Thumb_onderzoek_0_667px

Onderzoeksdossier naar stedelijke woonmilieus

1 maart 2011

3 minuten

Onderzoek Het debat over binnenstedelijk ontwikkelen heeft de laatste tijd een forse impuls gekregen. Onder invloed van publicaties als die van architect Rudy Uytenhaak en het College van Rijksadviseurs is het thema opnieuw met stip binnengekomen in de vakwereld. Met de nadruk op ‘opnieuw’, omdat eens in de zoveel jaar het bouwen in de stad terugkeert op de agenda’s. Veelal aangemoedigd vanuit rijkszijde en de kant van ontwerpers en vervolgens weer terug op aarde gebracht door consument en markt. Om die steeds terugkerende impasse te doorbreken, wil Bouwfonds Ontwikkeling nu een slag verder komen. Door zelf een aantal onderzoeken uit te laten voeren die meer licht op de materie laten schijnen en daarmee het debat van empirische voeding te voorzien. Want meningen zijn er inmiddels wel genoeg.

In debat over binnenstedelijk wonen

De plank met publicaties over binnenstedelijk bouwen wordt langer en zwaarder. Ging het een aantal jaren geleden over thema’s als intensief ruimtegebruik en ondergronds bouwen, anno 2011 staat de binnenstedelijke herstructurering bovenaan op de agenda. Aan publieke zijde heeft de rijksoverheid aangegeven dat 40 procent van de bouwproductie tussen 2010 en 2020 in het bestaande stedelijke gebied moet plaatsvinden. Oftewel 200.000 nieuwe woningen binnen de ‘rode’ contouren. In de Structuurvisie Randstad 2040 worden daar voorstellen voor gedaan, inclusief een eerste vertaling in concepten (de bekende ‘hoogbouw in het groen’). Het College van Rijksadviseurs (CRA), onder aanvoering van rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol, legt deze lat in ‘Prachtig Compact Nederland’ nog een stuk hoger. Het CRA geeft aan dat een veel groter deel van de nieuwe woningen in de bestaande stad kan worden gebouwd. Daarmee blijven onze steden vitaal, wordt het landschap gespaard, loopt de mobiliteit terug en kunnen allerhande duurzaamheidsambities worden gerealiseerd. Ook sommige gemeenten en provincies hebben aangegeven dat het concept van de compacte stad nog aanzienlijk kan worden geïntensiveerd. De publieke partijen hebben dus volop ambities en aan de private kant hebben met name de ontwerpers zich laten horen. Hetzij in publicaties zoals die van Rudy Uytenhaak, hetzij met nieuwe concepten zoals het stedelijk gezinsappartement van Heren 5 Architecten. De markt is tot op heden vrij stil gebleven. Met dit dossier komt daar – als het aan Bouwfonds Ontwikkeling ligt – verandering in.

Scherper aansluiten

Aan interessante concepten bestaat namelijk geen gebrek. Het probleem van veel studies die van overheids- dan wel ontwerperszijde op ons worden losgelaten, is echter dat de planeconomische en markttechnische onderbouwing compleet ontbreken. Op rijks- niveau is dat door de NEPROM bij het verschijnen van de Nota Ruimte al klip en klaar vastgesteld: op jaarbasis bestaat er een gat van twee miljard euro tussen de ambities enerzijds en de beschikbare financiële middelen anderzijds. Bij de Structuurvisie Randstad 2040 ontbrak evenzeer een financiële paragraaf. Het gevolg is dat dergelijke nota’s – zeker in veranderende tijden – een weinig realistisch gehalte hebben. Want één ding is zeker: de complexiteit van de locaties neemt de komende jaren alleen maar toe. Konden de afgelopen twintig jaar nog de relatief gemakkelijke locaties opgevuld worden (denk aan leegkomende havengebieden), de komende decennia staan in het teken van het aanpakken van veel lastiger gebieden. Denk bijvoorbeeld aan de Amsterdamse Zuidas, waar weliswaar een begin mee is gemaakt door sportterreinen aan de kant te schuiven, maar waar de werkelijke kwaliteitsslag pas gemaakt kan worden als de infrastructuur is weggewerkt. Maar er zijn meer lastige locaties. Denk aan de Cartesiusdriehoek in Utrecht, Stadshavens in Rotterdam, Binckhorst in Den Haag en Belvédère in Maastricht. Veel van deze locaties kennen een versnipperd grondeigendom en deels zwaardere categorieën bedrijven (en vervuiling).

Zie voor de volledige publicatie:


Cover: ‘Thumb_onderzoek_0_667px’



Meest recent

Luchtfoto van wijk in Alphen aan den Rijn door Robin Dessens (bron: Shutterstock)

Vijf inzichten om tot de gewenste voorzieningen voor leefbare en vitale wijken te komen

De vraag is niet alleen waar we alle woningen bouwen, maar ook hoe we de leefbaarheid, vitaliteit en het bijbehorende voorzieningenniveau in wijken borgen. Over dit onderwerp organiseerde de Kring van Adviseurs van de SKG een verdiepingssessie.

Verslag

22 november 2024

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024