Nieuws Bedrijventerreinen zijn dikwijls verouderd, niet aangesloten op het hoofdwegennet en allesbehalve duurzaam. In de NOVI is hiervoor nauwelijks aandacht, stelt Cees-Jan Pen, lector aan de Fontys Hogeschool.
Pen heeft ook lof voor de NOVI. Hij spreekt van een inspirerende en agenderende verrassing over hoe en waar de ruimte voor wonen en werken moet worden gevonden. Het Rijk heeft een goede stap gezet om de ruimte in Nederland de waarde te geven die het verdient. Maar de uitvoeringsparagraaf is de achilleshiel van deze visie, omdat niet het Rijk, maar de lokale en regionale overheden in de lead zijn.
Pen noemt het een “verademing” dat de NOVI niet meegaat in het topsectordenken, dat heeft geleid tot een wildgroei aan valleys, hotspots, campussen en andere ‘topsector-uitdagingen’. Maar hij mist een ruimtelijk-economisch perspectief. Zo stelt de NOVI dat er een mismatch is tussen vraag en aanbod van winkelruimte, maar kijkt ze niet naar de bevindingen en ambities van de landelijke Retailagenda. Daarnaast ligt er ook te weinig nadruk op de ongezonde toestand van de kantorenmarkt. Volgens Pen is de constatering dat er nog steeds sprake is van forse leegstand op diverse plekken, een understatement. Meest zorgelijk vindt hij de schrale, haast obligate passages over bedrijventerreinen en verdozing die niet verder gaan dan dat vraag en aanbod niet altijd goed op elkaar zijn afgestemd en dat de vraag naar bedrijfslocaties nog verder zal toenemen. “We moeten wat dit betreft de hoop maar vestigen op studies die binnenkort verschijnen vanuit de rijksadviseurs over de dreigende verdozing als gevolg van een te uitbundige uitleg van nieuwe bedrijventerreinen en te weinig aandacht voor het beter benutten en gebruiken van bestaande terreinen.”
Cover: Beeldbank Rijksdienst voor het cultureel erfgoed
Verder lezen op ROmagazine
Cover: ‘Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed’