Opinie Stadmakers, creatieven en ‘placemakers’ die iets bijzonders van hun omgeving maken. Ze zijn van onmisbare waarde voor levendige en aantrekkelijke steden. En leveren ook heel wat op. Maar zelf komen ze er volgens columnist Rinske Brand nogal eens bekaaid vanaf. “Je kunt het je gewoon niet voorstellen.”
Stel je eens voor, een tijd nog niet zo lang geleden, toen ons leven nog niet bestond uit stikstofcrisis, hyperinflatie en woningnood. Stel je voor dat je in die tijd een plek in jouw stad ontdekt die door inwoners, ambtenaren en ontwikkelaars een beetje vergeten is. Stel je dan voor dat je die plek, samen met andere creatieven en stadmakers, beter wilt gaan maken.
Hoe je de eigenaar met een gaaf plan verleidt zijn panden ter beschikking te stellen, met de gemeente eindeloos bakkeleit over regeltjes en vergunningen en hoe je eigen tijd en geld investeert in het weer bruikbaar maken van die panden. Hoe je talentvolle creatieve ondernemers onderdak kunt bieden, je de meest innovatieve horecaconcepten aan je weet te binden en je een indrukwekkende evenementenkalender weet te vullen.
Stel je vervolgens voor dat wat je doet een enorme hit wordt. Dat de hele stad naar jouw plek komt om te eten, drinken, werken en dansen. Stel je dan voor dat ambtenaren komen kijken en dat de vastgoedmensen na jaren van afwezigheid trots als een pauw door de gebouwen lopen. Hoe wethouders, burgemeesters en stadsmarketeers deze ‘creatieve hotspot’ vol trots aan journalisten en collega’s uit binnen- en buitenland laten zien, waarbij jij steeds de rondleiding mag verzorgen.
Hoe de vastgoedeigenaar vakgenoten vertelt over de enorme waardevermeerdering van het gebied en het stadsbestuur dankzij jouw plek citymarketingprijzen in ontvangst kan nemen. Stel je dan voor dat jij, op basis van dit succes, vertrouwen in de toekomst krijgt. Dat je een plan maakt voor het duurzaam ontwikkelen van de plek en daar ook de financiering voor weet te regelen.
Stel je voor dat je aan al die enthousiaste ambtenaren en vastgoedmensen vraagt of er misschien wat budget beschikbaar is om een deel van jouw uren betaald te krijgen. Dat die mensen je vervolgens vertellen dat daarvoor, helaas, helaas, geen potjes bestaan, maar dat je boft dat je er zo lekker goedkoop mag zitten. Stel je dan voor dat de gemeente die jouw toekomstplannen eerder nog in haar eigen artist impressions en maquettes meenam, plotseling besluit het gebied anders te bestemmen en daarmee in één keer een streep door al jouw plannen zet.
Stel je vervolgens voor dat de vastgoedmensen je komen vertellen dat de plek niet langer jouw plek kan zijn omdat de ‘placemaking’ ten einde is gekomen en jouw plan bij nader inzien toch niet in hun concept en businessmodel past. En dat je dan halsoverkop de plek moet verlaten zonder uitzicht op iets nieuws en zonder ooit nog iets van jouw investeringen in tijd en geld terug te zien. In de wetenschap dat na jouw vertrek de plek waarschijnlijk nog zeker vijf jaar braak zal liggen.
Dat kun je je toch gewoon niet voorstellen?
Cover: ‘Rinske Brand Column Cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Flore Zoe)