Kajsa Ollongren door Rijksoverheid, BZK (bron: Rijksoverheid.nl)

Ollongren: zonder miljarden overheidssteun halen we de woningbouwopgave niet

21 juni 2021

4 minuten

Nieuws Er is nog veel meer overheidsgeld nodig om te kunnen voldoen aan de woningbouwopgave. Om het geplande aantal van 900.000 woningen tot 2030 te kunnen realiseren, is een Rijkssubsidie van tussen de 10 en 17 miljard noodzakelijk. Komt dat geld er niet, dan dreigen 345.000 huizen nooit gebouwd te worden. Dat stelt minister Kasja Ollongren in een brief die zij begin deze maand naar de Tweede Kamer stuurde.

Onderzoekers verkenden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken de situatie op de woningmarkt. Doel van de publicatie Verkenning onrendabele toppen woningbouwprojecten, uitgevoerd door onderzoekers van het Rotterdamse Rebel Strategy & Development, is te vertellen hoe groot het publieke tekort wordt als de landelijke woningbouwprogrammering wordt uitgevoerd.

De harde cijfers die hieruit volgen spreken voor zich. Er is 10,7 miljard (in het gunstigste geval) tot 17,3 miljard (in het slechtste geval) nodig om de gewenste 900.000 woningen te kunnen bouwen. Komt dat geld er niet, dan kunnen er ‘slechts’ 556.200 woningen gebouwd worden. De conclusie van Ollongren in haar brief aan de Kamer is dan ook duidelijk. “Uit de onderzoeken komt naar voren dat zonder financiële steun vanuit het Rijk er onvoldoende wordt gebouwd, in een lager tempo en met minder betaalbare woningen.”

Geen soelaas

De steun is vooral nodig om de projecten van de grond te krijgen waarbij er publieke onrendabele toppen ontstaan. “De publieke investeringen die nodig zijn voor de bouw zijn in die gevallen vaak groter dan de potentiële opbrengsten door verkoop van grond of kostenverhaal bij private partijen”, zeggen de onderzoekers in het rapport. De omvang van die onrendabele top wordt bepaald door de keuzes die in deze projecten gemaakt worden voor onder andere betaalbaarheid, leefbaarheid en infrastructuur.

Voor de realisatie van die woningbouwopgave is versterking van de regie in samenwerking met alle overheden, corporaties en marktpartijen nodig

Tegelijkertijd constateren zij dat de miljarden ook nog eens snel beschikbaar moeten worden gesteld door regio en Rijk. Gebeurt dat de komende jaren niet, dan loopt de bouw sowieso vertraging op. “Hoewel het tekort gaat over de hele periode 2021 – 2030 dient de dekking door regio en Rijk vrijwel grotendeels gereserveerd te worden in de komende 4 jaar. Budgetten beschikbaar gesteld in 2026 of later leveren naar verwachting vooral extra woningen op na 2030.” Ook de eerder in het leven geroepen Woningbouwimpuls biedt geen soelaas.

Nationale Woningbouwkaart

In de brief van Ollongren is ook goed nieuws te lezen. Zo blijkt uit een inventarisatie van het ministerie dat de plancapaciteit de afgelopen maanden met 140.000 woningen is gestegen. Dat betekent dat er nu plannen liggen voor de bouw van ruim 961.000 woningen tot 2030, verspreid door heel Nederland. De stijging wordt deels veroorzaakt door administratieve aanpassingen (bijvoorbeeld projecten die later pas zijn meegenomen) en deels doordat er door gemeenten is gewerkt aan meer capaciteit en versnelling van projecten.

De plannen zijn volgens Ollongren klaar, “nu moeten we de handen uit de mouwen steken en aan de slag gaan met de uitvoering. Voor de realisatie van die woningbouwopgave is versterking van de regie in samenwerking met alle overheden, corporaties en marktpartijen nodig.” De eerste uitkomst van deze nieuwe regievorm is de Nationale Woningbouwkaart, waarop de plannen per gemeente in kaart zijn gebracht. “Via de monitoring van de woningbouwplannen en de realisaties moet op provinciaal en gemeentelijk niveau meer inzicht verkregen worden in het proces van planontwikkeling tot oplevering.”

Behoorlijk ambitieus

Het positieve gedeelte van de boodschap van Ollongren staat haaks op de beweringen die eerder deze maand vanuit het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) kwamen. Onderzoekers van het EIB constateerden namelijk juist dat vooral het vinden van geschikte bouwlocaties een probleem zal zijn. Maar daar is de minister het duidelijk niet mee eens: niet de locaties vormen de bottleneck, maar de financiële haalbaarheid van de plannen. Ook hoogleraar grondbeleid Willem Korthals Altes betoogde eerder op Gebiedsontwikkeling.nu dat niet het aantal locaties, maar de realisatie van plancapaciteit de grote beperking vormt.

Overigens is het opvallend dat zowel de onderzoekers van Rebel als de minister de magische grens van 1 miljoen woningen loslaat en nu uitgaat van de bouw van 900.000 woningen tot 2030. De reden hiervoor? “In de politieke context wordt overigens regelmatig gesproken van 1 miljoen woningen extra in 10 jaar tijd. We laten dit scenario buiten beschouwing, het doel van 900.000 is al behoorlijk ambitieus.”


Lees het volledige onderzoek van Rebel via de website van de Rijksoverheid.


Cover: ‘Kajsa Ollongren’ door Rijksoverheid, BZK (bron: Rijksoverheid.nl)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024