Analyse Het bevorderen van ontmoeting is volgens conceptontwikkelaar Niek Bosman een belangrijke manier om het welzijn van bewoners in buurten te verbeteren. Aan de hand van vijf voorbeelden laat hij zien hoe gebiedsontwikkelaars dit met een investering in aandacht voor elkaar kunnen krijgen. “Wanneer je als ontwerper vanaf het begin nadenkt over hoe je ontmoeting kunt stimuleren, hoeft het nauwelijks extra geld te kosten.”
Het welzijn van bewoners wordt steeds belangrijker in gebiedsontwikkeling. We brengen niet alleen steeds meer tijd binnenshuis door, er wonen wereldwijd ook steeds meer mensen in steden. Dat betekent meer druk op de leefomgeving en dat vraagt extra aandacht voor gezonde gebiedsontwikkeling die het fysieke en mentale welzijn van bewoners bevordert.
Het stimuleren van ontmoeting tussen buurtbewoners is één van de manieren waarop project- en gebiedsontwikkelaars bij kunnen dragen aan het welzijn van bewoners. Verbinding tussen buurtgenoten draagt bij aan het geluk en dus het welzijn van mensen. Goed contact met buurtgenoten is daarmee ook een belangrijke factor in het vertrouwen dat mensen hebben in hun leefomgeving [1].
Openbare ruimte
Als conceptontwikkelaar geef ik vorm aan de publieke ruimte. Lange tijd was de openbare ruimte de plek waar bewoners hun auto kwijt kunnen. Een plek voor water, groen en wegen om de woningen goed te ontsluiten. De laatste jaren groeit het besef dat de openbare ruimte veel meer is dan dat. Het wordt steeds meer een plek voor ontmoeting en verblijven. Niet zonder reden, want het ontmoeten van je buurtgenoten draagt bij aan het welzijn van bewoners en de veiligheid in de buurt. Dat blijkt ook uit verschillende onderzoeken.
Gelukkig in de buurt
De woonbuurt speelt een grote rol in de beleving van het woongeluk van bewoners. Happiness Lab deed begin 2021 veldonderzoek in opdracht van Blauwhoed, Juli Ontwerp en Syntrus Achmea om meer inzicht te krijgen in de belangrijkste voorspellers van het woongeluk van Nederlanders. Uit het onderzoek blijkt dat de buurt een grotere invloed heeft op het woongeluk van bewoners dan hun huis. Des te belangrijker dus om aandacht te besteden aan de inrichting van de buurt en het stimuleren van contact tussen buren.
‘Koningshof - Goudse Stoep’ door Stijn Poelstra (bron: Blauwhoed)
Het ontmoeten van je buren kan namelijk een bijdrage leveren aan de levensvoldoening en het geluk van bewoners. Zo toonde Oshio [2] aan dat vertrouwen in buren, sociale contacten in de buurt en meedoen aan sociale activiteiten positief kan bijdragen aan geluk. Uit een onderzoek in Rotterdam door Hoogerbrugge en Burger [3] bleek dat zowel sociale contacten als sociale cohesie in de buurt significant positief bijdragen aan de levensvoldoening van mensen. De onderzoekers raden beleidsmakers dan ook aan om daar hun beleid op af te stemmen, door bijvoorbeeld ontmoeting te stimuleren en het af te stemmen op de verschillende groepen mensen.
Ontmoeting in beleid
Beleidsmakers brengen voorzieningen in op wijkniveau waar die ontmoetingen kunnen plaatsvinden. Zoals een sportveld of pleintje in een wijk, bestemd voor verschillende buurten. Maar er valt nog meer winst te behalen door ook die ontmoeting te stimuleren op kleinere schaal, op buurtniveau. Naast het stimuleren van ontmoeting in gebieden met gemeenten en partners, stimuleren wij als ontwikkelaar ontmoeting ook op buurtniveau. Hieronder geef ik een vijftal voorbeelden waar Blauwhoed verbinding in de buurt tot stand heeft gebracht door middel van kleine, simpele ingrepen.
Waterplein
In Amsterdam realiseerden we in Create@IJburg, een project met zelfbouwkavels, een waterplein. Een pleintje dat bijna op het niveau van het water ligt en te bereiken is via een stenen trap. Een plek waar buurtgenoten elkaar kunnen treffen en de bewoners te water kunnen gaan. En met succes. Het waterpleintje functioneert het hele jaar door als ontmoetingsplaats. Op zomerse dagen verzamelt de buurt hier om te zwemmen en worden er buurtbarbecues gehouden. In de winter is het de startplek om te schaatsen. De trap fungeert op zijn beurt als tribune voor toeschouwers. Door de centrale ligging in de buurt is het als ware de gemeenschappelijke woonkamer van de buurt.
Het waterplein is een financiële investering, maar vanwege de beperkte omvang is het geen hele grote investering. Zelfs ten tijde van de recessie is het ons gelukt om dit te realiseren en zo verbinding in de buurt te stimuleren.
Het kindlint
In Elzenhagen Noord in Centrumgebied Amsterdam Noord loopt een autovrije wandelroute van het noordelijkste punt dwars door de wijk naar de basisschool. Het zogenoemde ‘kindlint’. Voor alle bewoners ligt het kindlint precies op de route. Er wordt dan ook maximaal gebruik van gemaakt. Kinderen rennen er heen en weer, ouders lopen in groepjes mee. Twee keer per dag als de scholen starten en uit gaan. Langs de route liggen speelaanleidingen, zoals de speeltuin.
De investering? Wegen, paden en speelplekken worden sowieso aangelegd in een nieuwbouwwijk. Er hoeft alleen nagedacht te worden over de routing, ontmoetingspunten en bestemmingen. Het is dus een investering in aandacht.
Stoepen
In binnenstedelijke plekken is ruimte schaars en zijn grondposities moeilijk te verwerven voor ontwikkelaars. Het bouwrijp maken is vaak duurder door het slopen en saneren. Door oplopende kosten hebben de woonprogramma’s vaak een hoge woningdichtheid en dus een compacte openbare ruimte. Toch zijn er genoeg manieren om ontmoeting te stimuleren. Sander van der Ham, stadspsycholoog en onderzoeker van de publieke ruimte, schreef samen met Eric van Ulden en Daniël Heussen een boek over ‘De Stoep’ [4]. Op de stoep, stellen zij vast, vinden sociale contacten plaats. Juist dit overgangsgebied tussen huis en straat is een plek die kansen biedt om die ontmoeting te stimuleren. Al gaat dat niet vanzelf. Een te smalle stoep wordt alleen ingezet als verkeersroute. Een stoep moet dus breed genoeg zijn om te verblijven, ontmoeten of spelen.
‘Stoep Leiden - Tevreewijk’ door Peter Andrik (bron: Blauwhoed)
In Rietlanden in Kudelstaart legden we de parkeerplaatsen op stoepniveau aan, met onderscheidende bestrating voor de herkenbaarheid. Zodra de auto’s overdag weg zijn, wordt dit het speeldomein van de kinderen. Zonder dat het extra ruimte kostte of we verharding moesten aanleggen.
In verschillende projecten legden we de moderne variant aan van de Delftse Stoep, een smalle verharde voortuin die bewoners zelf inrichten met groen en bankjes. Dat levert niet alleen een gezellig straatbeeld op, maar ook ruimte voor ontmoeting. Een andere oplossing is een veranda, zoals we in project Laureaten deden in de Haagse wijk Vroondaal, waardoor bewoners overdekt aan de voorkant van hun huis zitten met uitzicht op en in verbondenheid met de straat. Maar ook in Koningshof in Gouda mochten bewoners de ruimte voor hun huis zelf inrichten en is dit een plek geworden voor ontmoeting.
Het ‘gedwongen’ loopje naar de auto
Vaak neemt autoverkeer een prominente plek in de openbare ruimte in. Maar hoe meer autoverkeer er in een buurt is, hoe kleiner de kans dat buurtbewoners zich met elkaar verbonden voelen. Hoe minder verkeer er is in een buurt, hoe groter de kans op verbinding is tussen buurtbewoners. Dat bleek uit onderzoek van Donald en Bruce Appleyard [5].
De twee stedenbouwkundigen onderzochten het effect van een drukke straat op de interactie tussen overburen. Wat bleek? Een grote verkeersweg fungeert als het ware als een onzichtbare muur, waardoor mensen die tegenover elkaar wonen niet met elkaar in gesprek komen. Daarentegen biedt een straat met uitsluitend bestemmingsverkeer zoveel extra ruimte dat het als verblijfsgebied functioneert en mensen elkaar daar juist langdurig ontmoeten. De bewoners van de rustige straat voelden zich ook meer betrokken en verantwoordelijk voor elkaar en de buurt.
‘Harmonie - Parkeren’ door KOW (bron: Blauwhoed)
Maar dat hoeft niet. In Harmonie in Capelle aan den IJssel plaatsten we het parkeren deels aan de randen van het plan, waardoor mensen naar hun auto moeten wandelen. Niet ver, maar net genoeg om je buren spontaan te ontmoeten. Het grote voordeel daarvan is dat het een autoluwe wijk wordt. Er zijn veel minder wegen nodig en daardoor is er meer ruimte over voor groen, dus voor een park met wandelpaden. Ook hier is het met name een investering in tijd en aandacht.
Van kijkgroen naar gebruiksgroen
Groen in de buurt scoort altijd hoog bij bewoners. Bomen, hagen en groene bodembedekkers zien er fraai uit, en geven bovendien verkoeling en zuiveren de lucht. Waarom daar geen gebruik van maken als aanleiding om ontmoeting te stimuleren? In Hendrik-Ido-Ambacht hebben we een tender gewonnen waar het kijkgroen wordt omgezet naar gebruiksgroen. We gaan in Hendrik-Ido-Ambacht Ambachtslint, een slinger van ontmoetingen realiseren. Door middel van een wandelroute tussen cultureel centrum Cascade en winkelcentrum De Schoof. Langs de route liggen allerlei aanleidingen om elkaar te ontmoeten. Een glazen kas met een kleine boomgaard eromheen, waar mensen zelf groenten verbouwen en fruit plukken van de bomen. Een terras. Een Wilgenlaantje als speelplek voor kinderen. Een verhoogde dijk met avontuurlijke speelplekken van natuurlijke materialen.
‘Ambachts Lint - Gebruiksgroen’ door Inbo (bron: Blauwhoed)
Een investering, maar eentje die zeker de moeite waard wordt. Door zoveel mogelijk groen- en speelvoorzieningen te combineren is veel mogelijk tegen beperkte kosten. Hier gaat het er vooral om dat je er vanaf het begin af aan over nadenkt hoe je het groen zo inricht dat het ook gebruikt kan worden.
Ontmoeting op kleine schaal
Het stimuleren van verbinding tussen buurtbewoners kan dus door middel van kleine ingrepen. Wanneer je als ontwerper vanaf het begin nadenkt over hoe je ontmoeting in je ontwerp kunt stimuleren, hoeft het nauwelijks extra geld te kosten. Als je bedenkt dat je hiermee als ontwikkelaar van projecten en gebieden kan bijdragen aan het geluk van mensen, lijkt me dat een kleine investering, die in mijn optiek hoog op de verlanglijstjes van projectontwikkelaars, gemeentes en ontwerpers moet staan.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
- Powdthavee, Nattavudh. (2008). Putting a price tag on friends, relatives, and neighbours: Using surveys of life satisfaction to value social relationships. The Journal of Socio-Economics, 37(4), 1459–1480.
- Oshio, Takashi. 2016. Which is more relevant or perceived happiness, individual-level or area-level social capital? A multilevel mediation analysis. Journal of Happiness Studies, Advance online publication. doi:10.1007/s10902-016-9752-y
- Marloes M. Hoogerbrugge & Martijn J. Burger (2018) Neighborhood-Based social capital and life satisfaction: the case of Rotterdam, The Netherlands, Urban Geography, 39:10, 1484-1509, DOI: 10.1080/02723638.2018.1474609
- Eric van Hulden, Daniel Heussen, Sander van der Ham (2015), De Stoep. Nai010 Uitgevers
- Bruce & Donald Appleyard. 2020. Livable Streets 2.0
Cover: ‘Ambachts Lint - Gebruiksgroen’ door Inbo (bron: Blauwhoed)