Opinie Een paar weken geleden was ik op werkbezoek bij ASML, een van Nederlands meest succesvolle, internationaal presterende bedrijven. Met een jaaromzet van circa € 5 miljard en een resultaat van circa 15%, een wereldwijd marktaandeel van 80 (!)% en een innovatiebudget van (jaarlijks) € 700 mio, behoort deze producent van machines voor de chipindustrie tot de top van ons internationale bedrijfsleven.
Een fascinerend bedrijf, waar we veel van kunnen leren. Zeker als je kijkt naar het businessmodel waarmee ASML haar innovatie en productie heeft georganiseerd. ASML werkt al meer dan 20 jaar samen met 5 vaste partners en 33 ketenpartners. Samen met deze partners wordt in een volstrekt open innovatieplatform gewerkt aan nieuwe technologie. Elk participerend bedrijf werkt vanuit haar eigen specialistische kennis, en heeft de vrijheid om de opgedane kennis zelf te gebruiken, maar gebruikt die uiteraard ook voor de klant ASML. Tegen een vooraf vastgestelde marge werkt elk bedrijf mee aan het verlagen van de kostprijs en verbeteren van de technologie. Waar dat toe leidt, schetste ik al in de aanhef van dit artikel.
Wat een schril contrast met onze eigen vastgoed- en bouwwereld waar nog nauwelijks sprake is van een open innovatieplatform en echte samenwerking met andere partijen. In de praktijk houden we de kaarten continue voor de borst, proberen we onze eigen marge te verhogen, en zijn we primair gericht op het verhogen van de eigen omzet en resultaat. Onderhandelen kunnen we als de beste. Een eenmaal afgesloten contract wordt vervolgens tot op de millimeter bewaakt, zonder acht te slaan op gewijzigde omstandigheden in de turbulente wereld om ons heen.
Niet zo vreemd dus dat we al jaren klagen dat we als branche zo moeizaam tot innovatie komen. Veelgehoorde argumenten zijn dan: de overheid wil niet, van Europa mag het niet, de wetgeving houdt ons tegen, de lastige markt buiten belet ons, de consument begrijpt ons niet, mijn businespartners maken misbruik van mijn vertrouwen, etc. Dit zijn allemaal argumenten die gebaseerd zijn op een werkwijze en de businessmodellen van decennia geleden.
Deze oude businessmodellen zijn gericht op het realiseren van een transactie. Elke partij richt zich hierbij op zijn eigen belang. Waar dat toe leidt? Tot “wij/zij-verhoudingen” , schotten tussen partijen , korte termijn succes, achterdocht en wantrouwen en veel onderhandelen. En dit leidt weer tot dikke contracten als reactie,. Zo zijn we te weinig verbonden en betrokken bij de doelen van het project en de doelen van de andere partijen.
Het wordt tijd dat we gaan leren van succesvolle industrieën om ons heen. We moeten ons niet meer laten leiden door het oude businessmodel. In de wereld van nu en morgen gelden andere wetmatigheden. Kernpunten hiervan zijn: co-creatie met vaste partners, en het besef dat horizontale netwerken binnen en buiten onze bedrijven de schotten die bestaan tussen afdelingen en bedrijven, afbreken.
In de wereld van nu en morgen werken professionals vanuit een gezamenlijk geformuleerd doel, vanuit hun eigen specifieke kracht, kennis en ervaring zonder enige terughoudendheid aan een gemeenschappelijk eindresultaat. We zien bij ASML hoe krachtig deze vormen van samenwerking kan zijn.
Is er nog hoop voor onze branche? Ja, gelukkig wel. Er zijn op dit moment op diverse plekken in onze eigen ontwikkelingspraktijk experimenten bezig, die afstand nemen van de oude werkwijze en waar wordt gewerkt vanuit een andere overtuiging. Deze is gebaseerd op de lange termijn relatie, het ‘wij’-gevoel, werkelijke interesse in de doelen en belangen van de ander, echt commitment aan het eindresultaat en natuurlijk op vertrouwen. Bij deze werkwijze zijn openheid en volstrekte transparantie en integriteit de absolute norm.
Een voorbeeld?
Ymere is met 3 co-makers (ERA Contour, Dura Vermeer en Thunnissen) al enkele jaren aan
het werk vanuit deze nieuwe werkwijze. Samen met ketenpartners (vaste adviseurs,
technische bureaus, tekenbureau’s, onderaannemers en zelfs binnenkort met de gemeente als
nieuwe ketenpartner) werken we in een volstrekt open samenwerking aan onze projecten.
Met als randvoorwaarde dat het goedkoper, sneller, kwalitatief beter en vooral leuker moet
zijn. Alle partijen hebben zich gecommitteerd aan smart targets. We hebben de afspraak
gemaakt dat wanneer een van de partijen de samenwerking om haar moverende redenen niet
(meer) ziet zitten, de partij zomaar kan uittreden.
De eerste resultaten zijn bemoedigend en bevestigen dat onze ambities realistisch zijn. De medewerkers zijn enthousiast, het leidt tot echt vernieuwende inzichten in wat de ander werkelijk drijft en welke bijdrage jijzelf én de ander kan leveren aan het project. We doen dingen nu in een keer goed: faalkosten hollen achteruit. Doorlooptijden worden korter, stichtingskosten worden lager, en er ontstaan echte winnende teams. De eerste projecten zijn reeds in aanbouw gegaan.
We werken ook op vernieuwende wijze samen aan de gebiedsontwikkeling Nobelhorst in Almere. Samen met de toekomstige gebruikers, de gemeente, Dura Vermeer en diverse adviseurs wordt een nieuwe, zeer op de eindgebruiker gerichte gebiedsontwikkeling gerealiseerd. Zonder eindplan; met een diep en breed gedragen visie en ambitie als belangrijkste drijfveren.
Gaat het allemaal vanzelf? Nee, natuurlijk niet. We moeten veel oud gedrag afleren en belemmerende overtuigingen over onze partners over boord zetten. Daarom hebben we de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in elkaar. Maar het is onze overtuiging dat we het met elkaar beter, leuker, efficiënter en effectiever, duurzamer en beter renderend kunnen doen. Met als resultaat een langjarig woongenot voor onze klanten, onze stakeholders en onze gebruikers.
Ik wens onze fantastische branche, die het in deze tijden van crisis erg moeilijk heeft, veel nieuwe innovaties op. We kunnen de markt niet veranderen, maar we kunnen wel de voorwaarden creëren waardoor we zelf beter presteren op die markt. En wie weet, schrijven we over enkele jaren dan met dezelfde cijfers als ASML!
Cover: ‘Portret_Stefan Schuwer_263px’