2014.04.29_Proces kosten en tevredenheid_660

'Ontwikkelaar is nog hard nodig’

2 juni 2014

2 minuten

Nieuws Gebiedsontwikkelingen liggen grotendeels stil door de recessie. Particulier opdrachtgeverschap is daarentegen een succes. Daarmee lijkt de rol van de projectontwikkelaar uitgespeeld. Maar niets is minder waar, zegt Hans-Hugo Smit, senior projectleider bij Platform31 in Cobouw.

Het beeld dat veel mensen hebben van projectontwikkelaars moet wel nodig worden bijgesteld, aldus Smit. ‘Projectontwikkelaars worden veelal gezien als snelle jongens die even een bouwplan lanceren. Ze worden onverschillig geacht voor de wensen van de consument, strijken een hoop geld op, spoeden zich naar het volgende project en daar begint dan alles weer opnieuw. Dat beeld is verkeerd en dient nodig bijgesteld te worden. Als er al ooit snelle jongens in de wereld van projectontwikkeling zijn geweest, zijn ze nu verdwenen. In de huidige marktomstandigheden zouden ze zich nooit staande kunnen houden.’

Smit spreekt uit ervaring. Hij was vijftien jaar marktanalist en conceptontwikkelaar bij de projectontwikkelaars MAB en Bouwfonds. ‘In die tijd heb ik geleerd dat projectontwikkelaars zich wel degelijk verdiepen in wat consumenten willen. Hun grondhouding is er niet een van even onze zakken vullen en verder voelen we ons niet verantwoordelijk. Ze proberen juist om zo goed mogelijk in te spelen op de behoeften van de klant.’

Projectontwikkelaars lopen daarbij aan tegen een voornaam kenmerk van de huidige recessie: grootschalige projectontwikkelingen komen nauwelijks van de grond. De tijd is voorbij dat er grote stukken grond werden aangekocht met daarvoor al bij voorbaat nauw omlijnde plannen. Tegenwoordig zetten kleinschalige ontwikkelingen die in fases worden gerealiseerd de toon. Het eindbeeld is daarbij veelal nauwelijks bekend. Ook kleinschalige bouwprojecten in opdracht van particulieren winnen aan populariteit.

Volgens Smit is een belangrijke succesfactor van de kleinschaliger ontwikkelingen dat de initiatiefnemers vaak zeer goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden van een bepaalde locatie. Ook weten zij goed wat er in een bepaalde plaats of regio speelt. ‘Zulke kennis ontbreekt soms bij de traditionele projectontwikkelaars. Zij kennen weliswaar de mogelijkheden om in een gebied te bouwen, maar van de lokale wensen en behoeften weten ze weinig. Als ze zich meer verdiepen in wat plaatselijk leeft, kunnen ze huizenkopers een zekere mate van maatwerk leveren.’

Daarnaast kunnen ontwikkelaars nauwer samenwerken met lokale partijen. Dat kan soms weer aanleiding zijn om een deel van een projectontwikkeling te reserveren voor particuliere opdrachtgevers. Daardoor komt de weg vrij om meer grip te krijgen op regionale gebiedsontwikkelingen. De rol van de projectontwikkelaar is dus nog lang niet uitgespeeld.


Cover: ‘2014.04.29_Proces kosten en tevredenheid_660’



Meest recent

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024