Nieuws Veel bedrijventerreinen en kantoorlocaties aan de randen van de steden staan te verkommeren. De leegstandspercentages lopen op. De markt doet zijn corrigerende werking, maar wat zijn vervolgens oplossingen om deze gebieden weer aan de praat te krijgen? Rudy Stroink ziet een nieuwe generatie ondernemers opstaan. “De grote afwaardering is allang begonnen.”
Sinds 2011 is Rudy Stroink, de oudvoorman van TCN Property Projects, voorzitter van de adviescommissie van Plabeka in de metropoolregio Amsterdam. Plabeka, opgericht in 2005, staat voor Platform Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties, waarin lokale en regionale partijen zijn verenigd om het aanbod aan kantoren en bedrijventerreinen in de metropoolregio op elkaar af te stemmen en te programmeren en tegenwoordig ook de leegstand aan te pakken. Met TCN ontwikkelde Stroink een succesvol werkplek concept voor startende ondernemingen, de Atoomclub, waarmee een pand in Utrecht dat al jaren leeg stond een nieuw leven kreeg. Overal om hem heen ziet Stroink het borrelen van de goede ideeën en nieuw elan in het ondernemerschap als het gaat om oplossin gen voor de leegstand op kantoren en bedrijventerreinen. Stroink is er erg voor om de markt zijn corrigerende werking te laten doen, maar pleit ook voor het versterken van de regionale aanpak en prio riteren in locaties. De grote afwaardering is inmiddels aan de gang.
Mismatch
De steeds duidelijker wordende mismatch tussen vraag en aan bod bracht Plabekavoorzitter Arthur van Dijk, wethouder in Haarlemmermeer, ertoe om een adviescommissie in het leven te roepen die geheel bestond uit marktpartijen. Het advies is geba seerd op prognoses en scenario’s, waar de commissie in eerste in stantie nogal van schrok, aldus Stroink. “Er wordt nog steeds heel erg gerekend met groei en expansie en tekorten. Er worden top downscenario’s gebruikt die groei laten zien, of beperkte groei. Dat werken met dagdroomscenario’s is echt iets uit het verleden. De regio Amsterdam komt er economisch niet slecht van af, staat er zelfs goed voor, maar dat vertaalt zich niet direct in meer ruimte. Groei in de toekomst zou ook mínder ruimte kunnen betekenen als gevolg van andere en efficiëntere bedrijfsprocessen. Bedrijven worden kleiner, het ruimtebeslag wordt minder. Het aantal vier kante meters per werknemer is nu al dramatisch aan het afnemen. Dat soort processen zitten niet in de modellen, maar daar hebben wij wel rekening mee gehouden in ons advies.”
Wat moet er nu gebeuren om herontwikkeling op gang te krijgen?
“Ik ben van de school dat je sommige dingen gewoon moet la ten gebeuren. Als de markt zich corrigeert, is dat verschrikkelijk jammer als je ontwikkelaar, belegger of bouwer bent, maar die correctie moet plaatsvinden. Te vroeg ingrijpen kan de ziekte ver ergeren. Je moet het juiste moment afwachten om in te grijpen. Maar wij hebben ook gezegd: bescherm die plekken in de regio waarbij je groot belang hebt dat het snel een beetje op orde komt. Plekken waar de kans op verloedering op de loer ligt. Als je over de hele breedte tot een afwaardering van het vastgoed komt, dan betekent dat immers een verloedering van het aanbod in de regio en daarmee verlies je concurrentiekracht. Wij hebben geadviseerd te concentreren op die gebieden die belangrijk zijn en vooral niet te proberen alles in één keer op te lossen. Bekijk locatie voor locatie wat voor programma je er op los gaat laten en kies zorgvuldig die gebieden waar je groot belang aan hecht. Zoals de Zuidas, maar ook de bedrijventerreinen die belangrijk zijn. En laat het dan maar gebeuren op plekken waar nu blijkbaar geen behoefte of vraag meer is, die zullen zich in de loop der tijd wel omkeren.”
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_ontwerp en proces_0_1000px’