Den Haag door NAPA (bron: Shutterstock)

PBL: voor brede welvaart hoef je niet alles zelf in huis te hebben

16 februari 2022

5 minuten

Onderzoek De randgemeenten van de grote steden kennen de grootste brede welvaart van Nederland. Dat blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving. Gemeenten in landelijke gebieden bungelen onderaan de lijst. Om de brede welvaart op te krikken moeten gemeenten volgens het PBL niet zelf aan de slag, maar de samenwerking in de regio zoeken.

De toenemende aandacht voor brede welvaart in gebiedsontwikkeling zorgt ervoor dat het instrument op allerlei manieren wordt toegepast. In grote gebiedsontwikkelingen wordt brede welvaart gebruikt om de leefbaarheidsverbeteringen te kunnen kwantificeren. In de regio Rotterdam proberen beleidsmakers grote infrastructurele projecten te gebruiken als hefboom voor het verbeteren van de brede welvaart. En de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) adviseerde het Rijk vorig jaar al om sowieso meer te sturen op brede welvaart.

Waardering

Ondanks de stijgende populariteit en de nieuwe toepassingen in gebiedsontwikkelingen was het lange tijd niet duidelijk hoe het is gesteld met de brede welvaart in Nederlandse gemeenten. Landelijk en regionaal was dat beeld er al wel, maar niet op gemeentelijk niveau zodat (lokale) overheden er ook gericht mee aan de slag kunnen. In het deze week verschenen rapport Brede welvaart in Nederlandse gemeenten: Het belang van regionale samenhang laten onderzoekers Mark Thissen en Jeroen Content voor het eerst op gemeentelijk niveau zien hoe de brede welvaart ervoor staat in de verschillende delen van Nederland.

De Randstad is qua brede welvaart dan ook de meest welvarende regio van Nederland

Het duo heeft in het onderzoek drie verschillende elementen aan elkaar gekoppeld. Allereerst is de aanwezigheid in kaart gebracht van de uiteenlopende onderdelen die de brede welvaart en daarmee het welzijn van de inwoners bepalen. Voorbeelden zijn het voorzien in het levensonderhoud, hun gezondheid, veiligheid, de mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing, aanwezigheid van cultuur, natuur en recreatie en het onderhouden van sociale contacten.

Erasmuspark, Rotterdam door SWB Moments (bron: Shutterstock)

‘Erasmuspark, Rotterdam’ door SWB Moments (bron: Shutterstock)


Daarna is er gekeken hoe de inwoners van verschillende gemeenten de aspecten van brede welvaart waarderen. Want, zeggen Thissen en Content, wat inwoners belangrijk vinden kan per gemeente verschillen. De brede welvaart kan in twee regio’s dus verschillen terwijl de toegang tot aspecten van brede welvaart voor de bewoners hetzelfde is. Tot slot hebben de onderzoekers de aanwezigheid van deze aspecten in de omliggende regio van de desbetreffende gemeente meegenomen. Mensen ontspannen en werken namelijk niet altijd in de gemeente waar ze wonen.

Laag in regio

Uit het rapport komen een aantal duidelijke conclusies naar voren. Een van de belangrijkste constateringen van het PBL is dat de regio de mate van brede welvaart in een gemeente bepaalt. Gemeenten met een hoge brede welvaart halen die welvaart voor een groot deel uit andere gemeenten, zoals via naburige voorzieningen, banen of openbaar groen. En omdat in de Randstad gemeenten met uiteenlopende kenmerken dicht bij elkaar liggen, hebben inwoners daarvan makkelijker toegang tot de vele verschillende aspecten van brede welvaart die zij belangrijk vinden.

De Randstad is qua brede welvaart dan ook de meest welvarende regio van Nederland. De werkgelegenheid is hoog, de cultuursector is groot en er zijn veel recreatiemogelijkheden. Opvallend is dat de brede welvaart in de randgemeenten van de grote steden (zowel binnen als buiten de Randstad) hoger is dan in de steden zelf. Dit komt volgens de onderzoekers omdat bewoners van die randgemeenten profiteren van de voordelen van de Randstad, maar tegelijkertijd minder te maken hebben met elementen die de brede welvaart negatief beïnvloeden, zoals criminaliteit, overlast en (lucht)vervuiling. Ook zijn natuur, ruimte en rust vaak dichterbij.

Inwoners van gemeenten in landelijke gebieden ervaren de laagste brede welvaart

Inwoners van gemeenten in landelijke gebieden ervaren de laagste brede welvaart. Zij hebben in mindere mate toegang hebben tot de banen en de recreatieve en culturele sectoren in (middel)grote steden omdat de afstand vaak te groot is. Ook de waardering van de verschillende elementen van brede welvaart speelt volgens de onderzoekers in deze gebieden een rol. “Hoewel inwoners in landelijke gebieden ondervertegenwoordigde aspecten van welvaart (zoals recreatie) lager waarderen, is het gebrek hieraan dusdanig groot dat dit toch voor een lagere brede welvaart zorgt.” Daarbij komt dat in deze gebieden de verschillende gemeenten vaak veel op elkaar lijken, waardoor de inwoners het lokale gemis van aspecten van brede welvaart niet kunnen compenseren door een kijkje bij de buren te nemen.

Samenwerking en afstemming

Omdat de regio zo belangrijk is bij het bepalen van de mate van welvaart in een gemeente, adviseren de onderzoekers het verbeteren van brede welvaart vooral regionaal aan te pakken. De samenwerking tussen gemeenten en regio’s moet worden gecoördineerd vanuit het Rijk of de provincie. “Beleid hoeft niet uitsluitend gericht te zijn op het lokaal ontwikkelen van alle aspecten van brede welvaart. Wanneer er in de regio daaromheen een divers aanbod van elementen van brede welvaart beschikbaar is, ervaren inwoners ook een hogere brede welvaart.”

Niet iedere gemeente hoeft dan ook een eigen theater, start-up-hub of natuurgebied te hebben. Het inzetten op bereikbaarheid van deze elementen is volgens Thissen en Content ook van belang, bijvoorbeeld door uitbreiding van het ov-netwerk. Intergemeentelijke samenwerking en afstemming ligt daarbij volgens de onderzoekers voor de hand, juist ook met gemeenten waar de bewoners dezelfde wensen hebben. Deze gemeenten staan vaak voor vergelijkbare opgaven omdat ze zowel dezelfde kenmerken hebben als inwoners met vergelijkbare voorkeuren, ook al liggen ze aan de andere kant van het land.

Een belangrijk advies luidt daarbij dat vooral ingezet moet worden op wat mensen zelf wensen. De mate waarin inwoners van verschillende gemeenten bepaalde kenmerken waarderen kan namelijk sterk verschillen. “Inwoners van bijvoorbeeld een bosrijk gebied waarderen dit bos vaak meer dan inwoners van andere gebieden. Deze regionale verschillen in wat belangrijk wordt gevonden zijn bepalend voor verschillen in de brede welvaart. Daarom doet beleid dat de brede welvaart wil versterken, er goed aan rekening te houden met de verschillen in die waardering; inzetten op een aspect waar inwoners in die regio minder waarde aan hechten, zal de brede welvaart nauwelijks verhogen.”


Lees het volledige onderzoek op de website van het PBL.


Cover: ‘Den Haag’ door NAPA (bron: Shutterstock)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024