Nieuws Het is merkwaardig dat in het debat over de huidige vluchtelingenstroom nog door niemand is opgemerkt dat we in Nederland al een heel lange traditie met het opnemen van vluchtelingen, immigranten en ‘gelukszoekers’ hebben. Sterker nog, zonder deze permanente instroom zou Nederland als ingepolderd, bedijkt en verstedelijkt land niet bestaan hebben, zouden we geen Gouden Eeuw gehad hebben, zou de economische groei eind 19e eeuw en de industrialisatie in de naoorlogse decennia niet mogelijk zijn geweest.
Als het over eerdere ervaringen met vluchtelingestromen gaat, wordt voornamelijk verwezen naar de piek van medio jaren 1990, toen vooral veel mensen uit het voormalig Joegoslavië in ons land een goed heenkomen zochten. Veel verder lijkt het nationale historisch besef niet te gaan.
Maar het was al in de 12e en 13e eeuw dat mensen uit heel Europa hier naartoe kwamen om het zompige moerasland van de Nederlandse delta in cultuur te brengen. De Lage Landen waren dunbevolkt en beschikten over onvoldoende mankracht om de ambitieuze plannen van de Graaf van Holland en de Bisschop van Utrecht uit te voeren. Immigranten uit andere windstreken werden geronseld om zich hier als vrije boer te vestigen, op voorwaarde dat ze bijdroegen aan de ontwatering van het land door de randen van hun kavels te voorzien van sloten waarmee het land ontwaterd kon worden.
Toen op basis van dit ontwateringssysteem landbouw en veeteelt tot bloei konden komen, kwamen ook steden tot ontwikkeling. En het waren weer vooral immigranten die zorgden voor de benodigde kennis, kapitaal en arbeidskrachten op de markten, op de schepen en in de polders. Vooral in de 17e eeuw, toen het grootste deel van Europa in brand stond door oorlogsvoering en geloofsvervolging, was de Republiek van de Verenigde Nederlanden een Safe Haven voor talloze mensen die het geweld en de onderdrukking ontvluchtten. Zonder deze immigranten zou de handel in Nederland niet zo sterk zijn opgebloeid, hadden de schepen van de VOC en WIC niet bemand kunnen worden, hadden de steeds hogere en sterkere dijken niet gebouwd kunnen worden en zouden wetenschap en filosofie niet tot zo grote hoogte gestegen zijn.
In de 19e eeuw was de industrialisatie in de grote steden niet mogelijk geweest zonder de toestroom van vele mensen van het platteland naar de steden. En in de naoorlogse decennia verliep de industrialisatie zo voortvarend dat ze noodzaakte tot het op grote schaal werven van ‘gastarbeiders’ in de landen rond de Middellandse Zee.
Weliswaar zijn al die immigratiegolven niet zonder problemen geweest en hebben ze steeds weer tot spanningen geleid. Maar ze hebben ook wat opgeleverd; Nederland zou niet eens bestaan hebben zonder die immigratiegolven. We zijn vrijwel allemaal kinderen en achterkleinkinderen van mensen die ooit naar dit land kwamen om te overleven en om er hun geluk te zoeken. Merkwaardig dat we dat weer zo gemakkelijk lijken te vergeten. Ook de bijdragen aan de discussies over immigratie van mensen als Bolkestein en Scheffer zijn gespeend van dit elementaire historische besef.
Nu worden we wederom geconfronteerd met een grote stroom vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan. Behalve dat deze mensen uit een oogpunt van medemenselijkheid goed opgevangen moeten worden, is er nog een reden om deze toestroom niet als een eenmalig incident te beschouwen.
We zullen ons moeten voorbereiden op een structurele toename van vluchtelingen en immigranten in de komende jaren. De wereldbevolking is de afgelopen decennia sterk gegroeid en zal ook in de komende decennia verder groeien, van 7 miljard nu naar meer dan 9 miljard in 2050. Het merendeel van die bevolkingstoename vindt plaats in relatief arme landen, die extra zwaar te lijden hebben van klimaatverandering. Te verwachten valt dat de spanningen in deze landen alleen maar zullen toenemen en steeds grotere groepen op de vlucht slaan en een goed heenkomen zullen zoeken in het rijkere westen.
Hebben we de middelen om die nieuwe stroom van immigranten en vluchtelingen op te vangen ? Ja die hebben we. Dat zijn de steden.
Onlangs is in Rotterdam de Amerikaanse stedenbouwkundige Alexandros Washburn op bezoek geweest als Guest Urban Critic. Zijn boodschap tijdens het ‘Stadmakerscongres’ in Rotterdam was: ‘Cities make citizens’ – oftewel: overal ter wereld zijn steden de plekken waar immigranten zich ontwikkelen tot burgers. Dat was vroeger zo en dat is nog steeds zo. Dat geldt voor zijn§ stad, New York, evenzeer als voor de Nederlandse steden. Zijn tweede waarneming was: Nederlandse steden zoals Rotterdam zijn nog relatief dunbevolkt. Ze kunnen nog veel dichter bebouwd worden, wat ten goede kan komen aan het niveau en de veelzijdigheid van de voorzieningen en aan de kwaliteit van de samenleving.
In plaats van vluchtelingen weg te stoppen in kampen op het platteland, zouden juist de steden zich nu moeten opwerpen om grote aantallen mensen uit Syrië en andere oorlogsgebieden op te nemen. In een stad als Rotterdam staan veel kantoorgebouwen leeg en liggen haventerreinen te wachten op nieuwe stedelijke ontwikkeling. Daarbij wordt veel gepraat over innovatiekracht en co-creatie. De echte innovatie zou zijn om met de transformatie van deze gebouwen en gebieden een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan de lange traditie van Nederland als immigratieland.
Niet alleen omdat het nu noodzakelijk is, maar ook om alvast te oefenen voor wat er nog komen gaat in de toekomst.
Zie ook:
- Artikel ROmagazine De file van kantoor m2
Cover: ‘2015.12.11_Nederland dankt zijn bestaan aan immigratie_cover’