Verslag Master City Developer, de opleiding voor gebiedsontwikkelaars, bestaat twintig jaar en dat werd gisteren gevierd in een volle zaal in LantarenVenster in Rotterdam. Daarbij werd niet alleen teruggekeken. “Gebiedsontwikkelaars kunnen het leven van mensen gelukkiger maken.”
De Master City Developer (MCD) startte in 2003 in een periode waarin de overheid zich steeds meer terugtrok uit het ruimtelijke domein. Het idee vatte post dat meer soorten partijen nodig zijn om gebieden te ontwikkelen. Niet alleen de overheid, maar dus zeker ook marktpartijen. Hoe moet dat vorm krijgen? Welke positie moeten gemeente en projectontwikkelaar dan innemen? Het speelveld was veranderd en dus moest de MCD het antwoord bieden op die vragen. Opdat gebiedsontwikkelaars van zowel private als publieke partijen samen zouden leren hoe om te gaan met die nieuwe werkelijkheid.
Een opleiding met de nodige wetenschappelijke inzichten, met de eigen ervaringen ook – successen, dilemma’s en vragen – en met de gewenste inspiratie in het buitenland om te zien hoe partijen daar samen gebieden ontwikkelen. De achterliggende gedachte: reflectie op de eigen praktijk, niet in de laatste plaats door tijdens de opleiding ook eens de rol van ‘de tegenpartij’ in te nemen. De beleidsambtenaar van de gemeente die ineens – even – conceptontwikkelaar bij een marktpartij is, een corporatiestrateeg die ineens het woonbeleid van de gemeente mag bepalen. En vice versa.
Transdisciplinaire werkwijze
Dat de opleiding iets met de deelnemers doet, was te merken aan de opkomst bij de viering in LantarenVenster, gevestigd op de volledig getransformeerde Kop van Zuid – een van de schoolvoorbeelden van gebiedstransformaties – in Rotterdam. En kwam ook naar voren uit de on demand-online enquête via Mentimeter. “Zonder deze opleiding had ik mij niet zeker genoeg gevoeld om te solliciteren op de baan die ik nu heb,” viel te horen vanuit de zaal.
‘Tom Daamen in gesprek met Helma Born en Geurt van Randeraat tijdens MCD 20 jaar’ door Christiaan Gorzeman (bron: MCD)
Maar waar zit ‘m dat dan in? Wat maakt deze opleiding zo bijzonder dat gebiedsontwikkelaars in de zaal zitten die soms al tien, vijftien jaar geleden de leergang hebben doorlopen? Volgens Ellen van Bueren, hoogleraar Management Stedelijke Ontwikkeling aan de TU Delft – en tevens bestuurslid van de MCD – heeft dat te maken met de manier waarop de opleiding is opgezet. “In de MCD wordt niet naar vraagstukken voor gebiedsontwikkeling gekeken op een multi- of interdisciplinaire manier maar op een transdisciplinaire wijze.”
‘(Voormalige) directeuren MCD’ door Christiaan Gorzeman (bron: MCD)
Dat betekent in de MCD-praktijk dat vraagstukken vanuit de opgave geanalyseerd worden door partijen uit verschillende domeinen. Ze gaan vervolgens op zoek naar de beste – of nieuwe – methoden en handelingsperspectieven om die vraagstukken op te lossen. Kortom: een vernieuwende opleiding die niet alleen maar samenbrengt en herkauwt wat al bestaat maar bijdraagt aan vernieuwing van het vakgebied. En daar hebben de deelnemers blijkbaar ook echt iets aan, na twee jaar zwoegen naast hun dagelijkse werk en privéleven.
Prettiger leven in de stad
In de twintig jaar dat de MCD nu bestaat, is de focus van de opleiding wel veranderd. Ging het aanvankelijk om de samenwerking tussen overheid en markt, nu lijkt vooral de geluksvraag voor te liggen. Volgens Anne Koning, gedeputeerde in Zuid-Holland en zelf MCD-alumnus, is dat ‘nieuwe, hogere doel’ helder. In gesprek met TU Delft-hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas omschrijft ze het als: “het gaat erom mensen gelukkiger te maken.” Koning is ervan overtuigd dat interventies in het fysieke domein de positie van mensen kan verbeteren en kan helpen om hen een prettiger leven te laten leiden. En daarmee is de opgave waar MCD-alumni voor komen te staan niet bepaald kleiner geworden. Dat blijkt wel uit de presentaties van zowel de EUR-economen Frank van Oort en Jeroen van Haaren als van Otto Raspe, hoogleraar Brede Welvaart aan de Universiteit Tilburg.
‘Fred Schoorl is de nieuwe directeur van de MCD’ door Christiaan Gorzeman (bron: MCD)
Brede welvaart staat de laatste jaren flink in de belangstelling, want de kansen voor mensen om een gelukkig leven te leiden lopen nogal uiteen. Die verschillen op het gebied van onder meer inkomen, gezondheid, frisse lucht en zelfs de nabijheid van cafés worden bijvoorbeeld door het CBS en de Rabobank – waarom is er eigenlijk niet één maatstaf, monitor of ander soort peilstok voor brede welvaart? – bijgehouden.
Tijdens het congres sprak Inge Janse, voormalig adjunct-hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu een - zeer vermakelijke - column uit over brede welvaart en de kansen om daar vaart mee te maken met partijen - PVV, NSC, BBB en VVD - die voorsorteren op een nieuw kabinet. De column is hier terug te lezen (pdf).
Het lastige bij die cijfers: we weten (nog) niet goed genoeg of betere cijfers op de indicatoren ook écht de onderliggende problemen verhelpen én we weten niet hoe verschillende resultaten op die indicatoren op elkaar inspelen. Bovendien weten we niet hoe zuiver de cijfers zijn omdat het leven van mensen zich niet altijd in dezelfde regio afspeelt. Als brede welvaart een maatstaf is voor het geluk van mensen dan weten we er – hoe frustrerend ook – simpelweg nog te weinig vanaf.
Steeds meer partijen
De vraag is dan wat gebiedsontwikkelaars in het algemeen – en in dit geval MCD’ers in het bijzonder – dan moeten doen om dat geluk van de inwoners van al die gebiedsontwikkelingen in het land te verhogen. Want gebiedsontwikkeling is al heel complex, maakt oud MCD-directeur Helma Born (nu regiodirecteur Zuidwest bij BPD) duidelijk. Er zijn steeds meer partijen die relevant zijn om mee te praten en tot een gedragen plan te komen. Volgens een andere oud MCD-directeur, SITE Urban Development-partner Geurt van Randeraat, is de kwaliteit van de gesprekken tussen markt, overheid en maatschappelijke organisaties er in de loop der tijd ook niet beter op geworden.
Zo ziet hij gemeenten die gebiedsontwikkeling willen faciliteren dit verwarren met laissez faire en ziet hij nieuwkomers vanuit de markt zonder gevoel voor de Nederlandse samenwerkingscultuur simpelweg voor het eigen belang gaan. Hoe partijen gezamenlijk gebiedsontwikkelingen vormgeven blijft volgens Van Randeraat daarom een punt van aandacht, iets wat Born ook herkent in de zoektocht naar eigentijdse vormen van publiek-private samenwerking. Toch is dat volgens Ronald Huikeshoven, SKG-voorzitter en directievoorzitter van gebiedsontwikkelaar AM, de enige weg. En hij is ervan overtuigd dat gebiedsontwikkelaars – publiek, privaat, maatschappelijk – in staat zijn concreet betere plekken te creëren voor mensen en ze gelukkiger te maken.
Fysiek en sociaal combineren
Huikeshoven geeft het voorbeeld van een seniorencomplex in Amsterdam waar mensen op leeftijd samen kunnen wonen in een Friends-concept waardoor zij niet alleen op zichzelf zijn aangewezen. Door verschillende ontmoetingsplekken in het complex en in de omgeving te creëren zijn er voldoende mogelijkheden aanwezig voor de bewoners om anderen te ontmoeten. Bovendien zorgt een heuse glijbaan in het complex ervoor dat sommige ouderen met lef fit blijven. En het zorgt er zeker voor dat kleinkinderen eerder geneigd zijn om opa en/of oma te bezoeken. Wat Huikeshoven wil maar zeggen: het gaat niet alleen het vormgeven van samenwerking maar ook om het betrokken blijven bij hoe plekken gebruikt worden en door daar slimme combinaties te maken tussen het fysieke en sociale domein. Learning by doing, een adagium dat Ellen van Bueren als fundamenteel had benoemd voor de MCD-opleiding, in haar presentatie aan het begin van de bijeenkomst.
Zoals het gebiedsontwikkelaars – en MCD’ers wederom in het bijzonder – betaamt, is blijven leren noodzakelijk. Niet alleen omdat het eerdergenoemde speelveld en dus de samenwerking tussen partijen verandert en ook niet alleen omdat de opgaven veranderen – van klimaatadaptatie tot de energieopgave en van inclusiviteit tot het eerdergenoemde doel van brede welvaart en geluk. Daarbij mogen gebiedsontwikkelaars volgens Van Randeraat nog wel wat vaker duidelijker standpunten innemen over rechtvaardigheid, ergo een eerlijke verdeling van middelen en het bieden van nieuwe kansen aan mensen. Hij ziet dat als een mooie opdracht voor Fred Schoorl om vervolg aan te geven; deze laatste is vanaf 1 januari 2024 de nieuwe directeur van de MCD.
Op 12 december werd de MCD-scriptieprijs uitgereikt door juryvoorzitter Tobias Verhoeven, CEO van Synchroon. Daarvoor waren drie deelnemers genomineerd: Robbert de Mug met de scriptie ‘Brainport made bij Brainport’ over de samenwerking van techbedrijven bij stedelijke transformatie, Sebastiaan van der Hijden met ‘Een marathon, geen sprint’ over het terugbrengen van automobiliteit en mogelijkheden die daarbij ontstaan voor de stad en Suardus Ebbinge met de scriptie ‘Ruimte om te Overbruggen’ over het faciliteren van publiek ontmoeten in gebouwen. Suardus Ebbinge werd door de jury uitgeroepen tot winnaar.
Cover: ‘Uitreiking MCD scriptieprijs’ door Christiaan Gorzeman (bron: MCD)