Nieuws Beleidsmakers kunnen bijna tien procent van het woningtekort oplossen door het ‘straatje erbij’ te faciliteren. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving in nieuw onderzoek. Andere oplossingen voor het woningtekort blijven daarmee noodzakelijk.
De verkiezingsprogramma’s van een groot aantal politieke partijen, het Hoofdlijnenakkoord en uiteindelijk ook het regeerprogramma (“We sturen op voldoende locaties: zowel in de vorm van grootschalige woningbouw als een straatje erbij”) van het kabinet-Schoof. Het begrip ‘straatje erbij’ was het afgelopen jaar niet weg te slaan uit alle nationale beleidsplannen. Maar dat betekent nog niet dat alle gebiedsontwikkeling-professionals automatisch warmlopen voor het idee. Arjen van der Burg omschreef het begrip eerder dit jaar als sluipende verstedelijking, vermomd als dorpsuitbreiding. En daar werd hij niet blij van. “Het landschap lijkt geen serieuze rol te spelen, zolang wettelijk beschermde gebieden maar buiten beschouwing blijven.”
Econoom Madeline Buijs en lector Cees-Jan Pen schreven in januari al niets te zien in het ‘gemakkelijke straatje-erbij-pleidooi’. Marketingtechnisch vindt het duo de leus “briljant gekozen.” Want wie is er op tegen als we een kwart van de woningbouwopgave oplossen door op kleine, groene locaties aan randen van steden en dorpen te bouwen? Maar de praktijk is een stuk weerbarstiger, stelden zij destijds al. “De romantiek rond een ‘straatje-erbij’ verdwijnt al snel als blijkt dat dit soort wijkjes vooral gericht zijn op de welgestelde woningzoekende. Voor betaalbare woningen is weinig ruimte. Bouwen in het groen is namelijk duur, complex en tijdrovend. Tegelijkertijd nemen de zorgen over de leefbaarheid, verschraling van voorzieningen en leegstand in dorpen toe.”
Meerwaarde in beeld
Onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving hebben met het rapport Straatje erbij’, ruimtelijke analyse van de mogelijkheden voor kleinschalige uitleg geprobeerd uit te zoeken wat daadwerkelijk de meerwaarde van deze beleidsmaatregel. Als de bestaande woonkernen aan de rand één extra straat erbij krijgen, levert dat volgens de onderzoekers maximaal 95.000 extra woningen op. Dat is bijna tien procent van het totale woningtekort. In totaal komen ruim 2.000 dorpen en steden in aanmerking. “Alleen in het zuiden van Noord-Holland en in het westen van Zuid-Holland is nauwelijks landbouwgrond beschikbaar zonder ruimtelijke restricties.”
De onderzoekers hebben in deze berekeningen rekening gehouden met bestaande (ruimtelijke) grenzen en randvoorwaarden als geluidhinderzones van luchthavens, beschermde landschappen, waterveiligheid en natuurgebieden. Deze gebieden komen niet in aanmerking voor woningbouw en dus ook niet voor een ‘straatje erbij’. “Daarnaast zijn er veel andere randvoorwaarden, zoals milieu gerelateerde gezondheidsrisico’s en de criteria voor ‘water en bodem sturend’, die ervoor zorgen dat woningbouw op bepaalde locaties geen reële optie is.”
Voordelen van deze manier van gebiedsontwikkeling zijn volgens het PBL de snelheid waarmee woningbouw gerealiseerd kan worden en de naar verhouding lage kosten om deze nieuwe woningen te kunnen bouwen. “Dat is op korte termijn van belang voor woningzoekenden, projectontwikkelaars en bouwers.” Groot nadeel is, zoals Van der Burg, Buijs en Pen al eerder aanstipten, de aantasting van het landschap door nieuwe bebouwing. Ook vrezen de onderzoekers net als dit drietal dat de nieuwe woningen duur zullen zijn, dat het landbouwareaal afneemt en dat de bewoners aan de randen van dorpen en steden meer gebruik zullen maken van de auto.
Politieke afweging
Deze optelsom maakt dat het PBL concludeert dat straatje erbij een bescheiden bijdrage kan leveren aan de woningbouwopgave. Maar, zegt hoofdonderzoeker Arjan Harbers, de discussie moet ook worden bezien in een bredere context van klimaatadaptatie, economie, duurzaamheid, leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en transities in de landbouw en energievoorziening. “‘Straatje erbij’ is allereerst een politieke afweging. We zien dat deze aanpak kan bestaan naast andere verstedelijkingsopties, zoals verdichting van de stad, het efficiënter benutten van bestaande woonruimte of van uitleg, het aanleggen van compacte stadswijken buiten de bebouwde kom.”
Lees het volledige onderzoek op de website van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Cover: ‘Nederlands polderlandschap’ door Wut_Moppie (bron: Shutterstock)