Nieuws Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft de verkiezingsprogramma’s van zes politieke partijen geanalyseerd op de verwachte effecten voor de leefomgeving. De conclusie: er valt zeker wat te kiezen, vooral op klimaatgebied, maar het woningtekort wordt niet opgelost door de plannen die nu in de verschillende programma’s staan.
Traditiegetrouw neemt het PBL in de aanloop naar de verkiezingen de programma’s van de verschillende partijen onder de loep. Deze keer zijn de plannen van het CDA, D66, GroenLinks, de SP, de PvdA en de ChristenUnie geanalyseerd op hun effecten op de leefomgeving tussen nu en 2030. Dit jaar is gekozen omdat voor 2030 al veel belangrijke (klimaat)doelen zijn gesteld. Net als vier jaar geleden keek het PBL naar de thema’s mobiliteit & bereikbaarheid, klimaat & energie, landbouw en voedsel & natuur. Nieuw dit jaar is dat ook het thema wonen in de analyse is meegenomen.
Beloftes
Die toevoeging zorgt direct voor een van de meest opvallende conclusies. Want hoewel de woningmarkt een van de belangrijkste thema’s is tijdens de campagne en elke partij in het eigen programma uitgebreid de tijd en ruimte neemt om de (bouw)plannen uit de doeken te doen, zetten die plannen volgens het PBL niet genoeg zoden aan de dijk: “De maatregelen dragen bij aan het versnellen van de nieuwbouw, maar lossen het tekort in de komende jaren niet op.”
Dat is opvallend, gezien de grote nadruk die alle partijen op dit thema leggen. De plannen zijn, concludeert het PBL, onderaan de streep desondanks niet heel verschillend en vormen geen grote trendbreuk met het verleden. De conclusie is dan ook niet heel hoopgevend. “Zelfs wanneer de politieke partijen in staat blijken een significante versnelling van de woningbouw mogelijk te maken, zal er aan het einde van de komende kabinetsperiode nog altijd een woningtekort zijn.”
Hoog symbolisch gehalte
Ook het aanstellen van een nieuwe minister voor dit thema, een voorstel dat in veel programma’s terugkomt, biedt volgens het PBL geen zekerheid. “Vooralsnog kan eigenlijk alles wat de partijen wensen, ook binnen de bestaande kaders worden gerealiseerd; daar is geen aparte minister voor nodig. Bovendien wacht een aparte verantwoordelijke minister een grote uitdaging wanneer er meer integrale ruimtelijke beleidsafwegingen gemaakt moeten worden.” Concrete uitspraken over bijvoorbeeld het aantal woningen dat wel wordt opgeleverd als de plannen van de verschillende partijen worden uitgevoerd, doet het PBL overigens niet, omdat er ‘bij dit thema gebruik is gemaakt van een kwalitatieve analyse’.
Tegen het FD bevestigt Frans Schilder van het PBL begin deze week al dat een nieuw ministerie helemaal geen noodzaak is. “Ingrijpen kan het Rijk nu ook al. Het is alleen een paardenmiddel dat in geen jaren is gebruikt.” Een nieuw ministerie heeft volgens Schilder vooral een hoog symbolisch gehalte. Het is dan ook maar de vraag of het de manier is om de magische grens van 1 miljoen te bereiken. “Dat is een productieverhoging van 30%, terwijl er nu al nauwelijks bouwvakkers thuiszitten. Dat vraagt dus wel om iets meer innovatie.”
Kernenergie
Inhoudelijk zijn de verschillen binnen de andere door het PBL onderzochte thema’s een stuk groter. Vooral voor klimaat valt er veel te kiezen in de week van 15 maart, stellen de onderzoekers. Het PBL-onderzoek naar dit thema was voor de VVD, de grote afwezige in de analyse, een van de redenen om hun plannen niet te laten doorrekenen. De onderzoekers nemen kernenergie, een van de belangrijkste pijlers onder het klimaatbeleid van de VVD, namelijk niet mee in hun onderzoek, omdat het effect daarvan nog niet te meten is in 2030.
Lees het volledige onderzoek op de website van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Cover: ‘Nieuwbouw in Nederland’ door Elisabeth Aardema (bron: Shutterstock)