i

Nationale Omgevingsvisie onder vuur

27 juni 2016

6 minuten

Verslag Een debat over de Nationale Omgevingsvisie (NoVi) in wording. Aanleiding was het afscheid van Yves de Boer als voorzitter van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) in februari 2016. Yves de Boer (was gedeputeerde van Noord-Brabant en nu waarnemend burgemeester van Werkendam) heeft als voorzitter van het ‘Jaar van de Ruimte’ bouwstenen geleverd voor de Omgevingsvisie. Binnen het algemeen bestuur van de SKG en bij de uitgenodigde gasten overheersten de kritische geluiden over de totstandkoming van de visie.

Ellenlang proces
De huidige sturingsmethoden in de ruimtelijke ontwikkeling betreffen visieplannen en beleidsplannen. Om de ‘losse’ plannen beter op elkaar te laten afstemmen wil het Rijk toe naar een integrale visie: De Nationale Omgevingsvisie (NoVi).
Hanna Lára Pálsdóttir (werkt binnen het Ministerie I&M aan de Omgevingsvisie) stelt dat binnen de NoVi duurzaamheid centraal staat. Wat zij waardevol vindt aan de aanpak is dat ze met acht departementen aan tafel zitten. “Door met elkaar te praten, krijg je een andere dynamiek, je vliegt het anders aan’’.
De Omgevingsvisie bevat de belangrijkste plannen en ambities voor de inrichting van Nederland tot 2050. Allereerst stelt het Rijk in 2016 en 2017 samen met ’partners’ de Nationale Omgevings-agenda op. Thema’s zoals water, energie, klimaat, verkeer en vervoer, die in de Nationale Omgevingsvisie worden opgenomen, komen hierin aan bod. De presentatie van deze agenda wordt in het najaar verwacht. De visie zelf zal pas door het volgende kabinet vastgesteld worden. 

Friso de Zeeuw (TU Delft) refereert aan het advies ‘Vernieuwing Omgevingsrecht: maak de ambities waar’ van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli), waaraan hij heeft meegewerkt. Dit advies wil geen allesomvattend en omvangrijk boekwerk. Het is beter de Omgevingsvisie te richten op een paar grote opgaven. Aan de hand van een aantal criteria ziet de Rli vier belangrijke opgaven voor de komende decennia: energietransitie, klimaatadaptatie, verbeteren ruimtelijk-economische structuur en de transformatie van het landelijke gebied. “Dit is al een prima aanzet voor die agenda, daar hoef je dus niet zo lang over te doen’’, aldus De Zeeuw.
Wat hem persoonlijk opvalt aan het proces van de omgevingsvisie, is de ‘ellenlange’ voorbereidingstijd: in 2015 zijn de meningen opgehaald, dit jaar staat verdieping centraal, in 2017 wordt de bandbreedte verkleind en in 2018 wordt de visie pas vastgesteld. Zo verlies je het momentum. Daarnaast richt men de blik tot 2050, “een onrealistisch lange termijn; zo wordt het een intellectueel casino”, aldus De Zeeuw.

Het gebeurt ter plaatse: regionale krachtenbundeling rond Schiphol.
Jeanet van Antwerpen, directeur van SADC, ging niet direct in op de NoVi, maar schetste haar inzet voor praktische invulling van de circulaire economie bij de ontwikkeling van werkgebieden rond Schiphol. De ambitie om te groeien en tegelijkertijd de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren is mogelijk volgens Van Antwerpen. Het pilotproject van SADC zit op de gebiedsontwikkeling van de West-As, het gebied tussen het Westelijk Havengebied  en Schiphol, Een hele community van bedrijven staat paraat staat om mee te denken. Want als je tot iets nieuws wilt komen, heb je alle partijen nodig, vertelt Van Antwerpen. Door middel van co-creatie wil men hier een duurzame internationale logistieke ‘hotspot’ ontwikkelen. 
Wat verwacht zij - bezien vanuit haar regionale uitvalsbasis - van de Nationale Omgevingsvisie? Vooral een visie op de internationale positie van Nederland. We zijn hier teveel naar binnenkijkend, vindt de directeur. “Wat is de urgentie en waar wil je verder op ontwikkelen? Logistiek en mobiliteit kunnen veel beter; als referentie moeten wij steden als Hong Kong nemen.’’ Op de vraag of een Nationale Omgevingsvisie wel echt nodig is, antwoordt Van Antwerpen dat voor een gebiedsontwikkeling als de West-As zo’n Visie niet nodig is. Voor grote, noodzakelijke publieke investeringen , zoals de doortrekking van de hoofdstedelijke Noord-Zuidlijn naar Schiphol, kan een Nationale Omgevingsvisie wel betekenis hebben. 

Heleen Aarts (nieuwe SKG-voorzitter en directeur Gebiedsontwikkeling Amvest) vindt het sterke van het verhaal van Jeanet van Antwerpen dat het bevlogenheid combineert met praktische toepasbaarheid en zakelijkheid. Hans de Jonge (hoogleraar Vastgoed TU Delft) voegt toe dat hij de sector-overstijgende aanpak belangrijk vindt. En je hebt gewoon puur praktische partijen aan tafel nodig.
De Zeeuw heeft twijfels over de combinatie van de stevige groei van Schiphol met verbetering van het milieu. Hij heeft slechte ervaringen met deze zgn. dubbeldoestelling: je creëert te mooie verwachtingen. Besturen kan volgens hem niet zonder het ‘toebrengen van leed’.

Geen debat zonder dilemma’s en keuzes
De resultaten van het Jaar van de Ruimte, ook bedoeld als voeding voor de Nationale Omgevingsvisie, zijn niet geland in de politiek, stelt Willem van Buunk (lector aan de Hogeschool Windesheim). Het is niet gelukt om scherpte in het maatschappelijke en politieke debat te krijgen. Als je wilt dat iets aanslaat, dan moet je er een scherp randje aan plakken; je moet er keuzes in stoppen en dilemma’s in beeld brengen, aldus Buunk. Die ontbreken nu. Met algemene termen als integraliteit en duurzaamheid kom je niet ver. Het gaat bijvoorbeeld om een nieuwe generatie bouwlocaties, om de wateropgave en om bodemdaling (‘Heel Holland Zakt’).  

Volgens Jan Fokkema (directeur Neprom) heeft het denken over de nationale ruimtelijke ordening zeven jaar stilgezeten en is er inmiddels weer behoefte aan een ‘gedeeld beeld’. Wat de NoVi gaat betekenen is hem onduidelijk; het is moeilijk om daar een voorstelling van te maken.
Binnen de Neprom zelf wordt op veel thema’s kwantitatief en kwalitatief onderzoek (maatschappelijke trends, economische ontwikkeling, demografie etc.) verzameld. Mede op basis daarvan, komt de club van grote projectontwikkelaars in juni met een eigen toekomstvisie op wonen, werken en winkelen, vertelt Fokkema.

In een reactie op de kritische geluiden over de NoVi, stelt Hanna Lára Pálsdóttir dat het streven zich richt op een helder document, dat duidelijk maakt waar het Rijk voor staat en dat mensen uitnodigt om mee te doen. “Het gaat er om dat we de actuele praktijk aan de lange termijn koppelen’’. Friso de Zeeuw vindt dit een te vaag verhaal. Hij wil bij voorbeeld onderscheid maken tussen redelijk voorspelbare opgaven, bijvoorbeeld: de woningbouw en de wateropgave) en meer onvoorspelbare bewegingen zoals in de economie en mobiliteit.
Sebastiaan de Wilde (directeur Ontwikkeling NS Stations) vindt het zorgwekkend dat het proces zo is uitgerekt. We hebben nu houvast nodig om verantwoord investeringsbeslissingen te kunnen nemen.
Volgens Heleen Aarts kunnen we leren van het ’ontslakken’-traject: het gaat om houding en gedrag en om een slimme combinatie en integreren waar nodig en ontkoppelen waar mogelijk. Dan kan je tempo maken, terwijl je toch verantwoord bezig bent. Hans de Jonge voegt toe dat systeemvragen vragen om leiderschap. En hij zegt: “Leg vast waar dat echt nodig is en vul het verder flexibel in’’.

‘Haast je Langzaam’
Het laatste woord is aan scheidend SKG-voorzitter Yves de Boer. Hij merkt op dat het onderwerp nog lang niet is afgesloten. De rijksoverheid worstelt met de vraag hoe je een hele waaier met ideeën in een besluitvormingsmodel krijgt. Hij adviseert de makers van de Nationale Omgevingsvisie om het gesprek met dit kritische gezelschap voort te zetten, want dit zijn de mensen die het in praktijk doen, maar ook over de materie nadenken. Zijn slotadvies: ‘Haast je langzaam’. Haast af en toe, maar ook de traagheid is nodig; de samenleving moet dat accepteren. Het is juist de kunst van bestuurders, om te schakelen tussen snel en traag. 

Foto bovenaan: Nationale Omgevingsvisie werkplaats, magazinesrijkswaterstaat.nl


Cover: ‘i’


Mirela Milosevic

Door Mirela Milosevic

Projectmedewerker Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Boulevard Périphérique, Parijs door gabriel12 (bron: shutterstock)

Metamorfose van een metropool, Parijs kijkt over de Périphérique

Parijs blijft boeien. Simon Kuper belicht in zijn nieuwe boek ‘Parijs nu’ de transitie van deze miljoenenstad, hij verbindt de fysieke sprong voorwaarts met de mentale. Jaap Modder is enthousiast.

Recensie

4 november 2024

Waterfront Wateringseveld door Frans Blok (bron: Shutterstock)

"Water en bodem sturend is een waterschap dat zegt: hier mag je niet bouwen"

Noodzaakt de woningnood tot losser omgaan met 'water en bodem' als sturend principe? We moeten niet te dogmatisch zijn over waar we woningen bouwen, vinden ministers Mona Keijzer en Barry Madlener. Maar is dat wel verstandig?

Opinie

4 november 2024

Wonen in containers door Di Soccio Massimo (bron: Shutterstock)

Ongelukkige combi flexwoningen-netcongestie vraagt creatief stapelen

Netcongestie zet een rem op de snelheid waarmee bouwprojecten kunnen worden opgeleverd. Voor flexwoningen die in korte tijd worden gerealiseerd is dit bij uitstek een probleem. Creatief stapelen is vereist.

Onderzoek

1 november 2024