"Amsterdam: Leidsestraat" (CC BY 2.0) by Jorge Franganillo door Jorge Franfanillo (bron: Flickr)

“Neem de voetganger mee in gebiedsontwikkeling”

16 maart 2020

6 minuten

Analyse Gemeenten en rijksoverheid zetten de voetganger weer op de agenda, maar wel in het tempo van een slakkengang. Ruimtelijke nabijheid van functies, korte afstanden en de kwaliteit van publieke ruimte: het zijn thema’s die beslissers steeds vaker ook vanuit het oogpunt van lopers beoordelen. Trends en dilemma’s in ons land van autorijders, fietsers en toenemend ‘opzij, opzij, opzij’.

Het dagelijks lopen wordt herontdekt. Niet alleen voor het lijf, maar ook voor de mentale gezondheid is regelmatig bewegen of lopen cruciaal, zo zeggen hersenprofessoren en andere deskundigen steeds luider. Een taak en ook vooral een kans voor gemeenten, ontwikkelaars en andere spelers in stedelijke gebieden. Te voet gaan is de enige vervoerwijze zonder noemenswaardige CO2-uitstoot. Hoe meer bewegingen efficiënt te voet plaatsvinden, hoe meer ruimte voor gebiedsfuncties.

Eerst even het brede beeld. Gemeten naar het aantal keren dat wij op weg gaan van A naar B is de top drie verdeling: 48 procent met de auto, op de fiets 27 procent, te voet 19 procent. Lopen betreft vooral kortere afstanden, maar is daarom niet minder economisch en sociaal relevant. In het gevecht om de beperkte ruimte in de groeiende steden komen voetgangers en slenteraars er slecht van af, zeggen Walther Ploos van Amstel en Janneke Zomervrucht. De lector Citylogistiek (Hogeschool van Amsterdam) respectievelijk secretaris van de organisatie MENSenSTRAAT stelden in ‘Trouw’ vorig jaar: “Bij de inrichting van de openbare ruimte zijn veel beleidsterreinen en vakgebieden betrokken. Die werken vaak langs elkaar heen. Het dominante ruimtebeslag van de auto in woonwijken is gelukkig niet meer vanzelfsprekend.” Zij zeggen: “Maar in de dagelijkse praktijk komt bijna niemand op voor de voetganger. Dat moet veranderen. Geef de mens als belanghebbende een plek aan de ontwerptafel.”

Lopen een gemakkelijke keuze maken

Rotterdam Weena

‘Rotterdam Weena’


“Maak lopen vanzelfsprekend en een gemakkelijke keuze”, meent voetgangersdeskundige Rob Methorst. Hij is bezig met zijn promotieonderzoek aan de TU Delft en deelt zijn voorlopige resultaten. “Ga uit van behoeften van mensen, hun mogelijkheden en hun rollen. Eigenlijk hebben negen van de ruim zeventien miljoen Nederlanders een extra duwtje in de rug nodig”, aldus Methorst. Daaronder rekent hij ook alle kinderen en senioren. “Ruim 40 procent van onze bevolking heeft beperkingen die er toe bijdragen dat zij een alternatief kiezen voor lopen. Of niet naar buiten gaan. Voor iets meer dan 10 procent geldt dat hun deelname aan het maatschappelijk leven ernstig wordt beperkt.” Gebieden goed inrichten kan het lopen ondersteunen, kan verleiden en stimuleren, zegt Methorst.

Voetgangersgebied Rotterdam Centraal (Photo by Jurriaan Snikkers on Unsplash)

Loopvoorzieningen hulp bij oplossen dilemma’s

Bewust aandacht besteden aan optimale loopvoorzieningen helpt bij het realiseren van succesvolle gebiedsontwikkeling. Het criterium ‘overal goed heen kunnen lopen’ kan mede bepalen of je in de wei bouwt of binnen de bebouwde kom. Voor binnenstedelijk bouwen pleit dat daar doorgaans al looproutes zijn aangelegd, worden gebruikt en onderhouden. Vaak liggen functies nabijer en zijn afstanden korter dan bij nieuwbouw buiten. Bij herontwikkeling of herbestemmen van leegstaande winkelgebieden kunnen investeringseffecten op loopmogelijkheden meewegen. Succes van openbaar vervoer hangt samen met hoe gemakkelijk je daar komt: de hele vervoerketen van deur tot deur. De kwaliteit en lengte van looproutes naar haltes of knooppunten zijn daarbij van groot belang. Een andere kans ligt bij het klimaatbeleid: als enige vervoerwijze zonder noemenswaardige CO2-uitstoot kan lopen hoog op duurzaamheidsagenda’s pronken.

De knop omzetten

Sommige belanghebbers hebben de knop al omgezet. Zij stellen de voetganger voorop. Neem Filip van As. Hij was jarenlang wethouder in Zwolle en voorzitter van de landelijke ‘Taskforce Tour de Force’, een krachtenbundeling die de fiets prominenter op uiteenlopende agenda’s wist te zetten. “Maar ik ontdekte eigenlijk als een meer urgente opgave de verbetering van de positie van voetgangers. Het maatschappelijk belang van het lopen is lang onderschat. Ooit was er een heuse Voetgangersvereniging. Maar die is in 2000 opgegaan in Veilig Verkeer Nederland. Zichtbaarheid en kennisontwikkeling hebben daardoor ingeboet.” Vanaf 2017 besteedde Van As vele uren om betrokkenen weer bij elkaar te brengen, samen met belangenorganisatie Wandelnet en kenniscentrum CROW. Uiteindelijk met succes. Hij is nu programmamanager voetgangersbeleid bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en coördineert het jonge Platform Ruimte voor Lopen van ruim dertig partijen, waaronder de ANWB. Van As: “Steeds meer organisaties sluiten aan. Ik verwacht veel van de Omgevingswet. Verschillende disciplines buigen zich samen over gemeentelijke Omgevingsvisies. Hierbij zie ik raakvlakken tussen lopen en uiteenlopende thema’s, behartigd door partijen met wie je partner kunt zijn. Denk aan woon-werkverkeer, economie, recreatie, gezondheid, maar ook maatschappelijk welzijn.” Voor gebiedsontwikkeling ziet Van As onder meer kansen bij klimaatadaptatie: “Veel stedelijk groen stimuleert lopen en verbetert verblijfskwaliteit.

Afkijken bij geslaagde fietslobby

Aandacht voor het lopen kan ontstaan door zoveel mogelijk kopiëren van het succes van de fiets. Een belangrijke oorzaak voor de geringe aandacht voor de voetganger is de unieke, sterke positie van de fiets. In ons polderland worden sinds eind jaren zeventig de meningen en voorstellen van fietsers opgevangen en serieus genomen, onder meer dankzij ruim duizend actieve leden van de Fietsersbond in honderd gemeenten. Zowel op wijk-, lokaal- en (boven) regionaal niveau zijn fietsnetwerken ontstaan. Ook op landelijk niveau is er, toenemend, aandacht voor tweewielers. De overheid investeert fors in fietsparkeerruimte, fietssnelwegen en fiscale faciliteiten. Burgerinitiatieven die loopbelangen in beeld brengen zijn er nog maar mondjesmaat, al nemen ze in aantal toe.

Ruimte voor fietsers (Photo by Darya Tryfanava on Unsplash) door Darya tryfanava (bron: Unsplash)

‘Ruimte voor fietsers (Photo by Darya Tryfanava on Unsplash)’ door Darya tryfanava (bron: Unsplash) onder CC0 1.0, uitsnede van origineel



Ruimte voor fietsers (Photo by Darya Tryfanava on Unsplash)

Overheid herpakt zich

Een andere trend waar gebiedsprofessionals van kunnen profiteren is de weer toenemende bemoeienis van het rijk met verkeersveiligheid. Na een periode van bezuiniging en verwaarlozing bouwt het rijk heel langzaam beleid en kennis op. De toename in aantallen verkeersdoden en –gewonden plus het dramatische ongeval met de gemotoriseerde kinderwagen Stint in Oss zijn hier debet aan. Veilig en comfortabel over straat kunnen gaan dankzij uitmuntende trottoirs kan zo maar een agendapunt met stip worden, zeker wanneer valpreventie serieus wordt genomen. De meeste ongevallen onder ouderen komen door vallen of struikelen op de stoep en niet door een verkeersongeluk. Bijvoorbeeld door scheefliggende tegels of schrikreacties, zoals bij het opdoemen van fietsers op de stoep.

Opzij, opzij, opzij

Steeds vaker hebben bewoners en bezoekers buiten hun ogen gericht op de smartphone, of zij bewegen zich met oordoppen op. Hun oriëntatie en beleving van de omgeving verandert. Ontwerpers en opdrachtgevers letten nog nauwelijks op wat zulke gedragsveranderingen betekenen voor gebiedsontwikkeling.
Een andere waarschijnlijke trendbreuk is het einde van de indeling tussen langzaam- (lopen, fietsen) en snelverkeer: auto, motor. De opkomst van uiteenlopende snelle fietsen, scooters, elektrische steps en andere mobiliteitsvormen schudt verhoudingen flink door elkaar. Bij tweewielers wordt de e-bike de norm en alle andere fietsen de uitzondering. Hierdoor nemen snelheidsverschillen toe tussen fietsers en lopers, en tussen fietsers onderling. Bij locaties inrichten ligt dan ook voor de hand om vaker verkeerssoorten te scheiden in plaats van mengen. En dus een afscheid van de praktijk van de laatste jaren om fietsers, lopers en anderen zoveel mogelijk dezelfde ruimte te laten gebruiken, al had dat esthetisch zulke voordelen.

Agenderen komt op gang

Wie goed kijkt ziet, langzaam maar zeker, de aandacht voor het lopen toenemen. Dit najaar vindt weer een Nationaal Voetgangerscongres plaats. Na twintig jaar stilte op voetgangerscongresgebied is een jaarlijkse traditie op gang gekomen met inmiddels drie edities sinds 2018. Een aantal gemeenten ontwikkelen deskundigheid op loopgebied in eigen huis, al gaat het mondjesmaat qua aantallen medewerkers en beleidsprioriteit. Steden als Utrecht, Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven, Tilburg, Zwolle en Nijmegen kennen meerjarenbeleidsplannen voor de voetganger in de stedelijke ruimte. Plannen die nu deels in uitvoering gaan. 

Utrecht hanteert ontwerpeisen

Utrecht, als eerste grote stad met een Actieplan Voetganger, hanteert een serie ontwerpeisen. In de eerste plaats is een fijnmazig netwerk nodig met korte, directe routes die wenslijnen volgen. Er moet voldoende ruimte voor de voetganger zijn. Uitstallingen bijvoorbeeld dienen altijd minimaal 1,50 meter vrije doorgang te geven en bij drukkere routes geldt een bredere norm. Een andere factor is fysiek comfort in ruimten bedoeld voor voetgangers: gebruik vlakke, slipvaste, stevige materialen als verharding. 

Gevraagd: data over hond uitlaten, spelen en meer

“Belangrijk voor gebiedsontwikkelaars is te weten dat te voet gaan door bewoners en bezoekers omvangrijker is dan veel gebruikte cijfers suggereren.” Deskundige Rob Methorst ziet dat de verkeerswereld en het CBS vooral standaarddata gebruiken over kilometers afleggen van herkomst A naar bestemming B. Wie ruimte goed wil inrichten, moet verder kijken. Methorst: “Verblijven in publieke ruimte, dat vaak samenhangt met lopen, verdient veel aandacht. Andere bewegingen die de statistieken nu missen: de hond uitlaten, langere wandelingen maken, slenterende bezoekers.” Gangbare berekeningen missen ook het wachten op iemand of op het openbaar vervoer, van de zon genieten, praatje maken, sporten. “Denk ook aan circuleren, zoals spullen rondbrengen. Ook de meters die werklieden maken worden niet gezien.”

Analyse van loopbewegingen via GPS, bijvoorbeeld via smartphones of chips in schoenen, gebeurt volop door grote tech-bedrijven. Zij zijn eigenaar van deze data, die ze graag willen verkopen. Incidenteel kopen overheden data om publieke belangen te dienen. 

Meer informatie

Wie het lopen aandacht wil geven, kan terecht op een aantal sites. Zo biedt www.gewoongezondlopen.nl een selectie tips & tools voor uiteenlopende, ook ruimtelijk georiënteerde, belanghebbenden. Informatie over voetgangersvoorzieningen is te vinden bij kenniscentrum www.crow.nl en het deskundigenverband www.MENSenSTRAAT.nl. Ruim dertig overheden en organisaties werken sinds najaar 2019 op voetgangersgebied samen in een platform, zie www.ruimtevoorlopen.nl.


Cover: ‘"Amsterdam: Leidsestraat" (CC BY 2.0) by Jorge Franganillo’ door Jorge Franfanillo (bron: Flickr) onder CC BY 2.0, uitsnede van origineel



Meest recent

ColoHouse, Moezel 3-5, Den Haag door Roel Backaert (bron: Roel Backaert)

De fysieke neerslag van de digitale wereld, datacenters rukken op

We zijn steeds meer digitaal met elkaar verbonden en hebben steeds meer dataopslag nodig. Datacenters leveren daarvoor hun diensten maar doen dat niet ongezien. Ze zijn nu gedocumenteerd en recensent Jaap Modder nam de publicatie tot zich.

Recensie

20 december 2024

GO weekoverzicht 19 december 2024 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week met een nieuwe toekomst voor het platteland, zonder gebakken lucht

Deze week ging het op Gebiedsontwikkeling.nu veel over een nieuwe toekomst voor het platteland. Joks Janssen en Maarten Koreman laten zien wat er anders moet. Maar dan hoopt columnist Hans-Hugo Smit dat dit wél zonder gebakken lucht gebeurt.

Weekoverzicht

19 december 2024

Middelburg, Zeeland door Make more Aerials (bron: shutterstock)

Het gemeentelijk grondbeleid van Middelburg, maatwerk in situ

Gemeentelijk grondbeleid is er in soorten en maten. Planeconoom Pieter van Zwet brengt de praktijk in Middelburg in beeld en duidt het ‘situationeel’ grondbeleid dat hier wordt gehanteerd.

Casus

19 december 2024