nodig “en een gedeeld toekomstbeeld dat in veel gebieden nog ontwikkeld moet worden”, adviseerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deze maand.
Actieve grondpolitiek
Experts zijn het erover eens dat een grote transformatie in het landelijk gebied noodzakelijk is om de Nederlandse en Europese natuurdoelen te realiseren. “Om de Natura 2000-doelen te halen is een verregaande verandering van de agrarische bedrijfsvoering nodig, bijvoorbeeld naar een extensieve of natuurinclusieve vorm van landbouw”, stelt het PBL.
In hetzelfde nieuwsbericht constateert het PBL dat het voor het Rijk en de provincies lastig is om keuzes te maken, vanwege de meervoudigheid van de doelen. Dit komt de transformatie van de agrarische bedrijfsvoering niet ten goede: “Boeren hebben niet alleen duidelijkheid nodig over wat er van hen wordt gevraagd, maar ook financiële ondersteuning en aangepaste regelgeving vanuit het Rijk of de provincie. Dat geldt met name voor agrarische bedrijven in de buurt van natuurgebieden.”
‘Weerribben’ door T.W. van Urk (bron: Shutterstock)
Op Gebiedsontwikkeling.nu onderschrijft hoogleraar Joks Janssen ook het belang van een gebiedsgerichte aanpak in de transitie van het landelijk gebied, waarbij een grote rol voor de overheid is weggelegd. De winst daarvan is groot, betoogt hij. Natuurambities kunnen simpelweg niet nageleefd worden zonder de landbouw erbij te betrekken. Er zijn daarom mengvormen nodig van natuur en landbouw, maar daarvoor hebben boerenbedrijven meer ruimte nodig. Rustgewassen en minder dieren per hectare vergen nu eenmaal meer grond.
Met een actieve grondpolitiek door provincies kunnen de eerste stappen gezet worden, stelt Janssen. Met een grondbank, duurzame gronduitgifte en een aanpassing van het planologisch regime kan de beweging naar een natuurinclusieve landbouw op gang gebracht worden – en daarmee de beoogde transitie van het landelijke gebied.
Baarlingerpolder
Gebeurt er dan nog niks? Jawel hoor. Er zijn – hoewel mondjesmaat – voorbeelden van agrarische bedrijven, natuurorganisaties en overheden die de handen ineenslaan, of die ambitie hebben, om de transitie te bewerkstelligen. In het beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2028 is een pilot in de Baarlingerpolder opgenomen.
Daar, in de kop van Overijssel in Nationaal Park Weerribben-Wieden, staat het Natura-2000 gebied onder druk door bodemdaling en een stikstofoverschot. Met ruim 10.000 duizend hectare is het gebied het grootste aaneengesloten laagveenmoerasgebied van Noordwest-Europa. Het omliggende landbouwgebied moet getransformeerd worden om de natuur er te versterken.
‘De IJsvogel komt ook voor in de Weerribben.’ door Klaas Vledder (bron: Shutterstock)
Negen “vooruitstrevende agrarische ondernemers” pakken de handschoen op en kijken samen met de parkorganisatie wat zij kunnen doen om de natuur en de biodiversiteit van het Nationale Park te versterken. De enige voorwaarde is dat ze er zelf niet op achteruit gaan.
Eind 2023 komen de boeren met een plan voor toekomstbestendige bedrijfsmodellen. Vanuit de provincie of het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zullen middelen beschikbaar gesteld moeten worden om de pilot in de praktijk uitvoerbaar te maken. Het kan het begin zijn van een nieuwe koers in het gebied en een voorbeeld voor andere gebiedsprocessen.
Lees de kamerbrief over het Beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030 hier.
Cover: ‘Duinen op Texel.’ door Jan van der Wolf (bron: Shutterstock)