Nieuws De een na de andere gemeente moet afboeken op grondposities en loopt het risico daardoor in de financiële problemen te komen, met de nodige gevolgen voor de inwoners. Het CBS becijferde begin deze zomer al een kostenpost van 424 miljoen over 2009. Maar de situatie voor vorig- en dit jaar blijkt nog veel rampzaliger. De vraag is of gemeenten zich nog wel op de hoogst risicovolle grondmarkt moeten begeven. Zij werken immers met gemeenschapsgeld. Erwin van der Krabben, hoogleraar vastgoed- en locatieontwikkeling aan de Radboud Universiteit voorspelt het einde van dit typisch Nederlandse model voor ruimtelijke ontwikkeling.
De bouwgrondexploitatie was lange tijd een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeenten. In 2009 werd die trend echter verstoord, constateert het CBS. Het gerealiseerde saldo van de lasten en baten op de bouwgrondexploitatie lag voor heel Nederland ruim 1 miljard euro lager dan in 2008. Er werd voor het eerst een negatief saldo van 414 miljoen euro geboekt.
Vooral bij de grondbedrijven van de grotere gemeenten zijn de klappen van de financiële crisis en de economische recessie hard aangekomen. Utrecht boekte het grootste verlies op de bouwgrond (-62 miljoen euro), gevolgd door Den Haag (-42 miljoen euro). Ook in Arnhem, Breda en Rotterdam waren de verliezen groot, aldus het CBS.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_stad en kapitaal_1_1000px’