Onderzoek Om de doelen van de onlangs gepresenteerde Nationale Omgevingsvisie te halen, wordt op het gebied van wonen, werken en natuur en milieu de nodige inzet gevraagd. Dat is de conclusie van de nulmeting van de Monitor Nationale Omgevingsvisie. Het Planbureau voor de Leefomgeving brengt iedere twee jaar de voortgang van de Nationale Omgevingsvisie in kaart.
Vooral op het gebied van de energietransitie, de circulaire economie en de natuur-, water- en milieukwaliteit is er nog veel werk aan de winkel, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de nulmeting van de Monitor Nationale Omgevingsvisie 2020, die in september is gepresenteerd. Toenemende ruimteclaims rondom wonen en werken betekenen dat in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gestelde doelen op deze terreinen nog (lang) niet worden gehaald.
Zo is de ruimte voor werken sinds 1996 met 44 procent toegenomen, terwijl de ruimte voor wonen in dezelfde periode met 10 procent toenam. Het aantal banen is in dezelfde tijd ‘slechts’ gegroeid met 24 procent, waardoor het PBL de conclusie trekt dat de werkgelegenheid in Nederland ruimte-intensiever is geworden. Concreet: het ruimtegebruik per baan neemt toe.
Bereikbaarheid en agglomeratiekracht
De Monitor Novi laat zien dat de auto minder uit het landschap is verdwenen dan gehoopt. Tussen 1996 en 2018 groeiden de zogeheten ‘autolocaties’ het meest, terwijl het overheidsbeleid erop is gericht woon- en werklocaties zowel per auto als per openbaar vervoer goed te ontsluiten.
Er zijn ook positieve geluiden te horen. Zo constateert het PBL dat de afgelopen 20 jaar de locaties voor wonen en werken gemiddeld dichterbij elkaar zijn komen te liggen. Vooral rond Amsterdam, in Flevoland, Utrecht, Overijssel en bij Eindhoven is dat het geval. Nieuwe woningen en bedrijfsgebouwen zijn vooral gerealiseerd in de buurt van bestaande bebouwing. Door deze ontwikkelingen verbeteren de bereikbaarheid en de agglomeratiekracht van deze locaties.
Natuur in gedrang
De ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken en mobiliteit in de laatste 20 jaar hebben hun weerslag op andere terreinen. In grote delen van de Nederlandse landnatuur worden de condities voor het duurzaam kunnen voortbestaan van soorten en ecosystemen als matig of zelfs slecht omschreven. En uit de aanwezige vegetatie in verschillende ecosystemen blijkt ook dat de milieucondities voor landnatuur gemiddeld genomen verder zijn verslechterd.
Daarnaast bevestigt de Monitor NOVI dat Nederland er nog niet in slaagt genoeg hernieuwbare energie op te wekken. Het doel voor opgesteld windvermogen in 2020 wordt bijvoorbeeld niet gehaald.
Effectieve afstemming
Rienk Kuiper, hoofdauteur van de monitor, concludeert dat de toenemende ruimteclaims om meer afstemming tussen overheden vragen. “Met de Monitor NOVI houden we de vinger aan de pols van het kabinet: worden de gestelde doelen gehaald? Je ziet dat de druk op de ruimte de laatste jaren sterk is toegenomen. Het kabinet probeert dat met de NOVI in goede banen te leiden. Dit vraagt om effectieve afstemming, binnen het Rijk maar ook met decentrale overheden. De inrichting van onze leefomgeving heeft grote invloed op milieu en economie en op het algemeen welbevinden.”
Cover: PxHere
Over de Monitor Nationale Omgevingsvisie
In de tweejaarlijkse Monitor Nationale Omgevingsvisie monitort het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de langetermijnvisie van het Rijk op de toekomstige ontwikkeling van Nederland. In de rapportage worden de effecten van ontwikkelingen op de leefomgeving in kaart gebracht. Het PBL brengt deze monitor uit in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Alle indicatoren zijn met een uitgebreide toelichting ook opgenomen in het Compendium voor de Leefomgeving (CLO).
Cover: ‘Wieringen luchtfoto’ door Publiek domein (bron: PxHere)