Verslag In het kader van het langer lopende project ‘Plug Rotterdam’ organiseerde Air Rotterdam op 16 oktober een lange dag van uitwisseling van ideeën tussen Antwerpen, Berlijn en Rotterdam. Gefascineerd wordt gekeken naar het ondernemerschap van architecten, zoals dat in met name Berlijn te vinden is. In Antwerpen werkt de stadsbouwmeester vanuit een heldere en overtuigende visie aan de stad, in Berlijn is het een geval van ‘gelukt ondanks de overheid’. En Rotterdam? Rotterdam lijkt nog een stuurloos schip, als je af moet gaan op de bijdragen van de Rotterdammers aan deze avond in het Maas theater. Vooral de bijdrage van Antwerps stadsbouwmeester Kristian Borret inspireert.
Rotterdam wil graag leren van Antwerpen en Berlijn
AG Vespa Lange Lobroekstraat 36
‘Plug Antwerpen, Berlijn, Rotterdam - Afbeelding 1’
Antwerpen
Kristian Borret is stadsbouwmeester van Antwerpen, waar voor planning op het grootste schaalniveau het ‘Strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen’ is opgesteld door Bernardo Secchi en Paula Vigano (Studio 11). Aan de andere kant van het spectrum is de individuele woning de kleinste eenheid waar de stadsbouwmeester mee aan de slag kan. En dat doet hij met verve.
Belangrijk om vooraf te weten is dat in Vlaanderen 72 procent bewoner én eigenaar is en slechts 6 procent woont in sociale koop of huur. Dit wordt niet door corporaties gefaciliteerd zoals in Nederland, maar door de overheid. De totale huurmarkt is zeer klein, maximaal 20 procent. Door de versnipperde eigendomssituatie is in feite geen integrale gebiedsontwikkeling mogelijk en heeft de stadbouwmeester te maken met allemaal kleine ontwikkelaars en bouwers. Kleinschaligheid is de Vlaamse conditie, waardoor geen hausse is ontstaan en nu geen crisis woedt. Het is daardoor een natuurlijke, gelaagde stad geworden. Op basis van ‘slow urbanism’ is een stad met diversiteit en authentieke verschillen ontstaan. In Antwerpen heeft men een ingenieus mechanisme bedacht om – als stadsacupunctuur – een impuls te geven aan aandachtwijken in de stad. Dit grond- en pandenbeleid wordt uitgevoerd door het publieke vastgoedbedrijf van de stad onder de naam A.G. Vespa.
In de veronderstelling – Borret spreekt bescheiden over hoop – dat renovatie zorgt voor opwaardering van aandachtwijken (sociale doelstelling), worden leegstaande, verwaarloosde panden en percelen aangekocht en wordt één tot hooguit enkele nieuwe woningen op die plek ontwikkeld.
Kwaliteit staat bij die nieuwe invullingen voorop. De stadsbouwmeester heeft daarom een raamcontract met tien jonge architectenbureaus, in de wetenschap dat die meer tijd aan een kleine opgave zullen besteden dan gevestigde bureaus, en veel aandacht gaat uit naar de buitenruimte van de woning en de relatie, het contact, met de straat.
Om de rendabiliteit te bevorderen worden de woningen casco opgeleverd (zonder vloerafwerking, zonder keuken) en wordt gekeken naar de maatschappelijke relevantie van een project (de relatie met de buurt en de straat). Deze woningen worden via een openbare bieding op de markt gebracht tegen marktconforme prijzen, die de laatste tijd overigens blijken te stijgen in België. Een appartement kost ongeveer 1.450 euro/m2 (ex btw) en een grondgebonden woning zo’n 1.350 euro/m2 (ex btw). Daarop wordt 25% verlies gedraaid, dat wordt gedekt door subsidies.
Sinds 2005 zijn in totaal 408 eenheden gerealiseerd, vooral in moeilijke wijken. Hier komt een hoop publiek op af, vooral jonge mensen (20-30), veelal singles en koppels en de potentiële stadsverlaters.
Uit eigen evaluatie blijkt de stadsacupunctuur te zorgen voor marktevolutie, het proces van gentrification en levert het een sociale mix van bewoners, waarbij de beter verdienende bewoners zich in de moeilijkere wijken vestigen. Deze vorm van ontwikkeling wordt voortgezet, nu ook voor een iets hoger marktsegment. Nu deze strategie zich heeft bewezen in de oude stad, verplaatst het Vespa-programma zich ook naar de 20e eeuwse gordel. Dat vraagt om opschaling (de 20e eeuwse gordel kent een grotere korrel), het moet goedkoper (zodat ze minder verlies draaien) en men wil meer collectiviteit in de woningbouwprojecten gaan realiseren. Borret sluit af met de constatering dat men in Vlaanderen kijkt naar opschalen, terwijl men in Nederland juist gaat richting het ‘downscalen’ van plannen. Beide landen kunnen dus van elkaar leren.
AG Vespa Lange Lobroekstraat 36
‘Plug Antwerpen, Berlijn, Rotterdam - Afbeelding 2’
Berlijn
De van oorsprong Amerikaanse Kristien Ring, die al vanaf 1991 in Berlijn woont, vertelt over Berlijn als Selfmade City naar aanleiding van haar gelijknamige boek. Toen zij in Berlijn arriveerde, heerste chaos in de stad, met lege plinten en oude, lege gebouwen. Veel jonge gezinnen zochten woonruimte (de stad beleefde ongekende geboortecijfers) en architecten hadden niet veel werk. Dus werden al die ‘left over’ ruimtes en kavels gebruikt voor woningen in allerlei bijzondere vormen van samenwerking in bewonersgroepen. Ring organiseerde een tentoonstelling over deze bouwgroepen en doet onderzoek naar de kwaliteit van deze nieuwe ontwikkelvorm in relatie tot duurzame stedelijke planning. Net als Leonhard Schenk (ontwerper van het veelbesproken plan in Tübingen en professor in Konstanz) ziet zij dat het mengen van stedelijke functies leidt tot stedelijke vitaliteit en kwaliteit van leven. Bewoners veranderen in dit proces van consumenten in pioniers en investeren in specifieke oplossingen voor (soms bestaande) gebouwen.
Wat volgt is een poging haar betoog naar de schaal van de stedenbouw te trekken, maar dat komt wat minder uit de verf. Ze wijst ons daarbij nog op de grote druk die in Berlijn op de woningmarkt bestaat, waar – in ieder geval de komende tien jaar – 6.000 appartementen per jaar nodig zijn. Dat is in Rotterdam wel anders.
Rotterdam
De vertegenwoordigers van de Rotterdamse projecten geven de avond een wat rafelig einde. Steven Prins van Powerhouse Company maakt – op verzoek van de organisatie – reclame voor vijf appartementen die te koop worden aangeboden op een hoekje van het Schouwburgplein. Ze hebben voor deze plek zelf een voorstel ontwikkeld, met dezelfde partij waarmee ze ook hun cataloguswoningen op de markt brengen.
Ine Jans van het project ‘klein & fijn’ is erachter gekomen dat veel lege plekken waarvoor het project Plug een invulling heeft laten ontwerpen toch al een functie hebben (voor parkeren of als speelplaats) en dus niet benut kunnen worden voor de projecten van de architecten die daartoe waren uitgedaagd. Ze hoopt nu dat ook braakliggende plekken buiten de binnenstad voor bouwgroepen worden ingezet en in navolging van ‘kluswoningen’ stelt ze voor ook te werken met ‘kluspercelen’.
Ondanks dat Endry van Velzen was uitgenodigd om wat te vertellen deze avond, wil hij vanuit de coulissen nog niet teveel verklappen; we kunnen het binnenkort namelijk allemaal lezen in een nog te verschijnen publicatie. Hij blijft daarom hangen in algemeenheden over de ‘kwaliteit van de stad’, ‘kleinere projecten die een bijdrage kunnen leveren aan de stad’ en een ‘veranderende cultuur van ontwikkelen’. Hij kijkt daarvoor naar een vertaling van de Berlijnse bouwgroepen naar de Rotterdamse context, waarbij de architect het initiatief neemt. Rotterdam heeft nog voldoende locaties, volgens Van Velzen, maar heeft een totaal andere woningmarkt dan Berlijn.
Rotterdam is nog aan het stoeien met de suggesties uit Antwerpen en Berlijn. Geen eenvoudige opgave ook, omdat de Rotterdamse context op zoveel punten anders is dan die in België en Duitsland, waar de steden nog vele rotte appels en lege plekken in hun straten kennen. De stap van de Rotterdamse schaal van aanpakken naar stadsacupunctuur is groot. En hoewel het bemoedigend is dat een lokaal architectuurcentrum zich hierin roert, wordt het misschien tijd dat de stad Rotterdam weer eens een samenhangende visie op de stadontwikkeling ontvouwt.
Zie ook:
-Over het resultaat van het Antwerpse model: www.agvespa.be
-Enkele Berlijnse voorbeelden genoemd door Kristien Ring: BAR architekten (Oderbergerstrasse 56)
-Zanderroth architekten (Zelterstraße 5)
-Roedig Schop architekten (Anklamer Str. 52)
-Zoom architekten (Straßburger Straße 39)
-reality united (Neue Schönhauser Straße 9)
-Eerder verschenen op gebiedsontwikkeling.nu, met een bijdrage van Leonhard Schenk: Minisymposium Citizens making city
- Initiatief Stadsbouwgroepen van Endry van Velzen, Jeroen Geurst en Joost Kuhne
- Meer info over zelfbouw in Rotterdam
- Redactioneel 'The only way is up - 7 perspectieven op de woningmarkt
Cover: ‘Plug Antwerpen, Berlijn, Rotterdam - Afbeelding 2’