Onderzoek Publiek toegankelijke private ruimtes zijn dé manier om in dichtbevolkte Westerse steden meer openbare ruimte toegankelijk te maken voor publiek gebruik. Dat concluderen onderzoekers van de Technische Universiteit in Dortmund na onderzoek in de tien grootste steden van Duitsland.
PBL-onderzoeker en hoogleraar Edwin Buitelaar constateerde eerder dit jaar al dat privatisering van het publieke domein doorgaans op weinig instemming kan rekenen. Een steeds belangrijker deel van het publieke domein speelt zich af in private ruimtes, maar tegenstanders hebben vaak bedenkingen bij de betaalbaarheid en de toegankelijkheid. Ook wordt in de discussies over het onderwerp privaat vaak afgezet tegen publiek, collectief, maatschappelijk en sociaal.
Maar, concludeert Buitelaar in zijn artikel, dat is regelmatig ten onrechte. “De mate waarin een private ruimte daadwerkelijk een publieke functie kan vervullen en ruimte kan bieden voor pluriformiteit, hangt af van de toegangs- en gedragsregels die de eigenaren (mogen) stellen. Wat ‘mag’ hangt af van het perspectief dat je hanteert: een eigendomsperspectief of een pluriformiteitsperspectief.”
Nuttig instrument
In gebiedsontwikkeling wordt dat laatste perspectief steeds vaker gehanteerd. Met publiek toegankelijke private ruimtes (POPS, kort voor privately owned public space) krijgen steden de kans om zonder grote financiële investeringen de openbare ruimte (meer) toegankelijk voor bewoners en bezoekers te maken. Na de introductie in New York in de jaren ‘60 als instrument om ontwikkelaars te belonen voor het realiseren van publiek toegankelijke openbare ruimte, hebben lokale overheden in Amerika en Engeland het instrument de afgelopen decennia massaal omarmd.
De laatste jaren is deze vorm van gebiedsontwikkeling weer populairder aan het worden, constateerden wetenschappers al eerder. Dat geldt vooral voor dichtbevolkte steden waar de openbare ruimte schaars is en de zakken van de lokale overheden leeg zijn.
Maar, vroegen twee onderzoekers van de Technische Universiteit in Dortmund zich af, zijn POPS ook een nuttig instrument voor (Europese) verzorgingsstaten waar de overheid normaal gesproken meer de regie heeft over de inrichting van de openbare ruimte? Dahae Lee en Nele Scholten interviewden voor hun onderzoek Do welfare states need privately owned public spaces? The relevance of and need for such spaces in German cities daarom 67 planologen in de tien grootste steden van Duitsland.
Samenwerking
Ja, was het antwoord van het grootste deel van de respondenten. Publiek toegankelijke private ruimtes zijn ook in een verzorgingsstaat als Duitsland van groot belang voor de inrichting van de openbare ruimte. De meerderheid van de ondervraagde planologen ziet private partijen als belangrijke partners in gebiedsontwikkeling.
De wetenschappers gebruiken in hun onderzoek twee casussen om het belang van de POPS aan te tonen. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van deze plekken in deze steden zijn hierbij, net als in het PBL-onderzoek van Edwin Buitelaar, de belangrijkste elementen van de discussie.
Zo zoeken in Frankfurt lokale planologen al langer de samenwerking met private partijen om meer openbare ruimte in de stad te kunnen creëren. In het bestemmingsplan van het Maintor-gebied in de stad heeft het realiseren van publiek toegankelijke private ruimtes een belangrijke plek gekregen. Het drie hectare grote gebied in het centrum van de stad werd in 2005 gekocht door een private partij. Doel van de investeerder was om een gemixt zakelijk gebied te creëren waarin zowel wonen en werken een plaats zou krijgen.
De stedenbouwkundigen van de gemeenten grepen deze kans met beide handen aan om een andere wens in vervulling te laten komen: het gebied meer toegankelijk te maken voor openbaar gebruik. Ondanks de goede ligging aan de rivier waren grote delen van het gebied namelijk ontoegankelijk voor bezoekers. Met behulp van omgevingscontracten hebben de ambtenaren en investeerders het gebied teruggegeven aan de stad en zijn er afspraken over de toegankelijkheid, realisatie van restaurants en winkels en inrichting van de openbare ruimte gemaakt.
Wandelen langs de rivier
In Berlijn heeft deze vorm van samenwerking ervoor gezorgd dat in het Mediaspree-gebied de wandelroute langs beide kanten van de rivier weer voor iedereen beschikbaar is. De stad had al lange tijd de wens dat het gebied langs de Spree weer voor iedereen toegankelijk zou zijn. Maar omdat de grond in handen was van private partijen en de gemeente niet het geld had de grond te kopen, ging deze wens lange tijd niet in vervulling. Door het realiseren van verschillende POPS, deze gebieden aan elkaar te koppelen, en de afspraken in de omgevingscontracten mee te nemen, is de wandeling weer voor iedereen te maken.
Beide casussen laten volgens de onderzoekers zien dat het realiseren van publiek toegankelijke private ruimtes de enige manier is om in deze dichtbevolkte steden nieuwe openbare ruimtes te creëren. Overheden hebben niet de financiële mogelijkheden om in grond te investeren. Door de samenwerking met investeerders aan te gaan, ontstaan er niet alleen nieuwe ruimtes in de stad, maar worden gebieden die voorheen niet vrij toegankelijk waren ook weer openbaar.
Lees het volledige onderzoek op de website van het Journal of Urban Design.
Cover: ‘Mediaspree in Berlijn’ door elxeneize (bron: Shutterstock)