Analyse Hoeveel verdichting is goed voor een stad? We leggen diverse steden en typisch Amerikaanse gebiedsontwikkelingen langs de maatlat van de New Urbanists. Die overzeese analyse biedt ook voor Nederland de nodige inzichten over verhoudingen binnen de stad.
Binnenstedelijk of buitenstedelijk bouwen? Wel of niet verdichten? Die discussie lijkt onder Nederlandse gebiedsontwikkelaars nog lang niet beslecht. Ook duizenden kilometers verderop, in de Verenigde Staten, wordt hevig gedebatteerd over het toevoegen van woningen binnen bestaande buurten en wijken. Daar moet worden bij vermeld dat de spelregels in de VS compleet anders zijn dan in Nederland. De meeste Amerikaanse steden zijn de afgelopen decennia uitgedijd tot de door voorsteden omringde metropolen die het nu zijn. Dat ver uitsmeren van steden, de beruchte ‘urban sprawl’, staat haaks op het realiseren van compacte steden die we in Europa zo waarderen.
Dichtheid daalt in VS
Het verschil blijkt ook uit de cijfers. In Nederland bedraagt de gemiddelde woningdichtheid 241 woningen per vierkante kilometer en die neemt de afgelopen jaren toe. In de VS neemt de bouw van ‘high-density housing’, zoals appartementencomplexen van meer dan vijf verdiepingen, de afgelopen jaren alleen maar af. Dat maakt de discussie daar niet minder boeiend, want Amerikaanse stedelijke ontwerpers zien ook kansen in verdichting, maar hoeveel dan precies? Hoe hoog zouden gebouwen moeten zijn? En vooral: hoe zien ze er dan uit?
Een zeventigtal Amerikaanse stedelijke ontwerpers die de stedenbouwkundige stroming ‘New Urbanism’ aanhangen, kwam eerder dit jaar bij elkaar om daarover te discussiëren. Dat levert inzichten op die ook voor de Nederlandse context interessant zijn.
De stumpy rukt op
Het doembeeld van verdichting laat zich raden: ogenschijnlijk eindeloze rijen identieke grijze wolkenkrabbers in een willekeurige Chinese stad. Maar de VS blijken daarvan hun eigen versie te hebben uitgevonden: de ‘stumpy’. In veel wijken in Amerika doemen deze middelhoge appartementencomplexen op. Ze worden neergezet in een poging de woningtekorten in veel Amerikaanse steden op te lossen.
‘Stumpies’ zijn woonblokken van zo’n vijf verdiepingen hoog, gemaakt van een houten constructie op de bovenste vier lagen, met daaronder een betonnen begane grond met een winkel of afgesloten parkeerplaats. De woningen zijn architectonisch gezien sterk repetitief in hun soort en bestaan vaak uit verticale blokken met contrasterende kleuren of materialen. De algemene tendens is dat iedereen met een liefde voor stedenbouw en echte architectuur in Noord-Amerika er een hekel aan heeft.
De haat komt niet in de laatste plaats voort uit het feit dat in veel gevallen de publieke functie van het wonen in een appartementencomplex compleet verloren gaat. De oorzaak is de inrichting van de ‘stumpies’. In het Californische Del Mar (op zo’n 150 kilometer ten zuiden van Los Angeles) is een voorbeeld van zo’n rij appartementencomplexen, allemaal gebouwd bovenop een privé parkeergarage. Via een lift in de garage komen bewoners in een gang terecht die uitkomt op de individuele appartementen.
Van het door New Urbanists gepropageerde streven naar sociale cohesie en ontmoeting binnen een wijk is hier weinig sprake. Dat geldt ook voor het nemen van de wensen van voetgangers als belangrijkste uitgangspunt bij de stedenbouwkundige inrichting. De enige openbare ruimte in de wijk is een tankstation. Maar hoe moet het dan wél?
Compacte stad
Verdichting heeft veel te bieden, stellen de ontwerpers die het gedachtengoed van het New Urbanism aanhangen. Door veel mensen op een relatief kleine oppervlakte samen te brengen, wordt het gebruik van openbaar vervoer gestimuleerd. Ook zien winkels, restaurants en andere bedrijven de kans om zich in het gebied te vestigen. Bovendien wordt wandelen op die manier gestimuleerd – een belangrijk punt volgens New Urbanists – wat vervolgens ontmoetingen tussen bewoners mogelijk maakt. Ook levert een compacte stad, waar meer gebruik wordt gemaakt van openbaar vervoer, milieuwinsten op.
‘Een 'stumpy' in Amerika’ door Michael Vi (bron: Shutterstock)
‘Typische 'stumpy' in Amerika’ door Michael Vi (bron: Shutterstock)
Wat daarom volgens de New Urbanists centraal zou moeten staan in het verdichten van een stad, is stedelijkheid. Het mengen van wonen, werken en creatie, het nemen van voetgangers als uitgangspunt, het creëren van openbare ruimte en het organiseren van manieren waarop bewoners elkaar kunnen ontmoeten, kortom: “Verdichting wordt menselijk gemaakt door stedelijkheid,” zo stelt voorzitter Mallory Baches van het Congress for the New Urbanism.
Bakstenen pakhuis
Jane Jacobs, pleitbezorger van het stadsleven, betoogde decennia geleden al dat een zekere mate van verdichting cruciaal is voor het floreren van een stad. Maar zodra er teveel dichtheid is, verliest een gebied juist vaak weer diversiteit. De ideale verdichte stadswijk heeft daarom een veelheid aan appartementsgroottes, huizenprijzen, huishoudenssamenstellingen en inkomensniveaus. Volgens de New Urbanists is in ieder geval duidelijk dat het bij de ‘stumpies’ aan al die voorwaarden ontbreekt.
Nee, het ontwikkelen van stedelijke gebieden zou juist flexibeler moeten met meer ruimte voor gevarieerde woonvormen, wat tevens leidt tot een aantrekkelijker stadsbeeld. Dat is bijvoorbeeld bij een gebiedsontwikkeling in San Francisco het geval, waar ogenschijnlijk verschillende appartementencomplexen elkaar complementeren in hoogte en stijl. De een doet met zes verdiepingen denken aan een bakstenen pakhuis, zoals er in de buurt veel staan. Het andere met acht verdiepingen refereert aan smallere hoogbouw iets verderop. Het laat zien hoe middelhoge bouwprojecten toch kunnen aansluiten bij het karakter van een stad.
En die bouwvorm blijkt belangrijk, want voor échte hoogbouw blijven stadsontwerpers huiverig in de VS. In Washington, bijvoorbeeld, blijft het een punt van discussie. De stad kampt met een woningtekort, waardoor voorstanders pleiten voor hogere gebouwen met huisvesting voor lage inkomensgroepen. Tegenstanders brengen daartegenin dat hogere gebouwen duurder zijn om te bouwen, dus dat die vorm voor betaalbare huisvesting niet succesvol zal blijken. De hoogtenorm in Washington blijft daarmee voorlopig wat-ie is.
Gelukkig gaat verdichting volgens de New Urbanists niet zozeer om hoogte, maar om compactheid en daarmee om het creëren van een gemeenschap. Verdichting kan bijvoorbeeld plaatsvinden door te bouwen bovenop bestaande gebouwen. In een stad als Detroit, waar het inwoneraantal sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw drastisch is geslonken, wordt openbare ruimte toegevoegd in de bestaande stad en zetten stadsbestuurder in op mixed-use gebiedsontwikkelingen.
‘Charleston, South Carolina, Amerika’ door Sean Pavone (bron: Shutterstock)
Op die manier hoeft er niet gesloopt te worden, maar kan een stad wel verdichten door te bouwen in leegstaande parkeergarages en verlaten gebouwen. Ook wet- en regelgeving kan soelaas bieden, bijvoorbeeld door parkeernormen te versoepelen voor gebieden die in de nabijheid van openbaar vervoer ontwikkeld worden.
Het mooiste voorbeeld komt uit Charleston, een stad in South Carolina. De stad staat bekend om haar veelgekleurde huizen, nog gebouwd voor de Amerikaanse burgeroorlog. Tijdens de bouw van een groot appartementencomplex met aanliggend kantorenpand is daarom rekening gehouden met de traditionele zuidelijke bouwstijl. De gebouwen zijn van verschillende hoogtes en ogen daarom niet als een ‘bulk’, maar voegen dichtheid in de stad toe op een organische manier. Een compacte stad die toch karakteristiek en leefbaar blijft, dat lijkt de heilige graal.
Lees het hele artikel over verdichting op de website van Congress for the New Urbanism hier.
Cover: ‘Luchtfoto van Washington, Amerika’ door Evgenia Parajanian (bron: Shutterstock)