Geef wonen de ruimte nico rietdijk

In Nederland is nabijheid vooral een kwestie van tijd

3 mei 2016

5 minuten

Persoonlijk GO vraagt professionals uit de publieke en private sector naar hun reactie op de publicatie “Geef wonen de ruimte!” van Friso de Zeeuw. De visie van Nico Rietdijk, directeur NVB-Bouw: Kijk goed naar je erfgoed, koester je groensnippers en bouw in beginsel altijd voor senioren.

Een van de onderwerpen in “Geef wonen de ruimte!” is dat stedelijke opgave niet alleen binnen de stedelijke contouren kan worden opgelost. Eens of oneens?

Daar ben ik het volledig mee eens.  Wat mij wel opvalt is dat het vooral gaat over nabijheid. Nabijheid is het sleutelwoord en dat klopt natuurlijk ook.  Maar, in Nederland is nabijheid vooral een kwestie van tijd. Ik denk dat we daar best wel eens wat meer rekening mee mogen houden. Want iedereen focust op dit moment heel sterk, en begrijpelijk,  op bouwen in binnenstedelijk gebied en op transformatie.  Daardoor ligt de nadruk erg op appartementen. Dat  is prima voor de mensen die daar willen wonen, maar in bijvoorbeeld  een stad als Amsterdam kunnen veel mensen met een (boven)modaal  salaris zich op dit moment de prijzen van de gewone woningen  niet meer veroorloven. Dan kun je die hele stad wel vol gaan bouwen, maar dan loop je het risico dat je verliest op kwaliteit en de stedelijke kwaliteitsdragers als bijvoorbeeld groen in de stad. Investeren in goede trein- of metroverbindingen naar de randgemeenten, waar nog wel betaalbare woningen te vinden zijn, is dan minstens zo’n mooie uitdaging.  

Je moet nooit roofbouw plegen op de kwaliteitsdragers in je stad. Kijk goed naar je erfgoed en koester de grachten, vijvers en andere groensnippers en schrap niet al te lichtvaardig die waarden uit je stad in de ‘jacht’ op verdere verdichting.

Als we het over bijvoorbeeld Amsterdam hebben, kunnen we er natuurlijk ook voor kiezen om te kijken welke mogelijkheden Zaandam, Monnickendam en Purmerend te bieden hebben. Want ook die locaties voldoen in beginsel zeker aan de eisen van nabijheid,  om binnen een redelijke tijd van en naar je werk in Amsterdam te reizen. Ik heb het gevoel dat we die mogelijkheden de laatste tijd een beetje wegdrukken en dat kan niet goed blijven gaan. Je moet nooit roofbouw plegen op de kwaliteitsdragers in je stad. Kijk goed naar je erfgoed en koester de grachten, vijvers en andere groensnippers en schrap niet al te lichtvaardig die waarden uit je stad in de ‘jacht’ op verdere verdichting”.

In het artikel wordt gesproken over de veroudering van de bevolking; die zet door. Vaak leidt dat tot de conclusie dat er meer seniorenwoningen moeten worden neergezet. Hoe denkt u daar over?

Er wordt wel over senioren gesproken, maar er zijn veel verschillende types senioren. Ik denk dat bij geen enkele groep de onderlinge verschillen zo groot zijn. Je hebt de zogenoemde Go-Go’s, 60-plussers die nog volop in beweging zijn, vaak met een goed inkomen, een goed pensioen, zelfbewust, kritisch. Die kunnen nog heel goed voor zichzelf zorgen.

Sommigen  anticiperen al op de toekomst, maar de meesten hebben nog het gevoel middenin de maatschappij te staan. Ze zorgen soms deels nog voor de kinderen en of kleinkinderen en ook nog eens voor de ouders. Die groep heeft het gevoel nog helemaal niet oud te zijn en die willen ook helemaal niet oud gezien worden, maar hun aantal groeit wel. De Go-Go’s willen als normale klant beschouwd worden, misschien met hier en daar een kamer op de begane grond, maar dan heb je het vaak wel gehad.  Dan heb je de groep Slow-Go, die groep groeit vanaf grofweg de leeftijd van 75 jaar. Dan heb ik het over mensen met rollators.  Als die in een wat lagere inkomensgroep vallen, worden ze kwetsbaarder, zeker in sociaal opzicht. Zij hebben dan wel degelijk steun en zorg nodig. 

Ik ben een aanhanger van het all-design-principe; bouw in beginsel altijd voor senioren.

Dan hebben we uiteindelijk de No-Go’s; vaak hoogbejaarde mensen, waarvan een deel dementeert of geestelijk en/of  lichamelijk gehandicapt is. Dat is weer een heel andere fase en dan hebben we het over de mensen in de verzorgingstehuizen. Het hangt er dus maar net vanaf op welke groep je je richt. Ik ben aanhanger van het all-design principe, zeker voor de Go-Go’s en misschien ook wel voor de Slow-Go’s. Daarmee  bedoel ik dat je in beginsel altijd moet bouwen voor senioren. Dat klinkt vreemd, maar als een senior makkelijk kan wonen, dan kunnen jongeren dat ook, maar andersom is lastiger. Dat betekent dat als je eengezinswoningen bouwt, je dat zo moet doen dat mensen er op latere leeftijd een traplift in kunnen laten plaatsen.

Bij hoge verdichtingen wordt er ook vaak verticaal gebouwd. Dan krijg je een hele ruime woning, maar wel met vier etages. In zo’n geval kun je beter kiezen voor een ruime woning met twee etages dan een met vier etages. Sowieso makkelijker voor een ouder iemand, maar ook prettiger voor een gezin met kleine kinderen. 

Ook meer jongeren kiezen voor een single bestaan.

Heel lang is er qua gezinssamenstelling relatief weinig veranderd in Nederland, maar nu speelt er  een andere trend. Er komen veel meer ouderen bij, vaak alleenstaanden, maar ook meer jongeren die voor een single bestaan kiezen. Daarvan wil een deel in een appartement in de binnenstad wonen. Er is zeker een vraag naar stedelijk wonen, die vraag is zelfs groeiende. Maar er zijn ook alleenstaanden, jongeren en ouderen, die het prettig vinden om in een eengezinswoning  te leven. Het is dus beslist niet zo dat iedereen in de categorie alleenstaand alleen maar in een appartement wil wonen. Je ziet verschuivingen ten opzichte van het verleden. Mensen die bijvoorbeeld altijd bewust kozen voor de stad, kiezen soms op latere leeftijd ineens voor een boerderijtje op het platteland. Dus de vraag naar kleiner wonen en appartementen in de stad zal de komende jaren groeien, maar dat is iets anders dan dat er ineens overal een massale vraag naar Tiny Houses komt. 



Cover: ‘Geef wonen de ruimte nico rietdijk’


helen jager pp

Door Helen Jager

Communicatie bij Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Boulevard Périphérique, Parijs door gabriel12 (bron: shutterstock)

Metamorfose van een metropool, Parijs kijkt over de Périphérique

Parijs blijft boeien. Simon Kuper belicht in zijn nieuwe boek ‘Parijs nu’ de transitie van deze miljoenenstad, hij verbindt de fysieke sprong voorwaarts met de mentale. Jaap Modder is enthousiast.

Recensie

4 november 2024

Waterfront Wateringseveld door Frans Blok (bron: Shutterstock)

"Water en bodem sturend is een waterschap dat zegt: hier mag je niet bouwen"

Noodzaakt de woningnood tot losser omgaan met 'water en bodem' als sturend principe? We moeten niet te dogmatisch zijn over waar we woningen bouwen, vinden ministers Mona Keijzer en Barry Madlener. Maar is dat wel verstandig?

Opinie

4 november 2024

Wonen in containers door Di Soccio Massimo (bron: Shutterstock)

Ongelukkige combi flexwoningen-netcongestie vraagt creatief stapelen

Netcongestie zet een rem op de snelheid waarmee bouwprojecten kunnen worden opgeleverd. Voor flexwoningen die in korte tijd worden gerealiseerd is dit bij uitstek een probleem. Creatief stapelen is vereist.

Onderzoek

1 november 2024