Verslag Het ministerie van Economische Zaken durft het nog niet hardop te zeggen, maar het gaat er aan komen. Definitief geen verwarming meer op basis van aardgas in Nederland per 2035. De toon op het jaarlijks congres van Warmtenetwerk was helder. Het is oud nieuws dat we los gaan van gas, maar de grote vraag is wel hoe we dit transitieproces moeten inrichten. Welke alternatieven gebruiken we voor gas, wie nemen de besluiten en wie zijn hierbij betrokken, en hoe wordt het aantrekkelijk voor de gebruiker? Voorlopige antwoorden wijzen in de richting van een gebiedsbenadering met de gemeente en bewoners op basis van warmtekaarten, en een veel duidelijkere statement van EZ: bindend los van gas per 2035!
Verslag Warmtenetwerk jaarcongres 2016, 12 mei
De ontwikkelingen in Warmteland
Voorzitter Stichting Warmtenetwerk Gijs de Man trapt af met een toelichting op de ontwikkelingen in Warmteland. Het valt op dat er enkele grote warmtenetprojecten zijn, zoals in Amsterdam en Rotterdam en meer kleinere initiatieven zoals in Nijmegen, Groningen, Gelderland, Hengelo. Elk project heeft weer andere leidende spelers; soms gemeenten, provincies, netwerkbeheerders of energiebedrijven. Een ding is consistent: er zijn altijd veel spelers betrokken. De markt is het er intussen over eens dat het in de bestaande bouw moet gaan gebeuren, dat lukt ook zo nu en dan. Toch is het vooral aan de orde in nieuwbouwprojecten. Bestaande bouw blijkt veel langer te duren, is vele malen complexer. Belangrijk is: “Tenzij er iets verandert, gaat het versnellen van warmtenetten niet lukken..” Dit heeft voor een deel te maken met het feit dat het gastransport gesocialiseerd is en warmte niet. “We moeten vechten tegen iets waar de werkelijke kosten voor een project niet tot dat project toegerekend worden. Waar dit met warmtenetten nog wel het geval is.”
Op pad naar een gasloze gebouwde omgeving. Wie wijst de weg?
Dit brengt ons bij het volgende punt, het nationaal beleid. Het ministerie van EZ zegt bij monde van het Energieakkoord: “We gaan op pad naar een gasloze gebouwde omgeving per 2050. Wie heeft ideeën hierover, want ik weet niet precies hoe dat moet”, aldus de voorzitter. Hiertoe is onder andere de Warmtetafel opgericht, waarin alle cruciale partijen mee lijken te doen, van hoogste overheid tot de kleinere bedrijven.
De Warmtetafel buigt zich over de volgende punten middels drie werkgroepen:
Werkgroep 1: integrale afweging regionale warmteopties. Welke alternatieven zijn er voor gas, wie neemt het besluit en wie moeten daarbij betrokken zijn? Dan maakt het niet uit of het collectieve warmtenetten zijn, gebouw gebonden all-electric of bio-gas, als het maar geen fossiele aardgas is.
Werkgroep 2: Aantrekkelijkheid collectieve warmtelevering. Warmtenetten zijn nu kortweg gezegd niet aantrekkelijk. Er is sprake van het ‘Niet Meer dan Anders principe’ (NDMA), maar het is zelden ‘Beter Dan Anders’. Deze werkgroep onderzoekt hoe deze stap te realiseren is.
Werkgroep 3: Sluitende business case warmteprojecten. Deze groep onderzoekt risico’s, eigendoms- en financieringsstructuren van warmtenetprojecten.
Uiteindelijk moet dit vertaald worden in wetgeving. Gijs de Man haalt de evaluatie van de Warmtewet aan, welke niet in orde blijkt te zijn. Er is behoefte aan een duidelijkere warmtevisie, wie gaat het doen (marktmodel), hoe gaan we het vormgeven en hoe borg je de klantbescherming. Eind dit jaar moet een nieuwe Warmtewet naar de Kamer.
Het kip en het ei verhaal
Na enkele mooie voorbeelden van warmteprojecten (zie onderaan dit artikel) komt Maya van der Steenhoven, directeur Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland, aan het woord. Er lijkt een gelijkenis op te gaan met de boodschap van Marjan Minnesma van Urgenda: de eerste tien minuten van de lezing zijn gereserveerd voor urgentie. De urgentie van hoe ongelooflijk groot de uitdaging is waar we voor staan en hoe we totaal niet door hebben wat we allemaal moeten doen. Ook qua ruimtegebruik lijkt in de praktijk maar moeilijk door te dringen hoeveel ruimte ‘energieneutraliteit’ voor een stad kost.
Al snel is duidelijk dat Maya van der Steenhoven verder kijkt dan warmte alleen en meespeelt op het hoogste niveau. Het Energierapport geeft volgens de directeur twee hele belangrijke kwesties aan. Ten eerste, in 2050 gaan we naar een CO2 neutrale samenleving, waarvoor ruimteverwarming door gas vervangen moet worden door warmte én all-electric toepassingen. Maya: “En ik heb het gevoel dat men totáál niet door heeft dat we dit werkelijk gaan doen.” Ten tweede, in 2035 moet de gebouwde omgeving klaar zijn, omdat hierna het transport en de industrie aan de beurt zijn. Kortom, we moeten nu beginnen.”
EZ zal in de Warmtetafel een stevige boodschap neer moeten zetten. Ze durven nog niet hardop te zeggen dat in 2035 de gasnetten voor het grootste gedeelte weg moeten zijn of niet meer vervangen mogen worden. Dat durven ze niet, omdat het proces nog niet is ingericht. EZ wacht op de Warmtetafel, de Warmtetafel wacht op EZ.
Minister Kamp dient duidelijkheid te verschaffen. Bij het kiezen van de benodigde alternatieven voor gas horen wettelijke kaders. Een gemeente moet bijvoorbeeld kunnen zeggen dat in een bepaald gebied het gas niet meer vervangen mag worden. Een goede vraag uit het publiek, enigszins verontwaardigd: “hoe kan het nou dat in 2015 dan nog steeds 45.000 nieuwe woningen op gas zijn aangesloten? Hoe kunnen we dat stoppen?” Maya van der Steenhoven: “Iedereen die deel uitmaakt van de Warmtetafel moet zeggen: beste EZ, hoe kan het nou dat we dit gesprek voeren en jij dat niet eens kan regelen?” Volgens haar voelt EZ dit allemaal wel aankomen, iemand moet alleen het lef hebben er voor te gaan staan.
Maya van der Steenhoven aan het woord
‘Maya van der Steenhoven’
Beleid is belangrijk; communicatie is alles
Een ander belangrijk onderdeel van de dag was de marketing en communicatie van warmtenetten. Een serieuze issue voor warmteland gezien het slechte imago. Een terugkerend credo was “communicatie is alles” en “het draait niet meer om de techniek, maar om de klant”. Vrij logische inkoppers, blijkbaar heeft warmteland dat nog nodig. Naar verluidt is het tijd voor actieve ‘social marketing’ voor warmtenetten. De uitdaging hier is het zoeken naar de barrières en verleiders voor het goede gedrag van de klant, waar er waarschijnlijk meer van zijn dan alleen het financieel aantrekkelijk maken van warmte. Het begint met bewustwording dat het bij warmte niet alleen om het geld moet gaan. Ook niet voor de klant.
Rondje Nederlandse warmteprojecten
Ook werden in vijf minuten durende pitches enkele warmteprojecten belicht. Eneco in Utrecht heeft geleerd veel intensiever te communiceren met de gemeente over de toekomst van het warmtenet; gaan we nog veel ontwikkelen, wat voor invloed heeft dat op het duurzaamheidsgehalte van het net en op de woningen die worden gebouwd?
Vervolgens Warmtestad Groningen, die gebruik gaat maken van geothermie, restwarmte en WKO’s. Het nieuwste project is het Warmtenet Noordwest, met als warmtebron nieuwe geothermie, met een robuuste business case, 12 jaar terugverdientijd en 15 % kostenreductie voor de klant ten opzichte van gas. In 2018 verwachten ze warmte te gaan leveren.
Warmtenet Alkmaar. HVC levert restwarmte aan veel grote bestaande gebouwen. Verder hebben ze plannen de komende jaren nieuwe bronnen aan te sluiten zoals een WKK en een biomassa centrale. Bij het warmtenet in Dordrecht en Westland van HVC valt het betrekken van de bevolking op. Het warmtenet moet iets zijn om trots op te zijn, wat HVC duidelijk wil bereiken via uitgebreide marketing- en communicatiemiddelen. De tuinders in het Westland hebben tevens een aandeel in het warmtenet.
Cover: ‘cover’