Amsterdam

Mini-essay: pleidooi voor ontwerpend denken

12 juli 2018

3 minuten

Onderzoek In het innovatiegerichte bedrijfsleven is design thinking (een onderzoeksmethode waarin via creatieve strategieën ontwerpen ontstaan) een hype. In de ruimtelijke ordening - en ook zeker in gebiedsontwikkeling - blijft ontwerpend onderzoek echter vaak ondergeschikt aan allerlei politieke en financieel-economische afwegingen. Ontwerpen wordt in ons vak daarom al snel gereduceerd tot het vormgeven of visualiseren van wat politiek en financieel wenselijk en haalbaar is. Dat ontwerpend denken en onderzoeken eerder in het proces kan worden ingezet (bijvoorbeeld om meer inzicht te bieden in de uitdagingen en kansen van een ontwikkelopgave), is minder of niet bekend. En doen partijen dit toch, dan worstelen zij met de manier waarop.

Stad van de toekomst

Rijksbouwmeester Floris Alkemade publiceerde in 2016 'De emancipatie van de periferie', een essay over de Nederlandse verstedelijkingsopgave. Op de Provada 2018 hield hij de directeuren van de vijf grootste steden nog eens voor dat de dynamiek en kwaliteit van stedelijk Nederland niet alleen in hun stedelijke centra zitten. Zeker in vergelijking met metropolen als Londen en Parijs, bevinden deze eigenschappen zich in Nederland ook in de verbindingen en groene ruimte tussen de steden en de periferie. Zij dragen bijvoorbeeld sterk bij aan menselijk geluk.

Op basis van ontwerpend onderzoek biedt Alkemade een alternatief voor de focus op de grote steden en ontstijgt zo het debat rond het bouwen ‘buiten de stad’. Het middelste deel van Nederland kent van west naar oost een sterk verstedelijkt landschap. Zo’n 10 miljoen mensen leven hier in hoog- en laagstedelijke gebieden, afgewisseld met veel groen en water. Beschermde natuurgebieden zijn zo bezien onderdeel van het Nederlandse verstedelijkingsproces. Zij bieden, net als onze historische binnensteden, kwaliteiten die we steeds weer moeten (her)waarderen.

Het perspectief van de Rijksbouwmeester is een voorbeeld van hoe design thinking gangbare planningsideeën uitdaagt en van een frisse blik voorziet. Zijn pleidooi adresseert de verstedelijkingsopgave echter op een ‘veilig’ schaalniveau dat over bestuurlijke grenzen en eigendomsverhoudingen heengaat. De implicaties voor bestuursorganen en grond- en vastgoedeigenaren blijven zodoende vaag.

Bij ontwerpen voor gebiedsontwikkeling is dat anders. Mede daarom worstelen veel partijen met de vraag hoe ze ontwerpend onderzoek moeten hanteren. Ontwerpend onderzoek kan voor belanghebbenden (en zelfs voor opdrachtgevers) disruptieve (en dus initieel vertragende) resultaten opleveren. Tegelijkertijd kan ‘verbeeldingskracht’ een instrument zijn om nieuwe oplossingen te vinden en aan patstellingen te ontsnappen (zoals: binnenstedelijk bouwen versus bouwen in het groen). Ontwerpend onderzoek kan een verborgen of latente opgave aan het licht brengen die partijen verbindt. Het kan het onwaarschijnlijke mogelijk maken, en het onhaalbare werkbaar. Het ontwerpend onderzoek kan dus het middel zijn om sneller in te spelen op nieuwe behoeften en tot innovatie te komen. 

De noodzaak van ontwerpend onderzoek in gebiedsontwikkeling is een steeds terugkerend vraagstuk. De zoektocht naar het antwoord blijft actueel, zoals in 'De Stad van de Toekomst', de ontwerpstudie van de BNA. De TU Delft praat de komende maanden met opdrachtgevers en ontwerpteams over de meerwaarde van ontwerpend onderzoek in gebiedsontwikkeling. Resultaten verschijnen op www.gebiedsontwikkeling.nu. Reacties op deze bevindingen en eigen ervaringen met de inzet van ontwerpend onderzoek binnen gebiedsontwikkeling ontvangen we graag via redactie@gebiedsontwikkeling.nu

Natuurlijk levert ontwerpend onderzoek niet altijd het ‘gewenste’ effect. In gebiedsontwikkeling is ieder plan of concept er één in een niet-aflatende stroom van beleidsvorming, plannenmakerij en ruimtelijke investeringen. Een uitdagend voorstel of perspectief kan hierdoor net zo makkelijk weer van tafel verdwijnen (zoals de Schaalsprong Almere) of onbedoeld hardnekkig in het stedelijk planningsdenken verankerd raken (zoals Stadshavens Rotterdam).

Is dat een reden om dit instrument niet in te zetten? Zeker niet. In een wereld vol dynamiek en uitdagingen, zijn ontwerpen voor aanpasbaarheid en het vinden van de vraag achter de vraag (dus een goede opgavedefinitie) van groot belang. Naast analyse van de business case en aanvoelen van het politiek momentum, is ontwerpen een cruciaal onderdeel van het vinden van de ‘doorwaadbare plaats’ in een gebiedsontwikkelingsopgave: de plek waar politiek en maatschappelijk draagvlak, financiële haalbaarheid en conceptplan bij elkaar komen. Is de manier waarop ondernemingen in andere sectoren innovatie organiseren - zoals creatieve ‘hackathons’ in een beleids- en marktluwe setting - in ons vak daarom niet net zo noodzakelijk? 

Dit item verscheen eerder in de publicatie Gebiedsontwikkeling 2GO - zomereditie 2018

Coverfoto: Roy Borghouts


Cover: ‘Amsterdam’


Hedwig

Door Hedwig van der Linden

Onderzoeker Leerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft - H.vanderLinden@tudelft.nl

tom daamen2

Door Tom Daamen

Directeur SKG, Associate Professor Urban Development Management TU Delft


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024