Nieuws Het is opnieuw onrustig rondom de Omgevingswet. Nieuwe ICT-problemen zorgen ervoor dat de invoeringsdatum van 1 januari 2022 ernstig in gevaar komt. Dat blijkt uit een brief die minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Tegelijkertijd luiden grote steden de noodklok over de complexiteit van de wet.
De knoop moet volgende maand nog definitief worden doorgehakt in de Eerste Kamer, maar alles wijst erop dat de Omgevingswet ook 1 januari 2022 als invoeringsdatum niet gaat halen. In de brief die Kajsa Ollongren (D66) vorige week naar de Tweede Kamer stuurde, laat ze de deur slechts nog op een minuscuul kiertje staan. De demissionaire minister van Binnenlandse Zaken noemt in de brief zelfs al twee alternatieve data voor de eventuele inwerkingtreding van de wet: 1 april 2022 en 1 juli 2022.
Energie en focus
Opnieuw zijn het ICT-problemen die de invoering van de wet teisteren. Grote zorgenkindje is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), het digitale loket waar zowel landelijke als lokale overheden terecht moeten kunnen voor onder andere het aanvragen van vergunningen, raadplegen van de geldende regels per locatie, en informatie over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Maar juist het DSO, waarmee de ruimtelijke ordening ook op digitaal vlak eenvoudiger zou moeten worden, zorgt voor de problemen. Het is al duidelijk dat het loket op 1 januari niet helemaal af is, maar ook de vijf minimale criteria om tot invoering te kunnen komen zijn nog lang niet gehaald, blijkt uit de brief.
Probleem daarbij is dat het voor ieder overheidsorgaan op een andere plek schuurt, aldus Ollongren. “Provincies moeten voldoende tijd hebben om te oefenen met omgevingsverordeningen, gemeenten uiten hun zorgen over de mogelijkheid om tijdig urgente planwijzigingen in het DSO door te kunnen voeren en voor waterschappen is van belang dat het DSO grote geodata-bestanden kan ontsluiten.” Overigens hamert ze er in de brief wel op dat de besluitvorming over het eventuele uitstel niet langer dan een maand moet duren. “Gemeenten, provincies, waterschappen en rijkspartijen hebben behoefte aan definitieve duidelijkheid over de startdatum, om in de uitvoering alle energie en focus vast te houden.”
Kapvergunning
Naast het gedoe rond de invoeringsdatum, was het ook op een ander vlak onrustig rondom de Omgevingswet. Volgens NRC maken de grote steden in Nederland zich grote zorgen over de complexiteit van de nieuwe wet. Interne documenten wijzen er volgens de krant op dat de Omgevingswet zo ingewikkeld dreigt te worden dat deze steden niet aan hun grote bouwambities kunnen voldoen. De gemeente Amsterdam omschrijft de wet na een test als “dermate onder de maat dat aan de meest minimale vereisten niet wordt voldaan waardoor realisatie van woningbouwopgaven en andere gebiedsontwikkelingen in gevaar komt.”
De nieuwe systemen worden niet gespaard in de documenten. Zo wordt de database die alles moet ondersteunen “een fragmentarische vergaarbak van informatie” genoemd en zijn de verschillende ICT-systemen volgens de eerste gebruikers nog niet goed op elkaar afgestemd. Tijdens verschillende testen die de afgelopen tijd hebben plaatsgevonden zijn gemeenten dan ook op veel praktische problemen gestuit. Door de inrichting van de database kunnen bouwkundige bureaus van gemeenten bijvoorbeeld moeizaam bij de landelijke systemen, maar ook eenvoudige klussen als het regelen van een kapvergunning voor een boom konden bij een proef in Amsterdam niet tot een goed einde worden gebracht. In het artikel van NRC noemt Jan Struiksma, emeritus-hoogleraar bestuurskunde aan de VU, de vrees dat grootschalige woningbouw stilvalt ‘reëel’. “De noodzaak om woningen te bouwen is groot, dat laat dit soort geëxperimenteer helemaal niet toe.”
Senatoren uit de Eerste Kamer klaagden eerder dit jaar al over twee grote problemen: de oplopende kosten en de destijds al rammelende ICT-infrastructuur. Zij vonden toen al dat er nog te weinig informatie beschikbaar is om een knoop door te kunnen hakken en wilden nog met elkaar in gesprek over de wet. Ook andere deskundigen en lokale bestuurders toonden zich destijds al kritisch over de invoering en maakten zich zorgen over de eventuele risico’s bij de invoering.
Al eerder zorgen over risico’s
Naast de brief stuurde Ollongren vorige week ook de halfjaarlijkse Monitor Invoering Omgevingswet naar de Kamer. Uit dit document komt naar voren dat nog slechts 20 procent van de gemeenten er vertrouwen in heeft dat ze met de huidige aanpak en inspanningen op tijd zijn voor de invoering van de Omgevingswet. Veertig procent geeft aan er vertrouwen in te hebben dat ze op tijd klaar zullen zijn maar moet daar nog meer voor doen dan nu al gepland en is dat inmiddels aan het organiseren.
Ook verwacht één op de twintig gemeenten (in totaal 16 gemeenten) dat het niet lukt om de organisatie op tijd voorbereid te hebben op de invoering van de wet. Daarbij heeft van alle 352 gemeenten 19 procent deze vraag ook nog eens niet ingevuld. De geluiden zijn overigens niet nieuw. Eind vorig jaar concludeerde adviesbureau Stec Groep in de gemeentebenchmark Omgevingswet al dat lang niet alle gemeenten vol vertrouwen naar de introductie van de wet uitkijken.
Lees hier de hele brief die minister Ollongren naar de Kamer stuurde.
Cover: ‘Nieuwbouw Urk, Nederland’ door Fokke Baarssen (bron: Shutterstock)