Opinie Terwijl steden voor steeds meer mensen onbetaalbaar zijn, krimpen de dorpen. Beide problemen zijn op te lossen door te investeren in het platteland, stelt TU Delft-promovendus Maarten Koreman. "Het kan best iets minder met de vele ministeries, overheidsorganisaties, cultuurinstellingen en universiteiten in de grote steden."
In de jaren '70 en '80 zagen we in Nederland een beeld dat nu nagenoeg onvoorstelbaar lijkt: krimpende steden. Onder meer Den Haag en Amsterdam verloren in hoog tempo rijkere inwoners aan groeikernen en middelgrote provinciesteden. De Rijksoverheid zag de problemen van verpauperde steden met een verarmde bevolking met lede ogen aan en kwam met beleid om de krimp tegen te gaan. De (hoogopgeleide) burger moest terugkomen naar de grote stad door de publieke werkgelegenheid verder te centraliseren in de Randstad, door in te zetten op de groei en internationalisering van universiteiten, en door stedelijke gebiedsontwikkeling. De enorme investeringen in Vogelaarwijken en sleutelprojecten zijn ook een kind van deze gedachte.
En het werkte! Steden begonnen weer te groeien en met name hoger opgeleiden vonden hier hun thuis. Alleen lijkt het beleid té succesvol geweest. Momenteel kampt Nederland met overvolle steden waar zelfs middeninkomens moeilijk kunnen blijven.
Tegelijkertijd is er krimp in veel plattelandsgebieden, waar met name jonge bewoners zich vanwege een gebrek aan perspectief op werk op hun niveau genoodzaakt zien om te vertrekken. Tijd om beide problemen te bestrijden door ook kleinere steden en het daaromheen gelegen platteland te ontwikkelen!
Gevangen
Het goede nieuws: het is heel goed mogelijk om groei te creëren in Nederlandse plattelandsgebieden. Juist nu. In mijn promotieonderzoek kijk ik naar de toekomstdroom van jonge plattelands- en stadsbewoners. Het valt op dat deze dromen veelvuldig in de buitengebieden liggen. Jongeren hechten opvallend veel waarde aan ruime woningen in een rustige omgeving met veel natuur in de buurt.
Tegelijk noemen deze jongeren het stadsgerichte beleid van de overheid als groot obstakel voor het verwezenlijken van hun plattelandsdroom. Als je in de publieke sector wil werken (zoals bij een ministerie of universiteit), dan is het nagenoeg onmogelijk om op het platteland van bijvoorbeeld Zeeland te (blijven) wonen. Dit leidt tot gedwongen keuzes tussen woonwensen en carrière. Om zich te kunnen ontwikkelen, moeten plattelandsjongeren soms tegen hun zin naar de stad. En daar zitten zij vervolgens gevangen, omdat overheidsbanen op hun niveau nauwelijks aanwezig zijn in hun droomregio.
Met tegenzin ruilen
De overheid zou zich daarom anders moeten organiseren door de oververtegenwoordiging van rijksdiensten in de Randstad weer deels terug te draaien. Het kan best iets minder met de vele ministeries, overheidsorganisaties, cultuurinstellingen en universiteiten in de grote steden. Wanneer deze organisaties meer verspreid door het land zitten, weerspiegelen ze bovendien de diversiteit in de samenleving beter.
Verder kan vanwege de (aankomende) crisis de overheid van haar ambtenaren vragen om (in ruil voor een goede baan voor onbepaalde tijd in een groene omgeving) de overwaarde op hun stedelijke woning te verzilveren en naar andere regio’s te verhuizen. Een betere verspreiding van door het Rijk gecreëerde werkgelegenheid herstelt bovendien de mogelijkheden voor jonge plattelandsbewoners die in hun regio willen blijven.
Dromen realiseren
Mij lijkt het voor iedereen beter als mensen kunnen wonen en werken waar zij dat willen. Eerder onderzoek laat zien dat mensen gemiddeld verder van hun werk gaan wonen als zij daar minder vaak hoeven te zijn. De nieuwe trend van thuiswerken, aangewakkerd door de coronacrisis, creëert voor veel hierboven beschreven ‘stadsgevangenen’ dan ook een unieke kans om aan hun stedelijke omgeving te ontsnappen en hun woondroom in het buitengebied te verwezenlijken.
De groei van publieke werkgelegenheid buiten de grote steden zal bovendien de private werkgelegenheid doen groeien. In Wageningen en Leeuwarden zorgen de aanwezigheid van een (deel van een) universiteit al voor enorme private investeringen.
Een inzet op de ontwikkeling van plattelandsgebieden is ook beter voor steden. Want als mensen hun droom om op het platteland te wonen makkelijker kunnen verwezenlijken, neemt de druk op de stedelijke woningmarkt ook af. Middeninkomens kunnen dan makkelijker in de grote steden blijven wonen. Tegelijkertijd neemt de krimp in plattelandsgebieden af. Dus bevrijd de ‘stadsgevangenen’ door hen te ondersteunen in de realisatie van hun plattelandsdroom!
Cover: ‘Het dorp Kanis aan de Mijzijde. Woerden.’ door Jan Dijkstra (bron: Wikimedia Commons)