2015.03.15_Ondernemerschap en probleemwijken_660

Ondernemerschap en probleemwijken

15 maart 2015

2 minuten

Nieuws Bij het verbeteren van wijken was het beleid van de overheid vele jaren vooral gericht op fysieke en sociale programma’s. Een economische invalshoek ontbrak lange tijd. In het essay ‘Ondernemerschap en probleemwijken’ stellen Gabriël van den Brink (Tilburg University), Radboud Engbersen en Ruud Dorenbos (Platform31) de economische invalshoeken en het handelen van ondernemers centraal. De bijdrage van de ‘best persons’ onder de ondernemers is van groot belang om wijken sociaaleconomisch te versterken. Zij blijken niet alleen uit te zijn op winst, maar zijn ook bereid een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen.

Functiemenging

Woonwijken bieden plaats aan een breed palet van economische activiteiten. Inmiddels vindt bijna de helft van de stedelijke bedrijvigheid daar plaats. Voor veel ZZP’ers volstaat de eigen woning, steeds meer vinden zij ook een plek in kleinschalige bedrijfsruimten in hun wijk. De functies van wonen, werken, leren, zorgen en creatieve ontmoeting raken steeds meer vervlochten. Opmerkelijk is dat de nieuwe functiemenging goed gedijt in de oude stedelijke centra en de wijken die dicht tegen het centrum aanliggen. Deze ontwikkeling verspreidt zich nu over de vroeg-naoorlogse wijken, woonerfwijken en op Vinex-locaties.

Ken uw ondernemers

Voorwaarde voor deze ontwikkeling is dat gemeenten, corporaties en andere relevante partijen de onnodige belemmeringen wegnemen om deze kleinschalige economische dynamiek optimaal te laten gedijen. Dat is niet alleen van belang voor de lokale economie; er is ook een maatschappelijk belang in het geding. “Ken uw ondernemers”, bevelen de auteurs de gemeenten aan. “En ken vooral de verschillende typen ondernemers die in een bepaalde gemeente aan de slag zijn.” Vaak is er een beperkt zicht op wat zich afspeelt op het punt van nieuwe kleinschalige economische initiatieven en allerlei nieuwe vormen van sociaal ondernemerschap en deeleconomie.

De auteurs onderscheiden verschillende categorieën ondernemers, dat zijn behalve de zakelijke ondernemer, ook de maatschappelijk verantwoorde -, de sociale - en de ideële ondernemer. Als gemeenten en andere stakeholders goed op de hoogte zijn welke typen ondernemers in de wijk werken, kunnen zij bepalen hoe en in welke vorm zij deze ondernemers en initiatieven (zo nodig) het beste kunnen faciliteren en stimuleren. Zo zijn bijvoorbeeld sociaal ondernemers ook economisch betekenisvol en is het mogelijk om met beperkte steun hun bedrijf sterker te maken. Omgekeerd hebben gemeenten vaak een blinde vlek voor de zakelijke ondernemers die ook een belangrijke maatschappelijke rol vervullen. Met de vraag hoe en in welke mate initiatieven in de wijk te ondersteunen, kunnen de in dit essay gepresenteerde inzichten van nut zijn.

Ondernemerschap en probleemwijken - Afbeelding 1

-

‘Ondernemerschap en probleemwijken - Afbeelding 1’



Cover: ‘2015.03.15_Ondernemerschap en probleemwijken_660’



Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024